Cookies helpen ons onze services aan te bieden. Door onze services te gebruiken stemt u in met het gebruik van onze cookies.

Gemeentebode Udenhout

In de tijd dat Udenhout nog geen telefoon- en telegraafverbinding had was men voor het verzenden van berichten aangewezen op “de boden”. In 1808 had de gemeente haar eigen, vrouwelijke, bode, te weten Dingena Backers, de huisvrouw van Jan Adriaen van den Bosch. Ze was aangesteld tot “bodinne” naar ‘s-Hertogenbosch, tegen een traktement van vijftig gulden per jaar, te ontvangen “van drie tot drie maanden”. Voor dit bedrag moest Dingena Backers, drie maal per week, namelijk op maandag, woensdag en vrijdag naar de hoofdplaats van de Meierij om “alle brieven, pakketten en papieren door beyde gemeente¬bestuure en schout-civiel te versenden na het postkantoor te ‘s-Hertogenbosch of binnen de stad aldaar”. Ze moest tevens de post meenemen voor de plaatsen die op haar route lagen. Later is de gemeente gebruik gaan maken van de plaatselijke post- en telegraafdienst van de familie Scholtze. Omstreeks 1899 bleek dat de gemeenteveldwachter ook bodediensten verrichtte. In juli van dat jaar verbood de Commissaris van de Koningin de veldwachter werkzaamheden te verrichten voor de secretarie. Hiervoor diende een aparte bode te worden aangesteld. In 1901 was dit echter nog steeds niet gebeurd. In de functieomschrijving van de dat jaar aangestelde veldwachter kwamen namelijk nog steeds werkzaamheden als gemeentebode voor. De gemeenterekening van 1915 noemde wel de naam van een aparte gemeentebode. Het betreft Jan van Sluisveld. Hij zal opgevolgd zijn door Cornelis Brekelmans die op 15 november 1922 is aangesteld. Toon Dekkers was de volgende gemeentebode. Dekkers kwam in 1944 om het leven. Hij was lid van de vrijwillige brandweer die op 16 september 1944 op het Udenhoutse station een in brand geschoten trein aan het blussen was. Daarna werd Jo van Beerendonk, die in de buitendienst werkzaam was, door ontvanger Jef Robben verzocht Dekkers op te volgen als gemeentebode. In een interview in het boekje “Udenhout hartverwarmend uniek” vertrouwde Van Beerendonk de auteur toe dat hij niet op het baantje van bode stond te kijken. Het werk bij de buiten-dienst beviel hem veel beter. Toch is Jo van Beerendonk alias “d’n Bèr” maar liefst 38 jaar gemeentebode gebleven. Op 1 januari 1975 volgde zijn zoon Jan hem op.