Cookies helpen ons onze services aan te bieden. Door onze services te gebruiken stemt u in met het gebruik van onze cookies.

Sjef van Iersel

De zesde burgemeester van Udenhout was wederom iemand uit een oude Udenhoutse familie. De familie Van Iersel speelde al lang een belangrijke rol in de Udenhoutse geschiedenis; vele Van Iersels hadden zitting gehad in kerk-, dorps- en armbesturen en ook door hun uitgestrekte bezittingen konden ze zich laten gelden. Joseph van Iersel werd bij Koninklijk Besluit van 19 januari 1865 benoemd. Op 15 maart verscheen hij voor het eerst in de gemeenteraad. Op diezelfde dag trad zijn vader Willem van Iersel, vanwege de familierelatie, af als wethouder en raadslid. Joseph van Iersel was op 7 oktober 1831 in Udenhout geboren als zoon van de rijke landbouwer Willem van Iersel en Adriana Goossens. Joseph van Iersel was gehuwd met Maria Francisca Joanna van Oorschot, afkomstig uit Eindhoven. Hun enige zoon Willem leefde als rentenier en werd in het dorp “Meneer Willem” genoemd. Joseph van Iersel trad in november 1900 af als burgemeester en als raadslid. Hij had toen een ambtsperiode van bijna 36 jaar achter de rug.

Citaat uit aantekeningen van Baron van Voorst tot Voorst: "Den 28 Mei 1900 kwam ik weder in de gemeente Udenhout; ik bezocht dienzelfden dag Berkel en Oisterwijk, en ontbeet en dineerde in Tilburg, hotel Hegenman. Burgemeester Van Iersel vertelde mij, dat hij voor ± 1½ jaar een beroerte had gehad, sindsdien voelde hij dikwijls zelf, dat zijn verstand weg was. Hij wilde zijn ontslag nemen als burgemeester, omdat hij zich niet meer bekwaam rekende voor zijn taak. Hij vroeg mij, wat hij moest doen, wachten tot zijn zes jaren om waren (21 Januari 1901) ofwel van te voren eervol ontslag vragen. Ik raadde het laatste aan." De baron merkte ook op dat tijdens het gesprek met Burgemeester van Iersel niets bleek van de gevolgen van zijn beroerte.

Op 9 november 1901 overleed Burgemeester Van Iersel.

Zie ook