Cookies helpen ons onze services aan te bieden. Door onze services te gebruiken stemt u in met het gebruik van onze cookies.

05. Vrouwen in het onderwijs

In het onderwijs zijn vrouwen al heel lang actief. Ze hebben daar grote invloed gehad. En dat is nog steeds zo. Met name in het basisonderwijs zijn nu meer vrouwen dan mannen werkzaam.

Pita Raaijmakers, H.Hartschool, Gilze, 1950

Onderwijs werd al vroeg belangrijk gevonden. In Gilze en Rijen zorgde de parochie ervoor dat overal scholen kwamen. En de koster van de kerk moest lesgeven, dat was een mooie bijverdienste voor hem. De eerste scholen waren openbare, gemengde scholen. Maar na de komst van de zusters uit Dongen in 1869, kregen beide dorpen al snel aparte, katholieke meisjesscholen. Meisjes konden in Gilze al wel vanaf 1845 apart naar de zondagsschool. Die was er ook voor jongens. Maar het vreemde was, dat de meisjes les kregen van “bestuurderessen” die niet betaald werden. De jongens kregen les van betaalde krachten. De eerste lagere school voor meisjes opende in 1869 in Gilze, de Sint Josephschool. Enkele jaren later, in 1889, opende de Sint Jozefschool in Rijen. (Opvallend is dat beide meisjesscholen kozen voor een man als naam van de school). De eerste niet-religieuze leerkracht kwam in 1917 in Gilze, Pita Raaijmakers. Ze bleef maar liefst 48 jaar onderwijzeres, altijd van de eerste klas (nu groep 3) van de H. Hart jongensschool. Vanaf 1969 kwamen er gemengde scholen. De school in Gilze, waar vanaf 1974 ook jongens op zaten, heeft tot 1983 een zuster als hoofd gehad. Meisjesschool en klooster waren eigendom van het kerkbestuur. De pastoor was voorzitter. Maar dat betekende niet dat de zusters alles deden wat hij wilde. Zijn verzoek om ook ‘wereldse dames’ in tijd van nood aan te stellen, wezen de zusters af. Dat botste namelijk met hun instelling.

In Molenschot kwam in 1883 een gemengde school, genoemd naar Sint Anna. De meisjes kregen er handwerkles van Maria Meijers, de zus van de enige onderwijzer aan deze school. Later werd dit overgenomen door de zusters Franciscanessen.

Voor kleuters bestond er al langer opvang bij welwillende dames aan huis. Die ‘scholen’ werden meutjesscholen of matressenscholen genoemd. In Gilze was in 1820 Johanna Langenberg zo’n schoolhouderes, zoals die vrouwen genoemd werden. Maar in 1869 begonnen de zusters in Gilze niet alleen de meisjesschool, maar ook een bewaarschool. In Rijen kwam de eerste bewaarschool in 1881. Toen Hulten in 1914 een (gemengde) school kreeg, was dat zonder bewaarschool of kleuterschool. De Hultense kleuters werden door Mien Ansems bij haar thuis opgevangen en beziggehouden. Met name met bidden! Niet iedereen ging altijd naar school. Als er thuis of op het land veel werk was, ging dat vaak voor. Het schoolverzuim was groot. Er werd van alles geprobeerd om dat verzuim en analfabetisme terug te dringen. In Gilze waren er daarvoor al in 1845 zondagsscholen geopend, apart voor jongens en meisjes. Tussen de kerkdiensten en het lof kregen ze drie uur onderwijs. Gratis.

Huishoudschool

Naai- en handwerklessen waren vroeger belangrijk. In 1871 begonnen de zusters in Gilze daarom met een ‘werk- of naaischool’ voor vrouwelijke handwerken. Dit was de voorloper van de huishoudschool die in 1919 startte. Deze volkshuishoudschool Sancta Maria, een school voor de ‘volkshuisvrouw’, liet meisjes toe die al konden lezen, schrijven en rekenen. Het was in eerste instantie een avondschool. De meisjes moesten 75 cent per maand betalen. Ze kregen les in naaien, strijken en voedings- en hygiëneleer. De eerste directrice was zuster Stanislas, maar niet voor lange tijd. Haar opvolgster, zuster Gerdina wel. Zij was veertig jaar aan de school verbonden. In 1920 richtte het kerkbestuur van Rijen daar de Volkshuishoudschool op. In de volksmond werd die naaischool genoemd, want er werden overwegend naailessen gegeven. De directrice was zuster Elisia; zij was ook hoofd van de Jozefschool. De school heeft tot 1954 bestaan.

Vrouwen bleven lang aan scholen verbonden. Zusters mochten dat de eerste jaren niet; het klooster was bang dat de zusters zich te veel zouden hechten aan school en kinderen. Hoe anders was dat dus met vrouwelijke leken-leerkrachten. In Gilze was Pita Raaijmakers 48 jaar aan de school verbonden. In Rijen was Adriana van Dartel dertig jaar verbonden aan de Jozefschool, Jo de Hoon maar liefst 46 jaar (voor 20 gulden in de maand in haar eerste jaar). (Foto opnemen van schoolklas van jufrouw De Hoon 1967-1968, obj.nr. 01333) En Jo Jacobs was eerst leerling, daarna onderwijzeres en tot slot hoofd van de meisjesschool, de eerste leek in deze functie. Het waren ongetrouwde vrouwen. Lange tijd kreeg een onderwijzeres eervol ontslag als ze trouwde. In Rijen kwam pas in 1970 de eerste getrouwde vrouw in het onderwijs.

Marianne Cuber 1976-77

Dat was Marianne Cuber-Lewandowski, op de Bernadetteschool. Maar daar was veel over gediscussieerd. Van de onderwijzeressen werd vroeger meer gevraagd dan vijf of zes dagen lesgeven. Pita Raaijmakers bereidde veertig jaar lang kinderen voor op de Eerste Communie. En Jo de Hoon gaf ook les op de zondagsschool en surveilleerde bij de kindermissen. Gestimuleerd door de kapelaan richtte ze in 1952 FLOS op, een gymnastiekvereniging voor meisjes.

Volwassenenonderwijs

In de zeventiger jaren kwam er een VJV (Vormingswerk Jong Volwassenen) in Rijen. Het was een samenwerkingsverband van Dongen, ’s Gravenmoer en Rijen. Het VJV had een vormingsprogramma voor jongens en meisjes. Voor die tijd had Rijen een Mater Amabilisschool voor meisjes. In 1979 begon in Rijen het Open Huis in de voormalige Van Helsdingenschool. Dit was een plek waar veel welzijns- en educatieve organisaties een onderkomen vonden. Het was de plek waar via alfabetiseringscursussen, Vos-cursussen en opfriscursussen veel vrouwen her- en bijgeschoold werden. Op 1 augustus 1987 kwam de Wet op de basiseducatie en kwam in Gilze en Rijen de volwasseneneducatie.


Tekst: Nel de Wit