Cookies helpen ons onze services aan te bieden. Door onze services te gebruiken stemt u in met het gebruik van onze cookies.

05. Het oorlogsjaar 1942

Straatnamen

In september 1941 verboden de Duitsers het gebruik van namen van levende leden van het koningshuis voor straten, scholen, ziekenhuizen en bejaardenhuizen. De namen moesten verwijderd worden en nieuwe namen moesten neutraal klinken. Na goedkeuring van de Provincie werd bij besluit van 24 februari 1942 een aantal straatnamen in de gemeente gewijzigd. De Wilhelminastraat heette voortaan Kastanjestraat, de Prins Bernhardstraat werd de Marktstraat en de Julianastraat werd Boschstraat. Maar in de volksmond bleven de oude namen gewoon in gebruik. Na de bevrijding kregen deze straten hun oude naam weer terug

Sint Annakerk in Molenschot

De oorspronkelijke toren
De toren na de inkorting

Op last van de Duitse bezetter werd in 1942 de toren van de Sint Annakerk in Molenschot met negen meter ingekort. Dit was nodig omdat de torenspits precies in het verlengde van de oost-westbaan van het vliegveld lag. Ook brachten de Duitsers verlichting aan op alle hoge obstakels op en om het vliegveld. In Gilze waren dat de kerktoren, de watertoren, het raadhuis en de molen aan de Oranjestraat. In Rijen kreeg de schoorsteen van de lederfabriek Noord Brabant een rode lamp.

Munitietrein ontploft in Rijen

Enorme ravage aan de Venneweg ter hoogte van de huidige nummers 10a tot en met 14a

Op 30 mei 1942 explodeerden door onbekende oorzaak drie wagons van een munitietrein, die net op station Gilze-Rijen was binnengelopen. Twee wagons waren beladen met vliegtuigbommen, de derde met boordmunitie. De aangerichte schade was enorm: delen van de trein waren over een grote oppervlakte weggeslingerd. Acht woningen aan de Venneweg werden vernield of zwaar beschadigd. Daarbij het café van Piet Martens. De enorme ravage schijnt voornamelijk door de luchtdruk te zijn veroorzaakt. Slechts 24 personen raakten licht gewond. Spoorwegverkeer was voor langere tijd onmogelijk.

Kabelwacht

Bij Gilze werd op 23 oktober 1942 een telefoonkabel van de Duitse Wehrmacht op zeven plaatsen doorgesneden. De burgemeester Klardie loofde een beloning van duizend gulden uit voor inlichtingen of aanwijzingen die tot de aanhouding van de dader konden leiden. Om dergelijke sabotage in de toekomst te voorkomen kreeg de burgemeester opdracht van de Sicherheitsdienst een kabelwacht in te stellen, van zeven uur ’s avonds tot zes uur ’s morgens. Er werden drie ploegen gevormd, die elk drie-en-een-half uur moesten waken bij hun post langs de Raakeindsekerkweg.

Arnold Verster schetst in zijn dagboek een beeld van het oorlogsjaar 1942.


Tekst: Kees van der Heijden; Fotoredactie: Piet Weterings en Ad Leenaars