Cookies helpen ons onze services aan te bieden. Door onze services te gebruiken stemt u in met het gebruik van onze cookies.

Berkelmans, Wilhelmus Adrianus Josephus

Wim Berkelmans
6aea4176-6c6a-093a-331c-4dbbd9dd2d77.jpg
Bron: RAT fotonummer 604357
Volledige namen Wilhelmus Adrianus Josephus Berkelmans
Geboortedatum 31-03-1912
Geboorteplaats Tilburg
Adres Lieven de Keijstraat 40
Woonplaats Tilburg
Burgerlijke staat Gehuwd
Naam echtgeno(o)t(e) Maria Gerarda Hamers
Beroep Gemeenteambtenaar
Overlijdensdatum 26-05-1944
Plaats van overlijden Loonse en Drunense Duinen
Bijzonderheden Op 26 mei 1944 in de Loonse en Drunense Duinen gefusilleerd vanwege zijn betrokkenheid bij de aanslag op Piet Gerrits.

Geef de oorlog een gezicht!

Kun jij ons helpen met het schrijven van het levensverhaal van deze persoon?

Hoewel het meer dan 75 jaar geleden is dat er een einde kwam aan de Tweede Wereldoorlog blijft het belangrijk de slachtoffers te herdenken. We willen door hun verhaal te vertellen de slachtoffers eren en de herinnering levend houden Alle Tilburgse oorlogsslachtoffers zijn opgenomen in de Wiki Midden-Brabant en we streven er naar van ieder een levensbeschrijving en foto op te nemen.

Helaas hebben we van sommigen maar beperkte of soms helemaal geen informatie. We hebben jouw hulp nodig deze levensverhalen vast te leggen door ontbrekende informatie aan te vullen met verhalen of foto’s. We ontvangen je reactie graag via info@regionaalarchieftilburg.nl o.v.v. Wiki Oorlogsslachtoffers.

Herdenkingsmonument
OmslagOorlogsmonumenten.png
Herdenkingsmonument fusillade in de Loonse en Drunense Duinen achter Bosch en Duin op 26 mei 1944.


Berkelmans, Wilhelmus Adrianus Josephus, geboren in Tilburg op 31-03-1912, gemeenteambtenaar in Tilburg. Zoon van Joannes Antonius Berkelmans (1879-1920) en Augusta Philomena Haans (1881-1962). In 1936 trouwt hij met Maria Gerarda Hamers (1915), dienstbode. Uit dit huwelijk worden drie kinderen geboren. Berkelmans wordt op 26-05-1944 gefusilleerd in de Loonse en Drunense duinen.

Achtergrond

Wilhelmus Adrianus Josephus (Wim) Berkelmans is geboren op 31 maart 1912 in Tilburg. Wim is de zoon van Joannes Antonius Berkelmans (1879-1920) en Augusta Philomena Haans (1881-1962). Vader en moeder, gehuwd in 1909, krijgen vijf kinderen: drie dochters en twee zonen. Wim is het tweede kind. Vader is huisschilder en in het jaar voor zijn dood ook herbergier: hij sterft als Wim acht jaar oud is. Moeder is winkelierster in koloniale waren. Het Rooms-Katholieke gezin Berkelmans-Haans woont voor de oorlog achtereenvolgens op Hasseltstraat 266 en 297, Koestraat 22, Schrassertstraat 21, Paduastraat 7 en Pironstraat 49. In de periode 1922-1929 woont Wim niet thuis, maar bij de Fraters van Tilburg. Wim verblijft van april 1922 (hij is dan tien jaar) tot april 1924 op Capucijnenstraat 76. Daar zit het Sint Antoniusgesticht met het klooster en het weeshuis van de Fraters. Vervolgens gaat hij tot eind september 1925 naar Gasthuisstraat 68 (het Moederhuis van de Fraters), waarna hij wordt ingeschreven bij de kweekschool van de Fraters op Kloosterstraat 22 in Goirle (Sint Franciscus van Sales). In augustus 1926 vertrekt Wim uit Goirle naar Sint Stanislaus, de kweekschool van de Fraters voor onderwijzers op Fraterstraat 3 in Tilburg. Daar blijft hij tot eind 1929, wanneer hij naar het ouderlijk huis terugkeert. Wim’s opleiding op de kweekschool heeft niet geleid tot een wijding tot Frater of een loopbaan als onderwijzer. Hij wordt eerst kantoorbediende, daarna reiziger en tenslotte ambtenaar bij de Gemeentesecretarie, 5e afdeling (Bevolking, Burgerlijke Stand, Militaire Zaken) op Markt 5 in Tilburg. Wim trouwt in 1936 in Tilburg met Maria Gerarda Hamers (1915), dienstbode. Het echtpaar woont achtereenvolgens op Veldstraat 46, Abraham Kuiperstraat 42, Herstalse straat 22, Tongerlose Hoefstraat 111 en -als laatste adres voor Wim- Lieven de Keijstraat 40. Het echtpaar krijgt drie kinderen: Augusta (1937), Petronella (1938) en Joannes (1941)[1].

Ambtenarenverzet

Begin 1944 is het gemeentebestuur van Tilburg nog steeds gevrijwaard van penetratie door de Nationaal-Socialistische Beweging, de NSB. Weliswaar kan de aanstelling van NSB-ers bij de gemeente niet helemaal voorkomen worden en is de commissaris van politie Duitsgezind, maar voor de rest verwerft de NSB weinig posities van strategisch belang. Het overheidspersoneel in Tilburg is overwegend anti-Duits en een aantal ambtenaren werkt mee aan het verzet op het gemeentehuis, bij het gewestelijk arbeidsbureau en bij de gemeentelijke diensten. Vooral het Evacuatiebureau is een centrum van illegaal werk. Het Evacuatiebureau is een onderafdeling van de afdeling Bevolking van de gemeentesecretarie en heeft tot taak evacués van elders in Tilburg onder te brengen. Chef van het Evacuatiebureau is J. Th. P. M. Poort. Hij is actief in het ambtenarenverzet en heeft in de loop van 1943 doelbewust extra personeelsleden aangetrokken, zoals ondergedoken studenten, van wie hij denkt dat ze geschikt zijn voor illegaal werk. Dit extra personeel doet vooral werk voor de Landelijke Organisatie voor Hulp aan Onderduikers (LO): zij brengen bonkaarten, identiteitspapieren en geld rond bij de onderduikers in Tilburg. Poort heeft contacten met de leiding van de LO en met de KP-Soest, een knokploeg die voor de LO werkt[2].

“Rauterzegels”
Rauterzegels 1943-Oorlogsbronnen.jpg
Bron: Netwerk Oorlogsbronnen

Poort maakt van zijn contacten met de KP-Soest gebruik voor een verzetsactie die geschiedenis zou maken en waarvoor hij zelf het scenario heeft geschreven: de overval op de afdeling Bevolking aan de Markt in Tilburg op 25 januari 1944. Deze overval, die ook beroemd is geworden als de Zegeltjeskraak, is uitgevoerd door leden van de KP-Soest en een aantal Tilburgse ambtenaren. Zij stelen die dag uit de klus van de afdeling Bevolking 105.000 zogenaamde “Rauterzegels”, plus blanco persoonsbewijzen. De actie verloopt geweldloos, er valt geen schot. De zegels, genoemd naar Rauter, de “Generalkommissar” voor Openbare Orde en Veiligheid, zijn onmisbaar voor onderduikers en verzetsmensen. In 1943 heeft de bezetter namelijk besloten een nieuwe, de “tweede” distributiestamkaart in te voeren, die in juni 1944 effectief wordt. Om de nieuwe kaart te kunnen krijgen moet een aanvrager diens persoonsbewijs door een ambtenaar van de afdeling Bevolking laten controleren aan de hand van gegevens uit het bevolkingsregister. De ambtenaar moet vervolgens een controlezegel plakken op het persoonsbewijs en op de oude (eerste) distributiestamkaart als teken van echtheid. Op vertoon van de oude stamkaart-met-zegel bij de plaatselijke Distributiedienst krijgt de aanvrager vervolgens de nieuwe distributiestamkaart met een inlegvel. Daarna kan de aanvrager weer gebruik maken van de officiële voedselvoorziening. Illegalen met een vals persoonsbewijs dat controle met gegevens in het bevolkingsregister niet kan doorstaan, zouden door de invoering van de tweede distributiestamkaart geen gebruik meer kunnen maken van de officiële voedselvoorziening. En dat is exact de bedoeling van Rauter. De succesvolle Zegeltjeskraak zorgt er echter voor dat illegalen in heel Nederland op tijd de benodigde zegels, nieuwe stamkaarten en inlegvellen krijgen[3].

Tweede Distributiestamkaart met inlegvel
Tweede Distributiestamkaart, 1.1.1945-Oorlogsbronnen.jpg
Bron: Netwerk Oorlogsbronnen


Wim Berkelmans heeft Poort geholpen met de voorbereiding van de Zegeltjeskraak. Wim zou ook aan de uitvoering meedoen, maar dat is niet doorgegaan. Op woensdag 19 januari vertelt Wim namelijk aan Poort dat op vrijdag 21 Januari een aanslag wordt gepleegd op politieagent Piet Gerrits, waarbij Wim zelf is betrokken. Daarop besluit Poort om Wim door een andere ambtenaar te vervangen. De vervanger heet Huib Simons, die net als Wim ambtenaar is op de afdeling Bevolking. Poort raadt Wim dringend aan onder te duiken[4].

Verzetsgroep van Wim Berkelmans

Wim Berkelmans pleegt samen met anderen tijdens de oorlog vooral verzet tegen de Duitse bezetter door het verstrekken van valse identiteitspapieren. Begin 1944 is hij een sleutelpersoon binnen een verzetsgroep in Tilburg die bestaat uit zeven personen, inclusief Wim zelf: Rob van Spaendonck, wollenstoffenfabrikant in Tilburg; Harry Verbunt, ambtenaar bij het Gewestelijk Arbeidsbureau (GAB) in Tilburg; Barend Busnac, leerling-journalist uit Amsterdam; Albert Meintser, kunstschilder uit Amsterdam; Toon van Beek, agent van politie in Tilburg; Karel Aarts, ambtenaar bij het GAB in Tilburg. De verzetsgroep is van plan een moordaanslag te plegen op Piet Gerrits[5].

Voor Toon van Beek en Karel Aarts zijn op deze Wiki geen lemma’s geschreven: in tegenstelling tot de andere groepsleden hebben zij de oorlog namelijk overleefd. Daarom worden beiden hieronder geïntroduceerd. Antonius Josephus Maria (Toon) van Beek is in Eindhoven geboren op 12 mei 1915 als zoon van Johannes van Beek, huisschilder, en van Johanna Maria van Eersel. Het Rooms-Katholieke gezin van Beek-van Eersel woont in Eindhoven, het echtpaar krijgt dertien kinderen (elf jongens, twee meisjes). Toon is het achtste kind. Hij trouwt in 1941 met Laura Camilla de Paepe in Tilburg, waar hij politieagent is. Zij krijgen drie kinderen en wonen op Pagestraat 45 in Tilburg. Laura zit tijdens de oorlog in het verzet, net als Toon. Toon sterft in 1987 in Tilburg[6].

Carolus Wilhelmus Johannes (Karel) Aarts wordt geboren in de Tilburgse wijk Veldhoven op 12 september 1907. Hij is de jongste van twee kinderen (zoons) van Fredericus Jacobus Aarts, zadelmaker, en Johanna Henrica Gerrese. Vader sterft in 1921, zijn gezin woont op dat moment op Noord-Besterdstraat 92. In 1925 verhuist moeder Johanna met haar zoons naar de Enschotsestraat, waar zij eerst op nummer 120 wonen en vanaf 1935 op nummer 141. Karel blijft tot 1964 op dit laatste adres wonen. Hij trouwt in 1947 met Helena Catharina Theodora Emerentiana van Rijzewijk en hij sterft in 1977 in Tilburg. Tijdens de oorlog werkt Karel als ambtenaar bij het GAB in Tilburg, net als Harry Verbunt[7].

Mislukte aanslag op politieagent Piet Gerrits

Petrus Johannes (Piet) Gerrits wordt op 29 januari 1896 geboren in Gilze. Hij krijgt in mei 1919 een aanstelling als agent bij de gemeentepolitie Tilburg. In oktober 1940 wordt Gerrits lid van de NSB en in juli 1941 legt hij de gelofte van trouw af aan de NSB en de partijleider. Gerrits fungeert als verbinding tussen de Sicherheitsdienst (SD) en de gemeentepolitie. Eind 1943 wordt hij belast met het opsporen van illegale personen en het uitvoeren van opdrachten van de SD. Tijdens de oorlog arresteert hij onder meer tientallen Joden[8].

Politieagent Piet Gerrits
Piet Gerrits in uniform

In januari 1944 arresteert agent Piet Gerrits een Joods echtpaar uit Rotterdam dat valse persoonsbewijzen heeft op naam van J. Merchers en A. van Bremen. De echtelieden heten in werkelijkheid Eugène Samuel van Messel en Antje Mogendorff. Zij worden gedeporteerd naar Duitsland: Antje zal de oorlog overleven, Eugène sterft in mei 1945 in Oranienburg. De persoonsbewijzen voor het echtpaar zijn gemaakt door Wim Berkelmans en aan het echtpaar overhandigd door Toon van Beek. Wim is bang dat Gerrits de betrokkenheid van hem en van Beek zal ontdekken. Hij bespreekt het probleem met van Spaendonck, Verbunt, van Beek en Aarts. Samen zien zij geen andere mogelijkheid dan een moordaanslag op Gerrits te plegen. Wim duikt conform het dringende advies van Poort onder. Hij gaat naar Amsterdam en houdt van daaruit contact met de anderen in Tilburg. Zoals het lemma van deze gebeurtenis beschrijft wordt de aanslag uitgevoerd op 24 januari 1944. De aanslag wordt verraden en mislukt. Albert Meintser wordt ter plekke aangehouden, Barend Busnac de volgende dag. Rob van Spaendonck, Harry Verbunt, Karel Aarts en Toon van Beek volgen het voorbeeld van Wim die al is ondergedoken; zij vluchten naar onderduikadressen. Van Beek ontsnapt aan arrestatie en belandt in het oosten van Nederland, waar hij verder gaat met zijn verzetswerk en de oorlog overleeft. De andere vier worden eind februari 1944 alsnog gearresteerd door de SD.[9]

Arrestaties

Voor zijn arrestatie komt Wim Berkelmans vanuit zijn onderduikadres in Amsterdam in Almelo terecht. Dit gebeurt met hulp van Dolf Hendriks van de TD-Groep. Wim heeft connecties in deze groep. Hendriks op zijn beurt heeft contacten met de KP-Soest die betrokken is geweest bij de beschreven zegeltjeskraak in Tilburg. De afkorting TD verwijst naar de al genoemde tweede distributiestamkaart. De TD-groep heeft een landelijk netwerk van contacten met ambtelijke instanties, die de groep kunnen helpen bij haar streven om de tweede distributiestamkaart te saboteren. Wim heeft bij aankomst in Almelo zijn tas bij zich, met daarin exemplaren van de tweede distributiestamkaart. In Almelo neemt hij deel aan illegale activiteiten van de groep Blok. De groep is opgezet door Amsterdamse studenten die vanuit Almelo opereren. De groep Blok regelt distributiekaarten en verzorgt Joodse onderduikers[10].

Strafgevangenis Arnhem
Koepelgevangenis Arnhem 1910 - Gelders Archief 18157.jpg
Bron: Gelders Archief
Fragment brief van Wim Berkelmans uit Arnhem
Bron: RAT Fotonummer 013736

Op 23 maart gaat Wim in Almelo naar de kapper. Hij heeft zijn tas met papieren bij zich. Bij de kapper zit een bewaker van het plaatselijke Huis van Bewaring. De bewaker denkt Wim te herkennen als een van de personen die de dag ervoor een geslaagde overval op het Huis van Bewaring hebben gepleegd om twee gevangenen te bevrijden. (De bewaker vergist zich overigens, want Wim is niet een van de overvallers.) De bewaker maakt melding van zijn waarneming, waarna de politie en later de SD worden ingeschakeld. De politie gaat de kapperszaak binnen. De kapper houdt Wim’s tas achter, maar wanneer de politie Wim fouilleert, worden bonkaarten gevonden. Wim wordt aangehouden en komt terecht in strafgevangenis “De Koepel” aan de Wilhelminastraat in Arnhem. Hij wordt ingesloten in cel 156, een van de 200 cellen van de strafgevangenis. Directeur van de Koepel is J.L.C. Lignian, maar in de praktijk wordt de gevangenis geleid door huismeester J. Dijksterhuis. De pro-Duitse huismeester heeft contacten bij de SD en doet zijn best om de bewakers te belemmeren de politieke gevangenen in de Koepel te helpen. In zijn cel, die hij deelt met een andere illegaal werker, schrijft Wim op 30 april 1944 een briefje aan zijn vrouw dat desondanks naar buiten is gesmokkeld. Hij schrijft dat hij het naar omstandigheden redelijk goed maakt, zeer godsdienstig is geworden en nog niet in zwaar verhoor is geweest. Hij heeft goede hoop op een spoedig weerzien met zijn gezin. Het loopt anders. Vanuit de strafgevangenis wordt Wim overgebracht naar Kamp Haaren. In Kamp Haaren zijn inmiddels ook Busnac, Meintser, Verbunt, Aarts en van Spaendonck terechtgekomen. Ook Joop de Jong zit in Haaren. De Jong, die Verbunt en Aarts aan onderduik (in Doorn) heeft geholpen, is eind februari 1944 samen met hen in Doorn gearresteerd[11].

Kamp Haaren

Kamp Haaren, een van de 14 buitenkampen van Kamp Vught, bestaat van eind 1941 tot medio september 1944. SS Obersturmführer Friedrich Beeck is in 1944 de kampcommandant. De gevangenen in Haaren doen administratieve werkzaamheden voor de “Befehlshaber der Sicherheitspolizei und des SD”. Het kamp is ingericht in het gebouw van het vroegere Grootseminarie van ’s Hertogenbosch. Het is tot begin 1943 een gijzelaarskamp en vanaf eind 1942 een politiegevangenis van de SD (“Polizeigefängnis und Untersuchungs Gefängnis”). Een aantal bekende Nederlanders heeft in het gijzelaarskamp gezeten, zoals de historicus Johan Huizinga, de schrijver Simon Vestdijk, Frits Philips (de president-directeur van Philips), en de cabaretier Lou Bandy. De SD onderscheidt de arrestanten in de politiegevangenis in twee groepen. De eerste groep bestaat uit gearresteerden wegens “Grenzüberstritt” (“grensoverschrijders”). In totaal heeft deze groep circa 1350 gevangenen geteld, onder wie parachutisten, piloten en pilotenhelpers, Joden, onderduikers, smokkelaars en ontsnapte gevangenen. De tweede groep, aangewezen voor onderzoek (“Untersuchung”), heeft in totaal ongeveer 1750 gearresteerden bevat uit verzet en spionage. Onder hen zijn gedropte agenten uit het Englandspiel, medewerkers van de illegale krant “Trouw” (de Trouwgroep) en de gearresteerden van de verzetsgroep van Wim Berkelmans. Van de tweede groep zijn ongeveer 85 personen gefusilleerd[12].

Kamp Haaren
Groot seminarie Haaren.jpg
Bron: www.gedenkplaats-haaren.nl

Sinds 1 mei 1943, na de aankondiging ervan door Rijkscommissaris Seyss-Inquart in reactie op de April-meistakingen van 1943, geldt voor het hele land het politiestandrecht. Zeven politiestandgerechten worden opgericht, waaronder het “Polizeistandgericht Herzogenbusch”. De rechtspraak gebeurt door een college dat bestaat uit een SS-rechter als president en twee SS-officieren. Zij zijn bevoegdheid bepaalde sabotagehandelingen te berechten. De vonnissen van het politiestandgerecht zijn streng, veelal wordt de doodstraf opgelegd en kort daarna uitgevoerd. Op 24 mei 1944 houdt het politiestandgerecht van Den Bosch zitting in een zaal van de politiegevangenis in Haaren. 15 gevangenen uit de politiegevangenis worden voorgeleid, onder wie de gearresteerde leden van de verzetsgroep van Wim. Aanvankelijk veroordeelt het politiestandgerecht alle 15 ter dood. De leden van de groep van Wim, inclusief Karel Aarts, krijgen de doodstraf vanwege de aanslag op Piet Gerrits. Voor Verbunt, Busnac en De Jong komt daar nog bij dat ze volgens de Duitsers onbevoegd een vuurwapen in bezit hebben gehad. Op het laatste moment wordt de doodstraf van Aarts omgezet in 15 jaar tuchthuis. Aarts gaat op 17 augustus 1944 vanuit Haaren naar Kamp Vught en wordt, zo vertelt hij na de oorlog, vanuit Vught naar Duitsland gedeporteerd. Daar komt hij terecht in Kamp Sachsenhausen en vervolgens in Kamp Rathenau, een subkamp van Sachsenhausen. In kamp Rathenau wordt hij in 1945 door Russische troepen bevrijd[13].

Fusillades in de Loonse en Drunense Duinen

Op 26 mei 1944 worden de 14 ter dood veroordeelden in Kamp Haaren uit hun cel gehaald. Zij worden met vrachtauto’s van de “Grüne Polizei” naar de Loonse en Drunense duinen vervoerd, naar een plek dichtbij restaurant Bosch en Duin. Onder hen zijn Wim Berkelmans, van Spaendonck, De Jong, Verbunt, Busnac en Meintser. Na aankomst worden de 14 mannen in twee groepen van elk zeven man ingedeeld. Vervolgens worden beide groepen na elkaar gefusilleerd. De “Höhere SS-und Polizeiführer Nordwest” plaatst op 26 en 27 mei 1944 een mededeling in de kranten waarin staat dat het doodvonnis is voltrokken. Drie stafleden uit Kamp Haaren zijn bij de terechtstelling aanwezig: Albert Blankennagel, Sturmscharführer en ondercommandant, Erich Liebing, chauffeur en kampbewaker, en Friedrich Böhm, Oberscharführer en kampbewaker. Aanwezig is ook de arts Dr. Ernst Zärtl, die de dood van de gefusilleerden moet vaststellen. Na de oorlog zijn deze vier mannen naar Nederland gehaald om de plaats van de fusillades aan te wijzen. Ondanks deze en andere zoekacties zijn de stoffelijke resten van de gefusilleerden nooit gevonden[14].

In Udenhout is achter restaurant Bosch en Duin een oorlogsmonument geplaatst ter nagedachtenis van de gefusilleerden. Het monument is op 26 mei 2005 onthuld. In 1950 is in Tilburg een straat naar Wim vernoemd, de Wim Berkelmansstraat. Postuum wordt aan Wim het Verzetsherdenkingskruis toegekend dat in 1980 is ingesteld. Wim’s weduwe Maria Gerarda ontvangt een weduwen-en wezenpensioen van f.195.- per maand. Zij blijft met haar drie kinderen wonen in de Lieven de Keijstraat 40 in Tilburg, tegen een wekelijkse huur van F. 5,50. Maria Gerarda zal in november 1947 hertrouwen met Hendrik Roost[15].

Herdenkingsplaquette ter nagedachtenis aan Wim Berkelmans.

Gebeurtenis

Bronnen (selectie)

Dit is een selectie van bronnen, in de noten staan alle gebruikte bronnen.

Literatuur (selectie)

Dit is een selectie van de gebruikte literatuur, in de noten staat alle literatuur.

  • Ad de Beer, Zo maar een stad. Tilburg 1940-1945. Stichting tot Behoud van Tilburgs Cultuurgoed, Tilburg 1994.
  • Ad de Beer en Gerrit Kobes, Het leven gebroken. De geschiedenissen van de Tilburgers die als gevolg van de strijd tegen Duitsland en de bezetting van Nederland om het leven kwamen, Tilburgse Bronnenreeks 4, Tilburg 2002.
  • Rob van Putten, Vier verzetsstrijders geëerd met een straatnaam, Tilburg, Tijdschrift voor geschiedenis, monumenten en cultuur, jrg. 36 nr. 2, 2018.
  • Rob van Putten, Piet Gerrits, Tilburgs meest gehate politieagent, Tilburg, Tijdschrift voor geschiedenis, monumenten en cultuur, jrg 37, nr 2, 2019.
  • Rob van Putten, Het Gewestelijk Arbeidsbureau te Tilburg, 1941-1944, Tilburg, 2022.

Externe links

Bijlage - Terugblik op het Verraad

De aanslag op Piet Gerrits is op de avond van de aanslag, 24 januari 1944, verraden door Karel Aarts. Op 4 juli 1945 verhoort de Tilburgse Politie Recherche Afdeling (PRA) Barones Johanna Petronella van Heekeren van Brandsenburg over de aanslag. De Barones is de echtgenote van Fred Ouwerling, heerbancommandant van de Weer Afdeling (WA) van de NSB en voormalig gemeentearchivaris van Tilburg. Tijdens het verhoor verklaart de Barones dat zij door een onbekende persoon was opgebeld die haar zei agent Gerrits te waarschuwen omdat Gerrits in levensge¬vaar verkeerde. De Barones informeerde vervolgens Hendrik Boersma, korpschef van de Tilburgse politie en P.P.J. Pitz, kringleider van de NSB in Tilburg, over het voorval. Een aantal weken na de mislukte aanslag kwam bij haar, aldus de Barones, een meisje aan de deur. Ze stelde zich voor als de verloofde van de onbekende persoon die naar de Barones heeft gebeld en vertelde de Barones dat die onbekende persoon Aarts heet[16].

Barones van Heekeren van Brandsenburg
Barones van Heekeren van Brandsenburg-Beeldbank WO2, 156135.jpg
Bron: Beeldbank WO2

Piet Gerrits bevestigt op 4 juli 1945 tijdens zijn verhoor door de PRA de verklaring van de Barones: volgens hem heeft Karel Aarts ‘s avonds rond 7 uur de Barones op de hoogte gesteld van de aanslag. Gerrits verklaart ook dat hij destijds via een ander door Pitz is gewaarschuwd voor de aanslag en dat hoofdagent Steenveld hem namens Boersma verbood zijn woning te verlaten (wat Gerrits overigens toch deed; wel nam hij die avond een andere route dan gewoonlijk tussen zijn woning in de Le Sage ten Broekstraat en het hoofdbureau van politie aan de Bisschop Zwijsenstraat). Tenslotte verklaart Gerrits dat hij aanwezig was bij het verhoor van Karel Aarts in Kamp Haaren. Aarts heeft toen volgens Gerrits gezegd dat hij de Barones van de aanslag op de hoogte had gesteld. Journalist Rudolph Constantinus Maria Emich verklaart tegenover de PRA dat hij op 24 mei 1944 samen met onder anderen Busnac in cel 105 in Kamp Haaren zat. Volgens Emich vertelde Busnac hem dat Aarts had gezegd dat hij de politie voor de aanslag had gewaarschuwd[17].

Aarts zelf verklaart bij de PRA dat hij had gemeend dat van de aanslag op Gerrits niets zou terechtkomen; Busnac en Meintser, die de aanslag zouden plegen, waren volgens hem nog kinderen. Aarts wilde niet met Busnac en Meintser samenwerken. Het werd de twee volgens Aarts afgeraden om de aanslag te plegen, maar Busnac en Meintser wilden doorzetten. Aarts besloot zich uit de aanslag terug te trekken en belde vanuit het kantoor van het Arbeidsbureau op de Heuvel met de Barones – hij durfde niet Gerrits zelf te bellen, zo verklaart Aarts[18].

De vraag waarom Aarts nu juist met de Barones heeft gebeld is nooit beantwoord. Bekend is wel dat het adres en telefoonnummer van haar echtgenoot gewoon in het adresboek van Tilburg van 1943 staan: “Ouwerling, F.H.M., gem. ambt., Zomerstr 54, tel 5136”. De Barones was dus eenvoudig te bereiken, als men althans met haar naam en adres bekend was. En in elk geval in NSB-kringen was dat het geval. Op 5 februari 1943 rapporteert Volk en Vaderland, het weekblad van de NSB, namelijk het volgende. De Barones werd in 1933 lid van de NSB. De NSB kreeg via het woonhuis van het echtpaar voor het eerst vaste voet in Noord-Brabant en hun woning groeide gestaag uit tot de “geestelijke centrale der NSB in het Zuiden”. NSB’ers hielden er vergaderingen en besprekingen, sprekers die naar Noord-Brabant kwamen logeerden er [19].

Noten

  1. RAT 16 Burgerlijke Stand geboorten Tilburg, 1879, 1881, 1912; RAT Burgerlijke Stand huwelijken Tilburg 1909 en 1936; RAT 16 Burgerlijke Stand overlijden Tilburg 1920 en 1962; RAT 918 Bevolkingsregister Tilburg 1900-1939; RAT 1182 Collectie Adresboeken van Tilburg 1911 t/m 1948; RAT 565, invnr. 214; Ronald Peeters, Onroerend erfgoed van de Fraters van Tilburg in het Tilburgse straatbeeld, in Tilburg, Tijdschrift voor geschiedenis, monumenten en cultuur, Tilburg, jrg. 37 nr. 2; Charles van Leeuwen, De helpende hand van de fraters. 175 jaar fratergeschiedenis in hoofdlijnen, in Tilburg, Tijdschrift voor geschiedenis, monumenten en cultuur, Tilburg, jrg. 37 nr. 2; https://www.erfgoedkloosterleven.nl/; https://rijksmonumenten.nl/monument/517007/st-franciscus-van-sales/goirle/; Brabants Erfgoed, Stadsmuseum Tilburg, gedenksteen WAJ Berkelmans (1912-1944).
  2. Het Koninkrijk der Nederlanden in de Tweede Wereldoorlog - Deel 7 – Mei '43 – juni '44 (2e band), Hoofdstuk 6, Hulp aan onderduikers, p.689-690.
  3. https://raadvankerkentilburg.nl/wp-content/uploads/2018/01/stuikelstenenwandeling-voor-het-web-1.pdf; Ad de Beer, Zo maar een stad, H4 Overval op afd. Bevolking; RAT 565 Inv. archief gemeentebestuur Tilburg nr. 168 – WAJ Berkelmans; passages uit C. Hilbrink, De illegalen. Illegaliteit in Twente & het aangrenzende Salland 1940-1945. Den Haag, SDU 1989
  4. Ad de Beer, Zo maar een stad. Tilburg 1940-1945. Stichting tot Behoud van Tilburgs Cultuurgoed, Tilburg 1994; Ad de Beer en Gerrit Kobes, Het leven gebroken. Stichting tot Behoud van Tilburgs Cultuurgoed, Tilburg 2002.
  5. https://wikimiddenbrabant.nl/Laura_de_Paepe; RAT 484 Inventaris archief gemeentebestuur Tilburg nr. 4250; Rob van Putten, Piet Gerrits, Tilburgs meest gehate politieagent, Tilburg, Tijdschrift voor geschiedenis, monumenten en cultuur, jrg. 37, nr. 2, 2019; Delpher, Algemeen Handelsblad 26.5.1944; Delpher, Dagblad van Noord-Brabant 27.5.1944; Henk Peters, Oorlogsmonumenten in Nationaal Park de Loonse en Drunense Duinen. Uitgever “’t Schoor, Heemcentrum voor Udenhout en Biezenmortel, 2019.
  6. BHIC 550 BS Geboorten Eindhoven akte 69; RAT 16 BS Huwelijken Tilburg akte 167; RHCE BR Eindhoven 1900-1920, f63; RHCE (OpenArch) BR Eindhoven 1921-1938; RAT 565, Inventaris 96, A.J.M. van Beek; RAT 410 Bidprentjes; Rob van Putten, Vier verzetsstrijders geëerd met een straatnaam, Tilburg, Tijdschrift voor geschiedenis, monumenten en cultuur, jrg. 36 nr. 2, 2018.
  7. RAT 16 BS Tilburg geboorten akte 1250, 12.9.1907; RAT 918 BR Tilburg 1900-1910, dl1516, f140; RAT 1182, Collectie adresboeken Tilburg, Adresboeken 1934, 1937, 1943, 1948, 1953, 1958, 1963; Rob van Putten, Vier verzetsstrijders geëerd met een straatnaam, Tilburg, Tijdschrift voor geschiedenis, monumenten en cultuur, jrg. 36 nr. 2, 2018.
  8. Rob van Putten, Piet Gerrits, Tilburgs meest gehate politieagent, Tilburg, Tijdschrift voor geschiedenis, monumenten en cultuur, jrg. 37, nr. 2, 2019.
  9. Rob van Putten, Vier verzetsstrijders geëerd met een straatnaam, Tilburg, Tijdschrift voor geschiedenis, monumenten en cultuur, jrg. 36 nr. 2, 2018; Rob van Putten, Piet Gerrits, Tilburgs meest gehate politieagent, Tilburg, Tijdschrift voor geschiedenis, monumenten en cultuur, jrg. 37, nr. 2, 2019; Ad de Beer en Gerrit Kobes, Het leven gebroken, Stichting tot Behoud van Tilburgs Cultuurgoed, Tilburg, 2002; Delpher; Nieuwsblad van het Zuiden 26.5.1984; RAT 565, Inventaris 96, A.J.M. van Beek; Arolsen 1.2.4 Various Organizations; Arolsen 1.1.46 Westerbork Assembly and Transit Camp.
  10. RAT 565 Inv. archief gemeentebestuur Tilburg nr. 168 – WAJ Berkelmans; passages uit C. Hilbrink, De illegalen. Illegaliteit in Twente & het aangrenzende Salland 1940-1945. Den Haag, SDU 1989; Netwerk Oorlogsbronnen – Groep Blok; https://www.canonvannederland.nl/nl/utrecht/regio-eemland/leusden/karel-brouwer; Hans Buiter en Ignace de Haes, Het geruisloze verzet: de geschiedenis van de TD-verzetsgroep tijdens de Duitse bezetting. Kerk en Vrede, 1988; in: https://nl.wikisage.org/wiki/TD-groep#Leden.
  11. Netwerk Oorlogsbronnen; RAT 565, invnr. 214; Brief van Gemeente Tilburg, Secretarie 1e Afdeling, aan Het Secretariaat van H.M. de Koningin Afd. Oorlogsslachtoffers, 15 December 1945; RAT 484 Inv. archief gemeentebestuur Tilburg nr. 4350 – WAJ Berkelmans, Brief van burgemeester van Tilburg aan secretariaat van H.M. de Koningin, Afd. oorlogsslachtoffers, 18.7.1946; RAT 565, Invnr. 168, Wim Berkelmans Laatste brief van Wim Berkelmans; RAT 565 Inv. archief gemeentebestuur Tilburg nr. 168 – WAJ Berkelmans; passages uit C. Hilbrink, De illegalen. Illegaliteit in Twente & het aangrenzende Salland 1940-1945. Den Haag, SDU 1989; Delpher; Nieuwsblad van het Zuiden 30.5.1964; Dick Kaajan, Nieuw licht op arrestatie en bevrijding van Frits de Zwerver in mei 1944, Elfde bulletin van de Tweede Wereldoorlog; The Wayback Machine – www.arneym.nl; Rob van Putten, Vier verzetsstrijders geëerd met een straatnaam, Tilburg, Tijdschrift voor geschiedenis, monumenten en cultuur, jrg. 36 nr. 2, 2018; Rob van Putten, Piet Gerrits, Tilburgs meest gehate politieagent, Tilburg, Tijdschrift voor geschiedenis, monumenten en cultuur, jrg. 37, nr. 2, 2019.
  12. https://www.concentratiekampen.eu/; https://www.gedenkplaats-haaren.nl/; https://www.oorlogsbronnen.nl/thema/Kamp%20Haaren; https://www.4en5mei.nl/oorlogsmonumenten/zoeken/952/haaren-monument-in-het-voormalig-grootseminarie; Archieven.nl, 250j Gijzelaarskampen (NIOD); https://gedenkplaats-haaren.5701crossmedia.nl/wp-content/uploads/2023/03/25-Johannes-Wilhelmus-van-Eijk.pdf.
  13. https://www.gedenkplaats-haaren.nl/collectie/verhalen/polizei-und-untersuchungs-gefangnis/; Rob van Putten, Vier verzetsstrijders geëerd met een straatnaam, Tilburg, Tijdschrift voor geschiedenis, monumenten en cultuur, jrg. 36 nr. 2, 2018; von Freitag Drabbe Kunzel, Het recht van de sterkste. Duitse strafrechtspleging in bezet Nederland, Amsterdam, Bert Bakker, 1999; Mededeling van de höhere SS-und Polizeiführer Nordwest, in Delpher, Dagblad van Noord-Brabant 27.5.1944; Rob van Putten, Piet Gerrits, Tilburgs meest gehate politieagent, Tilburg, Tijdschrift voor geschiedenis, monumenten en cultuur, jrg. 37, nr. 2, 2019; Delpher, Algemeen Handelsblad 26.5.1944; Delpher, Dagblad van Noord-Brabant 27.5.1944; NA 2.19.255.01 408A, Persoonsdossier OGS Carolus Wilhelmus Johannes Aarts; Arolsen ITS 6.3.1.1. KL Herzogenbusch - Kaart Carolus W.J. Aarts; Archief Kamp Vught, Registratiekaart 250G, Carolus W.J. Aarts; Rob van Putten, Vier verzetsstrijders geëerd met een straatnaam, Tilburg, Tijdschrift voor geschiedenis, monumenten en cultuur, jrg. 36 nr. 2, 2018; oorlogsbronnen.nl; RAT 565, Inventarisnr. 37 Documentatie Fusillade Drunense Duinen: Tilburgsche Courant, 5.6.1945.
  14. Delpher; Algemeen Handelsblad 26.5.1944; Dagblad van Noord-Brabant 27.5.1944; Rob van Putten, Vier verzetsstrijders geëerd met een straatnaam, Tilburg, Tijdschrift voor geschiedenis, monumenten en cultuur, jrg. 36 nr. 2, 2018; http://www.4en5mei.nl/herdenken-en-vieren/oorlogsmonumenten/monumenten_zoeken/oorlogsmonument/2716; https://www.gedenkplaats-haaren.nl/collectie/verhalen/polizei-und-untersuchungs-gefangnis/; Delpher, Algemeen Handelsblad 26.5.1944; Delpher, Dagblad van Noord-Brabant 27.5.1944; Rob van Putten, Piet Gerrits, Tilburgs meest gehate politieagent, Tilburg, Tijdschrift voor geschiedenis, monumenten en cultuur, jrg. 37, nr. 2, 2019; RAT archief 565, Invnr. 37 Documentatie Fusillade Drunense Duinen: Brief van de Burgemeester van Drunen aan de Burgemeester van Bergen op Zoom, 6.11.1945; Delpher; Nieuwsblad van het Zuiden 30.5.1964; RAT 565, Inventaris van de collectie documentatie Tilburg 1940-1945, 1949-1995.
  15. Rob van Putten, Vier verzetsstrijders geëerd met een straatnaam, Tilburg, Tijdschrift voor geschiedenis, monumenten en cultuur, jrg. 36 nr. 2, 2018; RAT 565, Inventarisnr. 168 Wim Berkelmans: Gemeenteblad 1950 nr. 45; Registers van Dragers Verzetsherdenkingskruis, https://wwiinetherlandsescapelines.files.wordpress.com/2016/09/aa-bouwman-pg-65-83.pdf; RAT 484 Inv. archief gemeentebestuur Tilburg nr. 4350 – WAJ Berkelmans, Rapport van de hoofdagent van politie rechercheur Remmen, 11.7.1946; Delpher, Nieuwsblad van het Zuiden, 22.11.1947.
  16. RAT 565, Inventarisnr. 38/3 Proces-verbaal van de Politieke Recherche Afdeling Tilburg, nr. 1303, dossier 3832, betreffende het onderzoek inzake de aanslag op Piet Gerrits te Tilburg, 30 november 1945; Rob van Putten, Vier verzetsstrijders geëerd met een straatnaam, Tilburg, Tijdschrift voor geschiedenis, monumenten en cultuur, jrg. 36 nr. 2, 2018; Rob van Putten, Piet Gerrits, Tilburgs meest gehate politieagent, Tilburg, Tijdschrift voor geschiedenis, monumenten en cultuur, jrg. 37, nr. 2, 2019; Nationaal-Socialistische Almanak 1943, Uitgegeven in opdracht van de Organisatieleider NSB, Maliebaan 35, Utrecht.
  17. RAT 565, Inventarisnr. 38/3 Proces-verbaal van de Politieke Recherche Afdeling Tilburg, nr. 1303, dossier 3832, betreffende het onderzoek inzake de aanslag op Piet Gerrits te Tilburg, 30 november 1945; Rob van Putten, Piet Gerrits, Tilburgs meest gehate politieagent, Tilburg, Tijdschrift voor geschiedenis, monumenten en cultuur, jrg. 37, nr. 2, 2019.
  18. RAT 565, Inventarisnr. 38/3 Proces-verbaal van de Politieke Recherche Afdeling Tilburg, nr. 1303, dossier 3832, betreffende het onderzoek inzake de aanslag op Piet Gerrits te Tilburg. 30 november 1945.
  19. RAT 1182, Collectie adresboeken Tilburg, Adresboek 1943; Delpher, Volk en Vaderland, 5.2.1943 - Fr.H.M. Ouwerling. De man die zichzelf vormde; https://www.oorlogsbronnen.nl/thema/Volk%20en%20Vaderland.