Willem II (koning)
In 1831 kreeg hij het opperbevel tijdens de Tiendaagse Veldtocht. In 1831 verbleef hij met zijn staf in Tilburg en vestigde hier zijn hoofdkwartier. Als Willem niet voor staatszaken in Den Haag verbleef, woonde hij in Tilburg, aanvankelijk met een kleine hofhouding bij Thomas van Dooren aan de Steenweg (Heuvelstraat). In 1835 kocht hij twee eenvoudige huizen aan de Nieuwendijk (Bisschop Zwijsenstraat) en ging hier wonen.
In 1834 en 1835 kocht hij vijf boerenhoeven en liet hij enkele hoeven bouwen. Ook werd begonnen met de ontginning van zijn 125 hectare woeste grond tot bouw- en weiland. Aan de Koningshoeven bezat hij een tuinhuis, waar hij de zin ‘Hier adem ik vrij en voel mij gelukkig’ uitsprak. Na zijn kroning in 1840, werd hij op 29 april 1841 feestelijk in Tilburg ingehaald.
In 1842 liet hij in Tilburg een Lancierskazerne bouwen en in 1847 een paleis (Paleis-raadhuis). Dat was nog niet klaar toen Willem op 17 maart 1849 overleed. Toen zijn sterfhuis in 1873 was afgebroken, werd op die plaats het Monument koning Willem II opgericht. In 1924 werd het Standbeeld koning Willem II op de Heuvel geplaatst. Aan de koning herinneren in Tilburg ook de namen van een voetbalclub, straten, een middelbare school en een kazernegebouw. Op de plaats van zijn sterfhuis is een herdenkingsplaquette aangebracht.