Cookies helpen ons onze services aan te bieden. Door onze services te gebruiken stemt u in met het gebruik van onze cookies.

Wilhelmus van de Ven: verschil tussen versies

 
Regel 1: Regel 1:
 
'''Pater Fabianus OFM''' (Wilhelmus van de Ven) (Udenhout 1881 - Tilburg 1965) was priester en lid van de orde der [[kapucijnen]]. Daar ontving hij de kloosternaam Fabianus. Hij schreef boekjes over ouderwetse pastoors uit het Brabantse land en godsdienstige werken, zoals Kerkboek voor het katholieke meisje, Kerkboek voor de katholieke jongeman en Leeft blij in de hoop. Zijn Handboekje voor de katholieke vrouw en moeder werd decennialang gevolgd door huisvrouwen als een leidraad voor een zorgzaam huiselijk leven, waarbij de man als spil van het gezin zich volledig moest kunnen ontplooien.
 
'''Pater Fabianus OFM''' (Wilhelmus van de Ven) (Udenhout 1881 - Tilburg 1965) was priester en lid van de orde der [[kapucijnen]]. Daar ontving hij de kloosternaam Fabianus. Hij schreef boekjes over ouderwetse pastoors uit het Brabantse land en godsdienstige werken, zoals Kerkboek voor het katholieke meisje, Kerkboek voor de katholieke jongeman en Leeft blij in de hoop. Zijn Handboekje voor de katholieke vrouw en moeder werd decennialang gevolgd door huisvrouwen als een leidraad voor een zorgzaam huiselijk leven, waarbij de man als spil van het gezin zich volledig moest kunnen ontplooien.
  
[[Categorie:Religieuzen_Tilburg]]
+
[[Categorie:Religieuzen Tilburg|Ven, Wilhelmus van de]]

Huidige versie van 7 dec 2021 om 15:46

Pater Fabianus OFM (Wilhelmus van de Ven) (Udenhout 1881 - Tilburg 1965) was priester en lid van de orde der kapucijnen. Daar ontving hij de kloosternaam Fabianus. Hij schreef boekjes over ouderwetse pastoors uit het Brabantse land en godsdienstige werken, zoals Kerkboek voor het katholieke meisje, Kerkboek voor de katholieke jongeman en Leeft blij in de hoop. Zijn Handboekje voor de katholieke vrouw en moeder werd decennialang gevolgd door huisvrouwen als een leidraad voor een zorgzaam huiselijk leven, waarbij de man als spil van het gezin zich volledig moest kunnen ontplooien.