Wijnbouwers

de Wijngaard

Rij 6 bank 2 De wijngaard

Gods zorg en liefde voor zijn volk en de ondankbaarheid van zijn volk. Parabel uit Mattheüs 21,33: “Er was een huisvader die een wijngaard plantte; hij omringde hem met een muur, groef er een wijnpers in en bouwde er een toren op. Toen verpachtte hij die aan wijnbouwers en vertrok naar de vreemde. Toen nu de tijd van oogsten was gekomen, zond hij zijn knechten naar de wijnbouwers om zijn vruchten in ontvangst te nemen. Maar de wijnbouwers grepen zijn knechten aan, sloegen de ene, doodden de andere en stenigden de derde. Weer zond de eigenaar andere knechten, talrijker nog en zij behandelden hen op dezelfde wijze. Tenslotte zond hij zijn zoon tot hen, want hij dacht : mijn zoon zullen ze ontzien. Maar toen de wijnbouwers de zoon zagen komen, zeiden zij bij zichzelf ‘Dat is de erfgenaam, vooruit, laten wij hem doden en wij zullen zijn erfenis in bezit krijgen’. Zij grepen hem vast, wierpen hem buiten de wijngaard en doodden hem”.