Cookies helpen ons onze services aan te bieden. Door onze services te gebruiken stemt u in met het gebruik van onze cookies.

Weigering samenwerking Duitse politie


Er zijn tijdens de Tweede Wereldoorlog weinig organisaties in Nederland geweest, die zo zwaar onder Duitse druk zijn gebracht en zo zeer opzettelijk door de Duitsers met collaborateurs zijn geînfiltreerd, als de Nederlandse politie. Begrijpelijk was dit wel. Tenslotte was de politie de enige inheemse gewapende en geuniformeede macht, waarvan de Duitsers het bestaan moesten accepteren. Vanaf het begin stelden de Duitsers de Nederlandse politie onder strikte controle van de Duitse Polizei en werd begonnen zij de organisatie en personeel ingrijpend te wijzigen. Het doel was niet alleen de Nederlandse politie tot een betrouwbaar werktuig in hun handen te maken, maar ook de politie in het complex van SS und Polizei in te voegen. Deze nieuwe organisatie werd in het voorjaar van 1943 van kracht en was geheel op Duitse leest geschoeid. De politie in 8 grote steden werd staatspolitie onder leiding van een politiepresident. Middelgrote plaatsen hielden gemeentepolitie, maar als verlengstuk van de organisatie der staatspolitie. Kleinere plaatsen werden door de marechaussee beveiligd. In de 8 grote steden werden gesloten en gekazerneerde politiecompagnieën gelegerd, die onmiddellijk aan de plaatselijke Duitse politie-eenheden ondergeschikt waren. De Duitsers wensten een nieuwe generatie politiemensen te kweken, die in de Duitse nazi-sfeer opgleid en dienovereenkomstig geïndoctrineerd waren. Voor dit doel richtte men twee nieuwe opleidingscentra op: de Politie Officieren School te Apeldoorn en het Politie Opleidings Bataljon te Schalkhaar. 'Schalkhaar' werd berucht als het symbool van het nieuwe type van de onvaderlandslievende, nazi-achtige politieman, hetgeen niet altijd terecht was. Veel jonge mannen zagen via het Opleidings Bataljon een kans om aan de Arbeitseinsatz te ontkomen. De Duitsers accepteerden echter absoluut geen verzet in welke vorm dan ook van de nieuwe politieman. In 1943 bepaalde Rauter zelfs dat wanneer een politieman onderdook, zijn gezinsleden of naaste verwanten in het concentratiekamp Vught opgesloten zouden worden. Naarmate de oorlog voortduurde werd de neiging van het politiepersoneel om zich aan de Duitse bevelen te onttrekken groter. In april 1943 werd een Politie Compagnie in Eindhoven geformeerd. Deze gesloten eenheid, bestaande uit 132 voornamelijk jongere politiemensen, die hun opleiding hadden genoten in Schalkhaar, werd echter in juli 1943 in de Willem II kazerne te Tilburg gelegerd. In augustus 1943 dook de eerste onderwachtmeester van de PC al onder, later gevolgd door twee anderen. Een onderwachtmeester werd ontslagen omdat hij weigerde de Germaanse groet te brengen. Uiteindelijk werd hij overgebracht naar Duitsland. In november 1943 slaagden een aantal manschappen er in om tijdens het lossen van wapens een twintigtal revolvers met de nodige munitie te ontvreemden. Dit werd echter ontdekt en het viergal werd gearresteerd en via Amersfoort naar een concentratiekamp in Duitsland overgebracht. Tot begin juni 1944 doken regelmatig leden van de PCE onder. Voor de Duitsers was nu de maat vol: Op 15 augustus 1944 stond de voltallige Compagnie op het terrein van de Willem II kazerne aangetreden. Majoor Fürck van de Duitse Ordnungspolizei deelde mede dat de Compagnie naar Amsterdam werd overgeplaatst, een strafmaatregel in verband met de gedragingen van de compagnie. Vervolgens werden 30 namen afgeroepen van leden, die apart moesten gaan staan, en vertrok de rest naar Amsterdam, naar de Tulpkazerne. De achtergebleven personen werden overgenomen door de Grüne Polizei en via Amersfoort naar Duitsland gedeporteerd. De naar Amsterdam overgebrachte groep verging het minder goed. Op Dolle Dinsdag waren 16 te Wormerveer werkzame onderwachtmeesters met medeneming van hun pistolen en munitie ondergedoken. Bovendien hadden twee chauffeurs en hun begeleiders een vrachtauto leeg achtergelaten. Er werden o.m. 26 karabijnen vermist. Vervolgens doken nog een aantal leden van het PC Eindhoven en het politiebataljon Amsterdam onder. Op 11 september 1944 werd de Tulpkazerne door de Grüne Polizei bezet en het politiepersoneel ontwapend. Het personeel werd voor de keuze gesteld over te gaan naar de Duitse politie of de Landstorm dan wel te worden tewerkgesteld in het kader van de Arbeidsinzet. Het merendeel koos niet voor de Duitse politie of Landstorm en werden op transport gesteld naar Amersfoort en in oktober 1944 naar Neuengamme. Weinigen keerden hieruit terug…….. o.a. uit Tilburg: Johannes Cornelis van Beurden, Franciscus Cornelius de Laat, Willem van der Linde, Anne Oud, Johannis van Rijswijk en Albertus Johannes Vermeer

Bron: Winkler Prins, Encyclopedie van de Tweede Wereldoorlog D.M. de Jaeger, De houding van de Nederlandse Politie tijdens de Tweede Wereldoorlog in de grote steden van Brabant. (1999) J.J. Kelder, De Schalkharders. Nederlandse politiemannen naar nationaal-socialistische snit. Utrecht, 1990