Cookies helpen ons onze services aan te bieden. Door onze services te gebruiken stemt u in met het gebruik van onze cookies.

Voetbalgeschiedenis Tilburg

Door Thijs Kemmeren

Het begin

Op initiatief van de Amsterdam Marten Evert van Kuijken komt 1896 in de bovenzaal van Café-Restaurant Marinus een groep jongeren bij elkaar om een cricketvereniging op te richten: Tilburgia. Zij laten zich door een andere, eveneens uit de hoofdstad afkomstige jongeman, Gerard de Ruiter, net als Van Kuijken in opleiding bij de Werkplaats van de Staats Spoorwegen, inspireren om te gaan voetballen. De Ruiter had de sport geleerd bij het vooraanstaande Amsterdamse RAP, in de jaren voor de eeuwwisseling de beste club van Nederland. Tilburgia voetbalt in de eerste jaren van haar bestaan ,met weinig succes, vooral tegen clubs uit Breda waar het voetbal vanuit de KMA al enkele jaren eerder werd gespeeld. Van Kuijken en De Ruiter verlaten de pas opgerichte club al spoedig, net als veel van de eerste enthousiastelingen. Hun plaats wordt overgenomen door de families Van de Bergh en Arts en de clubnaam wordt in 1898, het kroningsjaar van Koningin Wilhelmina, omgezet in de Willem II, vernoemd naar de koning die in de eerste helft van de negentiende eeuw een sterke binding met de stad had.

Aan het begin van de nieuwe eeuw beschikt Willem II over een elftal talentvolle voetballers. Voor het grootste deel zijn deze afkomstig vanuit de plaatselijke Rijks HBS Willem II, zoals de uit Congo afkomstige Constant Cremer, de eerste donkere Afrikaanse voetballer in Nederland. Het kampioenschap dat dit team in 1903-1904 behaalde, was de start van de groei van voetbal in Tilburg. Al voor de Eerste wereldoorlog ontstonden er meer dan 35 voetbalclubs in de stad waarvan er nog steeds enkele, zoals GUDOK uit 1912, actief zijn. Maar ook FC Tilburg, de fusieclub van Noad, Longa en RKTVV, heeft haar wortels al voor 1914. Noad werd opgericht in 1910 en RKTVV kwam voort uit Argus, de patronaatsclub uit de parochie Hasselt. De clubs voetballen in de Nederlandse Voetbalbond (1889) of in de Brabantse Voetbalbond (1899). In 1916 verovert Willem II het landskampioenschap, het was de eerste niet-Randstedelijke club die de hoogste voetbaltitel in Nederland behaalt. Tilburgers reageren enthousiast op de behaalde titel. De spelers krijgen een heldenontvangst in de stad.

Katholieke en neutrale verenigingen

Het succes van voetbal laat de katholieke kerk niet onberoerd. Nadat de kerk aanvankelijk een grote afkeer heeft van het voetbal, geeft kapelaan Willem Binck het startsein tot de oprichting van de RK Voetbalbonden. In 1919 vond overkoepeling van deze, vanuit bisdommen georganiseerde, bonden plaats binnen de RK Federatie. Verschillende patronaatsclubs stappen over naar de rooms-katholieke bond, zoals de voetbalclub Wilhelmina uit de Hasselt, in 1921 omgedoopt tot RKTVV. RKTVV behaalt in 1920-1930 en 1931 het landskampioenschap in de RK Federatie. Tijdens het interbellum treden vanuit Tilburg veel verenigingen, opgericht in de parochies, toe tot de RK Voetbalbond. De voetbalkapelaans kregen overigens weinig medewerking vanuit het bisdom dat zich onder bisschop A.F. Diepen fel keerde tegen sport en ontspanning. Voor jongeren initieerden de RK bond het jeugdvoetbal. Daarin was men succesvoller dan de neutrale verenigingen. De clerus dacht op deze manier te voorkomen dat kinderen in aanraking kwamen met andersdenkenden, maar de spelers zelf dachten daar uiteindelijk anders over. De neutrale clubs stonden hoger aangeschreven en de beste spelers kwamen graag naar Willem II, Noad, Gudok en Longa.

In de jaren 1920-1939 ontstaat in de stad een voetbalcompetitie tussen elftallen die gevormd zijn vanuit het bedrijfsleven. Veel personeelsverenigingen, vaak ondersteund door de werkgevers richten bedrijfselftallen op die in het voorjaar en de zomer in een competitie voetbalden. Soms treden deze verenigingen toe de voetbalbond zoals SET (Sportvereniging Eras Tilburg)

Om beter toezicht te kunnen houden op de sport verplichtte de Duitse bezetter al in de eerste maanden van de oorlog een samensmelting van de sportbonden per tak van sport. De fusie van de verschillende voetbalbonden kwam snel tot stand, zodat de Tilburgse voetbalverenigingen na 1940 in dezelfde competities speelden. Die situatie bleef zo nog na de oorlog. Reden voor de katholieke kerk om de neutrale verenigingen, zoals Longa, Gudok, Noad en ook Willem II min of meer te verplichten een geestelijk adviseur te nemen.

Derby's

De vele voetbalverenigingen in de stad zorgden voor talrijke derby’s. Een derby is een symbolische weerspiegeling van de verhoudingen tussen verschillende sociale groepen: geografisch (in of tussen steden of dorpen), etnisch, religieus of sociaal. De belangrijkste stadsderby’s in de crisisjaren 1930 vonden plaats tussen Willem II, Longa en Noad. De wedstrijden gingen om meer dan het predicaat ‘de beste ploeg in de stad’, omdat Willem II de fabrikanten vertegenwoordigden, Noad de arbeiders en Longa de kantoorklerken. Vooral de wedstrijden tussen Willem II en Noad mondden uit in stevige en soms onvriendelijke ontmoetingen. In het seizoen 1934-1935 degradeert Willem II tot groot genoegen van de andere clubs, maar het gevolg was dat de stadsderby’s tegen de grootste club van Tilburg niet doorgingen.

Vanaf het begin stonden de wedstrijden tegen de clubs uit Breda en Den Bosch bekend als echte regionale derby’s. Het ging hierbij om meer dan de winst in de wedstrijd, het ging om de hoogste plaats in de steden hiërarchie. Vooral de wedstrijden tegen het Bredase NAC waren beladen.

Sportaccommodaties

In de eerste decennia hebben de meeste verenigingen problemen met het zoeken naar een goede accommodatie. Wanneer de clubs willen deelnemen aan competities stellen de bonden eisen aan de terreinen. In 1906 krijgt Willem II op de gronden van de familie Van den Bergh haar eerste, kwalitatief goede, voetbalveld met clubgebouw, ontworpen door de bekende Tilburgse architect Jan van der Valk, die in 1917 ook een tribunen bouwde. De stichting ‘Het Tilburgsche Sportpark’ liet na de Eerste Wereldoorlog aan de Goirleseweg een sportpark aanleggen voor verschillende sporten, waaronder voetbal. Aanvankelijk spelen RKTVV en Noad op deze velden, vanaf 1924 Willem II. De gemeente neemt dit sportpark na de Tweede Wereldoorlog over en bouwt er het gemeentelijk sportpark.

In het Interbellum komen er diverse sportparken tot stand, zoals het Sportpark Noord, waar RKTVV ging spelen, het stadion van Noad aan de Industriestraat alsmede de voetbalvelden van Longa aan de Spoordijk. Ook verschillende neutrale en katholieke kleinere verenigingen krijgen dan de beschikking over betere accommodaties, zoals TAC, SET en Gudok.