Cookies helpen ons onze services aan te bieden. Door onze services te gebruiken stemt u in met het gebruik van onze cookies.

Vliegtuigcrash Tilburg, Oude Kievitsche Baan.


De uitkijkposten van de Tilburgse Luchtbeschermingsdienst (LBD) hebben op 17 januari 1942 overdag geen bijzonderheden te melden. Dat verandert in de avond. Tussen 19.30 -20.30 uur worden op zeer grote hoogte meerdere vliegtuigen waargenomen. Het zijn geallieerde vliegtuigen op weg naar de Duitse stad Embden. Eén van deze vliegtuigen is bemand met Tsjechen die behoren tot het 311. Tsjechische Squadron dat Wretham-Hall in Engeland als thuishaven heeft. Zij komen veilig over Tilburg. Maar om 22.30 uur - als de vliegtuigen weer op hun terugweg zijn - maakt het journaal van de LBD melding van motorgeronk van 2 vliegtuigen op geringe hoogte. Zes minuten later wordt een vuurgloed met lichte explosie waargenomen: 'volgens peiling tusschen Zandstraat en Dongenscheweg, vermoedelijk neerstortend vliegtuig. Hoofd LBD niet te bereiken, politie gewaarschuwd'. De melding van de LBD wordt door de politie om 22.40 uur geregistreerd. Waarschijnlijk zijn de Duitsers dan al ingelicht want Unteroffizier Wellniz van de Feldgendarmerie van de Ortskommandantur begeeft zich met Tilburgs politiepersoneel naar de plek des onheils, 'ongeveer 200 meter ten zuiden van de Oude Kievitschebaan aan het noordeinde van de Zandstraat' , aldus het LBD-journaal. Als het gezelschap aldaar om 23.20 uur arriveert, treft men de brandende resten aan van 'een engelsch bombardementsvliegtuig'. Het is neergekomen in een bosperceel dat over een oppervlakte van ongeveer 90 bij 25 meter geheel vernield is. In de nabijheid van het wrak vindt men direct twee bemanningsleden. De ene is zwaar gewond - beide benen gebroken - de andere licht gewond aan zijn hoofd. Enige minuten later komt een derde bemanningslid te voorschijn, eveneens licht gewond. Om 23.30 uur arriveert de brandweer. Op verzoek van de politie wordt verzocht het vuur niet helemaal te blussen om de GG en GD de weg naar het ongeval te vergemakkelijken en zodoende de hulp voor de gewonden te bespoedigen. Vijf minuten later verschijnt de Duitse Wehrmacht (FLAK) onder bevel van de Hauptwachtmeister Hell, die meteen het terrein afzet en de bewaking overneemt. De lichtgewonde bemanningsleden worden door de Duitsers naar het Kriegslazaret vervoerd. De zwaargewonde kan omstreeks middernacht geholpen worden door de GG en GD. Eerst na een uitgebreid onderzoek vindt men de lichamen van de overige bemanningsleden. Broeder Den Teuling van de GG en GD stelt bij twee lichamen de dood vast. Door een Unterartz worden de lijken met een Duitse Rode Kruisauto naar Tilburg gebracht. Het derde lichaam, geheel verkoold, ligt onder het wrak en kan (nog) niet vervoerd worden. Om 01.10 uur verlaten de politiemanschappen en Unteroffizier Wellniz de plaats des onheils.

De gewonden Karel Batelka, Karel Snajdr en Zdenek Sychrovski zijn waarschijnlijk na herstel als krijgsgevangene naar een Duits kamp overgebracht. Hun drie overleden makkers zijn in Tilburg op de begraafplaats "Vredehof" ter aarde besteld, in vak A, rij 1, grafnummers 21/23.

(Artikel ontleend aan een publicatie van G.Kobes in de Tilburgse Koerier , 21.09.1989)