Vliegtuigcrash Moergestel

In de late avond van 31 juli en de vroege ochtend van 1 augustus 1942 zetten de geallieerden 630 bommenwerpers in voor een grote aanval op het Duitse Düsseldorf, het centrum van de Duitse staalindustrie. Vliegtuigen stijgen op van de Engelse basis Cottemore (14.Operational Training Unit) en Eellisborne Mountsford (25. Operational Training Unit). Het weer is uitstekend: helder maanlicht. Tussen 0.30 en 01.30 uur neemt de LBD in Tilburg meerdere vliegtuigen waar op zeer grote hoogte boven de stad. Zoeklichten flitsen aan, explosies worden waargenomen op ong. 1500 meter hoogte. Grote groepen vliegtuigen trekken voorbij vanuit het westen in oostelijke richting. Er ontstaat een luchtgevecht boven de stad. Er is brand, ver weg. De LBD in Loon op Zand meldt het neerstorten van een vliegtuig. Eerst om 04.17 wordt einde luchtalarm gegeven.

Deze nacht hebben we te maken met 2 crashes, te weten om ongeveer 03.00 uur een Vickers Wellington MK.IC van het 25. O.T.U in de gemeente Loon op Zand, genaamd de Finantiën. Van de 4 bemanningsleden kwam er één om het leven, nl. W.F. Penney. Hij werd in eerste instantie begraven op Vredehof, maar in 1946 herbegraven in Bergen Op Zoom. De tweede crash vond om ongeveer 03.10 uur plaats onder de gemeente Moergestel in een perceel bouwland naast de provinciale weg Moergestel-Oirschot. De gemeente- en onbezoldigd rijksveldwachter, de heer R.A. van Geersaem hoorde de klap. Toen hij zich gereed maakte om op onderzoek uit te gaan, ontving hij van de burgemeester telefonisch de opdracht het vliegtuig te gaan zoeken. Op de plaats des onheils aangekomen, trof hij bij het wrak een man aan, die hem vertelde, dat het vliegtuig door 4 personen was bemand. Na onderzoek vond van Geersaem 1 persoon naast en 1 persoon onder het vliegtuig, beiden echter waar gewond.De vierde persoon bevond zich eveneens onder het vliegtuig. De agent veronderstelde dat deze man dood was, doch toen hij later uit zijn benarde positie bevrijd werd bleek hij springlevend te zijn. Hij had wonder boven wonder zelfs geen letsel opgelopen. Ondertussen was de burgemeester, in gezelschap van dr. van Delft, ter plaatse aangekomen. Nadat de burgemeester de toestand had opgenomen, vertrok hij met de fiets van de veldwachter om o.m. de Duitse en Nederlandse instanties te waarschuwen alsmede de EHBO ploeg van de LBD op te roepen.

Inmiddels was ook P.J. van Rooy, wachtmeester der Marechaussee van de Brigade Oisterwijk gearriveerd, later gevolgd door twee van zijn collega's. Eén van de zwaargewonden werd met de auto naar het St. Elisabethziekenhuis in Tilburg vervoerd en overgegeven aan de Duitse Wehrmacht. Later werd de andere zwaar gewonde door de Duitsers met een ziekenauto opgehaald. Leden van de Duitse Feldgendarmerie waren ondertussen aangekomen en hadden de bewaking van de twee overgebleven bemanningsleden en het vliegtuigwrak overgenomen. Het vliegtuig - aangeschoten door een Duitse jager - was in aanraking gekomen met een hoogspanningsleiding van de PNEM. De zwaargewonde sergeant Leonard Lobb uit Cornwall zou zijn makkers E.P. Collins, G.B. Russell en M.S. Whiting niet in krijgsgevangenschap vergezellen. Nog dezelfde dag stierf hij, 29 jaar oud, in het St. Elisabethziekenhuis in Tilburg. In vak A, rij 1, grafnummer 24 vond hij zijn laatste rustplaats: "Our memory of him is pleasant. Father, Mother, Madeline and Mabel"

nb: van de 630 bommenwerpers verschenen er 470 boven het doel en wierpen totaal 907 ton explosieven af. Dertig toestellen gingen verloren. Bron: G.Kobes/ l Tilburgse Koerier, 21.9.1989

Betrokken personen

• Lobb Leonard