Cookies helpen ons onze services aan te bieden. Door onze services te gebruiken stemt u in met het gebruik van onze cookies.

Vliegtuigbeschieting Tilburg, 1944.


Begin september 1944 kwam Tilburg in het frontgebied te liggen en dat was duidelijk te zien aan de geallieerde jagers en jachtbommenwerpers die het gebied vóór de linies afstroopten op zoek naar Duits militair vervoer en belangrijke militaire doelen. Zo vond op 15 september een luchtaanval plaats op het station en de Centrale Werkplaats en werden op 6 oktober op de Heikant enkele boerderijen in brand geschoten. Het beschieten vanuit de lucht werd een dagelijks verschijnsel. Zich overdag verplaatsen werd riskant voor de Duitsers. Maar óók voor de plaatselijke bevolking.. Toch kon het noodzakelijk zijn om op pad te gaan. Want de voedselaanvoer over grotere afstand ging stagneren. En om het daarmee gepaard gaande voedseltekort aan te vullen trokken de Tilburgers massaal ‘de boer op’. Met alle risico's van dien. Niet alleen omdat Duitsers de spullen in beslag konden nemen, maar meer nog vanwege de luchtaanvallen. Er zat vaak niet anders in dan plat neergedrukt tegen de grond liggen, in een sloot of achter een wal, en maar hopen op een goede afloop. Maar soms vielen er doden. Zoals op 20 oktober in Loon op Zand. ‘De zware aanvallen op de weg van Loon op Zand van deze middag [20 oktober] hebben we persoonlijk medegemaakt, en eerlijk gezegd, heel wat angsten uitgestaan […] We waren Tilburg nauwelijks uit of daar begon het lieve leventje. De Engelsche piloten doken als ´t ware tusschen de boschjes op den grooten weg. No. 1 kwam links, we vielen rechts tegen de berm, doch gelukkig vuurde hij niet, anders waren we onherroepelijk er aan gegaan. Daar kwam no. 2. Vlug een deckungslocher in, op een meter naast me een verschroeide grasbaan, ‘n stofwolk over ons heen, het dreunen van de grond en een helsch lawaai van de over ons heen donderende en vurende machine. Dan even stil… Gelukkig we waren er nog… Verder op 200 meter afstand brandde een roode Kruisauto. “Gewoon laten branden”, zeiden we, maar jawel, plots stemmen uit het bosch: “Zurück. Lebensgefährlich!” Dan ´t sissen van granaten, gevolgd door ‘n geweldige klap en een stofwolk torens hoog, en van de roode kruiswagen was niets meer te zien. Hoe bestaat het dat verband en linnen met zulk een geweld uiteen kunnen spatten? Weer verder… een dood paard - kapotte karretjes – ‘n brandend huis… 3 vernielde huizen en 3 dooden, zoals te lezen is in het boekje Tilburgs donkere dagen in 1944 (p. 10-11) van dhr. Joosen.