Cookies helpen ons onze services aan te bieden. Door onze services te gebruiken stemt u in met het gebruik van onze cookies.

Toontje van den Bersselaar

'

[[Bestand:|200px]]

Geboren in Udenhout in 1902 gaat Toontje van den Bersselaar na de lagere school als boerenknecht werken bij zijn oom in Den Berkhoek en bij een boer in Besoyen. Ondertussen volgt hij de 2-jarige landbouwcursus. In 1920 volgt zijn aanstelling bij de Boerenbond. Hier wordt hij boekhouder en helpt bij grote drukte mee in het pakhuis. De boekhoudkundige kennis wordt hem bijgebracht door de gemeenteontvanger Sjef Robben. De vele functies die hij in de daarop volgende jaren aanvaardt bij plaatselijke verenigingen en instellingen zullen hem later goed van pas komen. Zo wordt hij al vrij snel secretaris van de R.K. Jonge Boerenstand. Later komen we hem tegen bij De Jonge Werkman, Het Wit-Gele Kruis, de Verbruikscoöperatie St. Leonardus, het Groepsbestuur van Scouting, het kerkkoor, enzovoorts. Als in 1943 Tinus Simons te kennen geeft dat hij niet langer beschikbaar is als kassier van de Boerenleenbank benoemt het bestuur Toontje van den Bersselaar als zijn opvolger. In 1946 wordt hij tevens zaakvoerder van de Boerenbond, agent van de Verzekeringen NCB en secretaris van het bestuur van de Boerenbond. Al deze taken worden uitgeoefend vanuit één centraal punt: het kantoor van de Boerenbond. In al deze functies presenteert hij zich als een bekwaam, maar vooral als een sociaal ingesteld functionaris, die in vele besturen en commissies zijn gewaardeerde inbreng levert. Als agent van de Verzekeringen NCB komt hij bij boer, burger en middenstander regelmatig aan huis en is hij de vraagbaak van velen. Door de sterke groei van de drie “bedrijfstakken” acht hij in 1953 de tijd gekomen om ontslag te nemen als zaakvoerder en secretaris van den Boerenbond. In 1960 besluiten de beide besturen de complexe administratie van het bankpersoneel in de loonadministratie van de Boerenbond verder te ontrafelen. Als gevolg daarvan treden Toontje en zijn bankmedewerkers uit het dienstverband van de Boerenbond en komen in dienst van de bank. Als de bank in 1961 naar het centrum van het dorp verhuist worden de organisatorische banden met de Boerenbond algeheel verbroken. Vanaf die tijd groeit de bank uit tot ‘De Bank voor Iedereen” en zorgt Toontje verder voor een gezonde groei van de verzekeringsportefeuille die hij enkele jaren later overdraagt aan de bank. Voor zijn vele werkzaamheden in het belang van de Udenhoutse gemeenschap wordt hij op 29 april 1961 door Hare Majesteit de Koningin onderscheiden met de Eremedaille in Goud, verbonden aan de Orde van Oranje Nassau. Op 25 februari 1967 wordt Toontje 65 jaar. Op die dag neemt hij onder overweldigende belangstelling afscheid van zijn bank en zijn vele relaties. Het is voor hem een grote voldoening dat hij enige dagen later de leiding van de bank kan overdragen aan zijn zoon Kees.