Cookies helpen ons onze services aan te bieden. Door onze services te gebruiken stemt u in met het gebruik van onze cookies.

Steenfabrieken, Steenfabriek Udenhout: verschil tussen versies

k
 
(8 tussenliggende versies door 3 gebruikers niet weergegeven)
Regel 1: Regel 1:
Mensen wisten dat er in Udenhout volop leem in de grond zat op slechts anderhalve meter diepte. Een van die mensen was Bartje de Rooij, opgegroeid op ’t Gommelen in het café. Hij kwam via zijn huwelijk terecht in de aannemerswereld van Tilburg. En hij deed het goed, want hij stond op een gegeven moment op plaats 34 van de Tilburgers die de meeste belasting moesten betalen. Bartje zat met zijn bedrijf aan de Spoorlaan. En vlakbij, in de Stationstraat, zat aannemer Willem Weijers. Beide deden wel eens gezamenlijk grote projecten aannemen, grote gebouwen neerzetten en wegen aanleggen. Bij een van hun gezamenlijke projecten aan de Hasseltstraat, pakweg ergens in 1888, stonden beiden te mopperen op de slechte kwaliteit stenen, die zij vanuit België hadden aangevoerd. Van het een kwam het ander. Ze begonnen een steenfabriek in Udenhout en kochten daartoe gronden van de oude Perwijshoeve “bij de molen” ten oosten van de spoorlijn strekkende van de Kreitenmolenstraat tot aan de Heusdensebaan. Bartje de Rooij was meer de ondernemer van de twee. Willem Weijers was de techneut. Hij wist contacten te leggen met de Duitse steenindustrie en zijn zoon Henri ging in Duitsland studeren. Het lukte Willem om enkele Duitse ingenieurs naar Udenhout te halen om hier de allermodernste oven te bouwen, die op dat moment denkbaar was. Zo bouwden Bartje de Rooij en Willem Weijers hun steenfabriek. Maar het liep spaak tussen beide heren. Op een goede dag in 1897 kwam zoon Henri Weijers terug van zijn studie in Duitsland. Henri was nog meer techneut dan zijn vader en was overenthousiast om nog meer nieuwste technieken toe te passen op de Udenhoutse steenfabriek. Voor Bartje de Rooij was het allemaal te modern en hij stapte uit het bedrijf. Hij begon toch een nieuwe steenfabriek aan de Haarensebaan. Dat was de steenfabriek Sint Joseph. De eerste steenfabriek ging eerst verder als de steenfabriek Weijers en later als de steenfabriek Udenhout. 30 jaar na de oprichting, we schrijven dan 1918, verkeert het bedrijf in financieel zwaar weer, mogelijk in liquiditeitsproblemen. In elk geval was het zo dat de klanten gemiddeld pas negen maanden na levering hun rekening betaalden. Weijers stopte met het bedrijf. Een groep industriëlen onder leiding van de Bredase ondernemersfamilie Stulemeijer kocht de fabriek en maakte er een NV van met een notering aan de Amsterdamse effectenbeurs. Er kwam geld vrij voor nieuwe investeringen in een tijd, de jaren twintig, dat de economische groei stagneerde en de marges voor bedrijven kleiner werden. De andere steenfabriek, Sint Jozef, overleefde de periode van lagere marges niet. De steenfabriek Udenhout kocht in 1929 de steenfabriek Sint Joseph en maakte van beide fabrieken één groot bedrijf, met vijf ovens en met kilometers lange rijen drooghutten. De productie loog er niet om. Laat ik een topjaar nemen, 1965. Toen produceerde de fabriek 110.000 stenen per werkdag, ofwel 28 miljoen stenen in het jaar. In die tijd werd gemiddeld een op de 50 huizen in Nederland gebouwd met stenen uit Udenhout.
+
{{Infobox foto Udenhout
{| cellspacing="0" cellpadding="2" align="right" style="border: 1px solid blue;"
+
| naam          =  
|- style="background-color: yellow; color: Black;"
+
| afbeelding    = [[Bestand:Steenfariek.jpg|270px]]
| Cell 1.1 | <center> '''Steenfabriek Udenhout''' </center>
+
| onderschrift  = De voormalige Udenhoutse steenfabriek van Weijers.
|- style="background-color: blue; color: White;"
+
}}
| Cell 2.1 |
 
[[Bestand:Steenfabriek.jpg|270px]]
 
  
De voormalige Udenhoutse steenfabriek van Weijers
+
Mensen wisten dat er in [[Udenhout]] volop leem in de grond zat op slechts anderhalve meter diepte. Een van die mensen was [[Bartje de Rooij]], opgegroeid op ’t Gommelen in het café. Hij kwam via zijn huwelijk terecht in de aannemerswereld van Tilburg. En hij deed het goed, want hij stond op een gegeven moment op plaats 34 van de Tilburgers die de meeste belasting moesten betalen. Bartje zat met zijn bedrijf aan de Spoorlaan. En vlakbij, in de Stationstraat, zat aannemer Willem Weijers. Beide deden wel eens gezamenlijk grote projecten aannemen, grote gebouwen neerzetten en wegen aanleggen. Bij een van hun gezamenlijke projecten aan de Hasseltstraat, pakweg ergens in 1888, stonden beiden te mopperen op de slechte kwaliteit stenen, die zij vanuit België hadden aangevoerd. Van het een kwam het ander. Ze begonnen een steenfabriek in Udenhout en kochten daartoe gronden van de oude Perwijshoeve “bij de molen” ten oosten van de spoorlijn strekkende van de Kreitenmolenstraat tot aan de Heusdensebaan. Bartje de Rooij was meer de ondernemer van de twee. Willem Weijers was de techneut. Hij wist contacten te leggen met de Duitse steenindustrie en zijn zoon Henri ging in Duitsland studeren. Het lukte Willem om enkele Duitse ingenieurs naar Udenhout te halen om hier de allermodernste oven te bouwen, die op dat moment denkbaar was. Zo bouwden Bartje de Rooij en Willem Weijers hun steenfabriek. Maar het liep spaak tussen beide heren. Op een goede dag in 1897 kwam zoon Henri Weijers terug van zijn studie in Duitsland. Henri was nog meer techneut dan zijn vader en was overenthousiast om nog meer nieuwste technieken toe te passen op de Udenhoutse steenfabriek. Voor Bartje de Rooij was het allemaal te modern en hij stapte uit het bedrijf. Hij begon toch een nieuwe steenfabriek aan de Haarensebaan. Dat was de [[steenfabriek Sint Joseph]]. De eerste steenfabriek ging eerst verder als de steenfabriek Weijers en later als de steenfabriek Udenhout. 30 jaar na de oprichting, we schrijven dan 1918, verkeert het bedrijf in financieel zwaar weer, mogelijk in liquiditeitsproblemen. In elk geval was het zo dat de klanten gemiddeld pas negen maanden na levering hun rekening betaalden. Weijers stopte met het bedrijf. Een groep industriëlen onder leiding van de Bredase ondernemersfamilie Stulemeijer kocht de fabriek en maakte er een NV van met een notering aan de Amsterdamse effectenbeurs. Er kwam geld vrij voor nieuwe investeringen in een tijd, de jaren twintig, dat de economische groei stagneerde en de marges voor bedrijven kleiner werden. De andere steenfabriek, Sint Jozef, overleefde de periode van lagere marges niet. De steenfabriek Udenhout kocht in 1929 de steenfabriek Sint Joseph en maakte van beide fabrieken één groot bedrijf, met vijf ovens en met kilometers lange rijen drooghutten. De productie loog er niet om. Laat ik een topjaar nemen, 1965. Toen produceerde de fabriek 110.000 stenen per werkdag, ofwel 28 miljoen stenen in het jaar. In die tijd werd gemiddeld een op de 50 huizen in Nederland gebouwd met stenen uit Udenhout.
|}
+
 
Eind jaren ’60 ontstond er overproductie in de baksteenindustrie en kwamen er noodzakelijkerwijs saneringen. De eerste twee grote saneringsgolven heeft de steenfabriek Udenhout kunnen weerstaan. Maar de derde niet. In 1973 kwam de fabriek door een vijandelijke overname van aandelen in vreemde handen, eerst van Jessel Europe, al kort daarna van.het Engelse Ibstock. In 1976 volgde een fusie en werd het RUGA. In 1982 volgde de verkoop aan Redland Braas Bredero. In 1984 ging Bredero failliet en werd het Engelse Redland eigenaar. Het operationeel management kwam in handen van Teeuwen uit Tegelen. Een jaar later volgde de verkoop aan steenfabrikant Hendrikx uit Gilze. Weer twee jaar later, in 1988 kwam de fabriek in handen van DeSimpel uit België. Zovaak wisselen van eigenaar kondigde het einde van de fabriek aan. Er werd niet meer geïnvesteerd in de fabriek, maar de fabriek zelf was een investeringsproject. Niet investeren betekent elke dag terrein verliezen in effectiviteit en in efficiency en dus in het verslechteren van de concurrentiepositie. Met de saneringsgolf van 1990 was ook de Steenfabriek Udenhout aan de beurt. In 1992 sloot de fabriek definitief haar poorten.
+
Eind jaren ’60 ontstond er overproductie in de baksteenindustrie en kwamen er noodzakelijkerwijs saneringen. De eerste twee grote saneringsgolven heeft de steenfabriek Udenhout kunnen weerstaan. Maar de derde niet. In 1973 kwam de fabriek door een vijandelijke overname van aandelen in vreemde handen, eerst van Jessel Europe, al kort daarna van het Engelse Ibstock. In 1976 volgde een fusie en werd het RUGA. In 1982 volgde de verkoop aan Redland Braas Bredero. In 1984 ging Bredero failliet en werd het Engelse Redland eigenaar. Het operationeel management kwam in handen van Teeuwen uit Tegelen. Een jaar later volgde de verkoop aan steenfabrikant Hendrikx uit Gilze. Weer twee jaar later, in 1988 kwam de fabriek in handen van DeSimpel uit België. Zovaak wisselen van eigenaar kondigde het einde van de fabriek aan. Er werd niet meer geïnvesteerd in de fabriek, maar de fabriek zelf was een investeringsproject. Niet investeren betekent elke dag terrein verliezen in effectiviteit en in efficiency en dus in het verslechteren van de concurrentiepositie. Met de saneringsgolf van 1990 was ook de Steenfabriek Udenhout aan de beurt. In 1992 sloot de fabriek definitief haar poorten.
 +
 
 +
 
 +
==Zie ook==
 +
* [[Chronologie geschiedenis van Udenhout en Biezenmortel]]
 +
* [[Portaal:Udenhout|Udenhout Wiki]]
  
 
[[Categorie:Bedrijven_in_Udenhout]]
 
[[Categorie:Bedrijven_in_Udenhout]]
 +
[[Categorie:Gebeurtenissen_in_Udenhout]]

Huidige versie van 15 jul 2020 om 14:06

Steenfabrieken, Steenfabriek Udenhout
Steenfariek.jpg
De voormalige Udenhoutse steenfabriek van Weijers.

Mensen wisten dat er in Udenhout volop leem in de grond zat op slechts anderhalve meter diepte. Een van die mensen was Bartje de Rooij, opgegroeid op ’t Gommelen in het café. Hij kwam via zijn huwelijk terecht in de aannemerswereld van Tilburg. En hij deed het goed, want hij stond op een gegeven moment op plaats 34 van de Tilburgers die de meeste belasting moesten betalen. Bartje zat met zijn bedrijf aan de Spoorlaan. En vlakbij, in de Stationstraat, zat aannemer Willem Weijers. Beide deden wel eens gezamenlijk grote projecten aannemen, grote gebouwen neerzetten en wegen aanleggen. Bij een van hun gezamenlijke projecten aan de Hasseltstraat, pakweg ergens in 1888, stonden beiden te mopperen op de slechte kwaliteit stenen, die zij vanuit België hadden aangevoerd. Van het een kwam het ander. Ze begonnen een steenfabriek in Udenhout en kochten daartoe gronden van de oude Perwijshoeve “bij de molen” ten oosten van de spoorlijn strekkende van de Kreitenmolenstraat tot aan de Heusdensebaan. Bartje de Rooij was meer de ondernemer van de twee. Willem Weijers was de techneut. Hij wist contacten te leggen met de Duitse steenindustrie en zijn zoon Henri ging in Duitsland studeren. Het lukte Willem om enkele Duitse ingenieurs naar Udenhout te halen om hier de allermodernste oven te bouwen, die op dat moment denkbaar was. Zo bouwden Bartje de Rooij en Willem Weijers hun steenfabriek. Maar het liep spaak tussen beide heren. Op een goede dag in 1897 kwam zoon Henri Weijers terug van zijn studie in Duitsland. Henri was nog meer techneut dan zijn vader en was overenthousiast om nog meer nieuwste technieken toe te passen op de Udenhoutse steenfabriek. Voor Bartje de Rooij was het allemaal te modern en hij stapte uit het bedrijf. Hij begon toch een nieuwe steenfabriek aan de Haarensebaan. Dat was de steenfabriek Sint Joseph. De eerste steenfabriek ging eerst verder als de steenfabriek Weijers en later als de steenfabriek Udenhout. 30 jaar na de oprichting, we schrijven dan 1918, verkeert het bedrijf in financieel zwaar weer, mogelijk in liquiditeitsproblemen. In elk geval was het zo dat de klanten gemiddeld pas negen maanden na levering hun rekening betaalden. Weijers stopte met het bedrijf. Een groep industriëlen onder leiding van de Bredase ondernemersfamilie Stulemeijer kocht de fabriek en maakte er een NV van met een notering aan de Amsterdamse effectenbeurs. Er kwam geld vrij voor nieuwe investeringen in een tijd, de jaren twintig, dat de economische groei stagneerde en de marges voor bedrijven kleiner werden. De andere steenfabriek, Sint Jozef, overleefde de periode van lagere marges niet. De steenfabriek Udenhout kocht in 1929 de steenfabriek Sint Joseph en maakte van beide fabrieken één groot bedrijf, met vijf ovens en met kilometers lange rijen drooghutten. De productie loog er niet om. Laat ik een topjaar nemen, 1965. Toen produceerde de fabriek 110.000 stenen per werkdag, ofwel 28 miljoen stenen in het jaar. In die tijd werd gemiddeld een op de 50 huizen in Nederland gebouwd met stenen uit Udenhout.

Eind jaren ’60 ontstond er overproductie in de baksteenindustrie en kwamen er noodzakelijkerwijs saneringen. De eerste twee grote saneringsgolven heeft de steenfabriek Udenhout kunnen weerstaan. Maar de derde niet. In 1973 kwam de fabriek door een vijandelijke overname van aandelen in vreemde handen, eerst van Jessel Europe, al kort daarna van het Engelse Ibstock. In 1976 volgde een fusie en werd het RUGA. In 1982 volgde de verkoop aan Redland Braas Bredero. In 1984 ging Bredero failliet en werd het Engelse Redland eigenaar. Het operationeel management kwam in handen van Teeuwen uit Tegelen. Een jaar later volgde de verkoop aan steenfabrikant Hendrikx uit Gilze. Weer twee jaar later, in 1988 kwam de fabriek in handen van DeSimpel uit België. Zovaak wisselen van eigenaar kondigde het einde van de fabriek aan. Er werd niet meer geïnvesteerd in de fabriek, maar de fabriek zelf was een investeringsproject. Niet investeren betekent elke dag terrein verliezen in effectiviteit en in efficiency en dus in het verslechteren van de concurrentiepositie. Met de saneringsgolf van 1990 was ook de Steenfabriek Udenhout aan de beurt. In 1992 sloot de fabriek definitief haar poorten.


Zie ook