Cookies helpen ons onze services aan te bieden. Door onze services te gebruiken stemt u in met het gebruik van onze cookies.

Spoorlijn

Op 1 oktober 1863 liep heel Tilburg uit om op het nieuwe station de aankomst van de trein uit Breda te aanschouwen. Deze trein reed over de eerste spoorlijn die door de Staatsspoorwegen in Nederland was gerealiseerd en die de aanzet was voor een groter lijnennet in Zuid-Nederland. Door de komst van een spoorlijn werd Tilburg radicaal in twee helften opgedeeld. Tot in de jaren ’60 van de vorige eeuw speelt die tweedeling een rol in het dagelijks leven van de stad.

Realisatie

De realisatie en tracering van de spoorlijn kende weinig problemen, omdat het spoor voornamelijk door uitgestrekte heidegebieden kwam. In 1863 vierde Tilburg dat de stad via het spoor ontsloten werd, met het vooruitzicht dat er spoedig doortrekkingen volgden richting Boxtel en Eindhoven en naar Den Bosch. De aanleg van een spoorwegverbinding naar Tilburg kende echter een lange voorgeschiedenis. Het eerste plan voor een verbinding met Tilburg dateert uit 1842.

Ook voor de lokale industrie leverde de spoorlijn grote voordelen op, want men beschikte nog niet over een waterverbinding en het wegtransport had te weinig capaciteit voor de aanvoer van onder meer steenkool. Een bijkomend voordeel was dat de Staatsspoorwegen besloot om zijn centrale herstelwerkplaats (D'n Atelier) in het strategisch gelegen Tilburg te vestigen.

De andere kant van de stad

Wel was het zo dat de spoorlijn de stad bijna letterlijk in tweeën deelde. De scheiding zorgde later bij de diverse overwegen voor grote verkeersproblemen. Die werden vanaf het einde van de jaren vijftig echter opgelost door de aanleg van het hoogspoor.

Door de scheiding van de spoorlijn spreekt men over deze (het zuiden) en gene kant (het noorden). De sociale tegenstelling is uitgewerkt in het liedje 'Jaanske van geene kaant', over de liefde tussen een jongen en een meisje die ieder aan weerszijde van de spoorlijn woonde:

"Jao m'n Jaanske van gene kaant, Net as ik in de werkmansstaand, 'k heb er 'n eugske [op] ò zò lang, we vrijen stiekum en we waandelen saom, en we zen niks nie bang."

Zie ook

Geheugen van Tilburg

Externe links

Bron

  • Bilanrapport 2004/2 Tilburg-Spoorzone – Cultuurhistorische verkenning