Quintinus Pessers

Carolus Pessers (Tilburg 1896 – Weert 1995). trad in 1916 in bij de franciscanen en ontving de kloosternaam pater Quintinus Pessers OFM.

In 1923 werd hij priester gewijd en in 1930 naar de missie in China gezonden. Daar werd hij plebaan van de kathedraal van het Apostolisch Vicariaat Luanfu en in 1936 bestuurder van de Apostolische Prefectuur Kiangchow. Tijdens de burgeroorlog werd Pessers in 1947 met andere missionarissen gevangen gezet door de communisten. Via het Nederlandse ministerie van Buitenlandse Zaken kwam het officiële bericht dat hij was vermoord. Volgens andere berichten zou hij zijn gestenigd en onthoofd. In Nederland werd een requiemmis voor hem opgedragen. In 1948 bleek hij echter nog te leven, nadat hij in hetzelfde jaar uit de gevangenis was ontslagen. In 1949 kon hij zijn werk hervatten. Vanwege de voortdurende oorlogdreiging vertrokken alle Europeanen uit China en in 1952 was Pessers de enige westerling in Kiangchow. Na een groot volksgericht werd hij in 1954 China uitgezet en keerde hij terug naar Tilburg. Hij was nog werkzaam in onder meer Utrecht. Het Regionaal Archief Tilburg bezit zelfs een bidprentje voor Pessers uit 1947.