Cookies helpen ons onze services aan te bieden. Door onze services te gebruiken stemt u in met het gebruik van onze cookies.

Pieter Vreede

Pieter Vreede (Leiden 1750 – Heusden 1837) was wollendekenfabrikant te Leiden en van 1790 tot 1802 in Tilburg aan de Nieuwendijk (Bisschop Zwijsenstraat). Hij was een vurig patriot.

In 1778 schreef hij zijn eerste publicatie, waarna er nog vele volgden. Het waren vooral zogenaamde Aanspraken voor exercitiegenootschappen in proza en poëzie en vaderlandse gedenk-, feest- en krijgszangen. Sommige ‘gevaarlijke’ geschriften schreef hij onder de pseudoniemen Harmodius Friso, Frank de Vrij, en vermoedelijk later in De Courier van Bataafsch Braband onder het pseudoniem P. Vaderlander.

Vreede werd de officiële dichter van het patriottisme. Bekend werd hij met zijn Aanspraak aan Willem de Vde (1781) en het pamflet De Oranjeboomen (1782), dat tegen prins Willem V was gericht. Vreede zat in de 1e en 2e Nationale Vergadering als representant van Bataafs Brabant voor Bergen op Zoom (1796-1797). Op 23 januari 1798 werd hij lid van het uit vijf leden bestaande Uitvoerend Bewind, dat echter door de staatsgreep van 12 juni 1798 ten val werd gebracht.

In 1802 trok Vreede zich uit zijn fabriek terug. Deze werd door zijn zoons Paulus en Hendrik overgenomen. Hij vertrok naar Waalre en ging daar wonen bij de volmolen van de firma Vreede. In dat jaar publiceerde hij Proeve om de verheffing van het diepvervallen fabriekswezen te verenigen met de belangen van koophandel, zeevaart en landbouw.

In 1815 werd hij lid van Provinciale Staten van Noord-Brabant en in 1816 werd hij commies bij het hoofdkantoor der convooien en licenten te Antwerpen. Er volgden twee overplaatsingen, in 1819 naar Den Bosch en in 1822 naar Utrecht. In 1824 werd Vreede om gezondheidsredenen ontslagen.

Zie ook