Cookies helpen ons onze services aan te bieden. Door onze services te gebruiken stemt u in met het gebruik van onze cookies.

Piet Verschuuren: verschil tussen versies

Regel 1: Regel 1:
Piet Verschuuren begon zijn carrière in de slacht op 14-jarige leeftijd. Toen ging hij als slagersknecht bij de Udenhoutse slachter Kees Schoonus aan de slag. “Bij hem heb ik het vak geleerd. We gingen samen op de fiets bij mensen slachten.” Overigens is Verschuuren ook jarenlang met zijn zwager Daan Schoonus, die een neef van Kees was, op zaterdagen gaan slachten. Na Kees Schoonus volgden twee werkgevers in Tilburg. “Tijdens de Tweede Wereldoorlog ben ik ondergedoken, om aan de Arbeitseinsatz te ontkomen”, zegt Verschuuren. “Ik ging het dorp nooit uit. In de oorlog heb ik veel op Vincentius geslacht. Met Von der Stein, een Duitser die op Vincentius werkte, heb ik nooit problemen gehad. Zolang ik maar in Udenhout bleef, vond hij het best.” Na de oorlog werkte Verschuuren een jaar of vijf bij de Melkfabriek in Udenhout. Het slachten deed hij erbij. “Er was afgesproken dat ik weg kon voor een noodslachting. Bijvoorbeeld als een varken een poot had gebroken of een hartverlamming had gekregen. Dan moest ik er snel naar toe, want het bloed moest eruit. Dat was het voornaamste.” Later ging hij aan de slag in de slagerijen die zijn zoons Jan en Henk in Udenhout en Helvoirt waren gestart. Ook bij Huize St. Felix was Verschuuren huisslachter. “Het varkenshaasje ging vaak naar de pastoor. En de krep ook. Dat was goed vlees. Maar van ons heeft ’ie het nooit gekregen. Wij aten het zelf op”, lacht Verschuuren. Hij at trouwens wel meer op: “Gebakken varkenslever, dat was lekker. Hersenen heb ik ook vaak meegenomen om te bakken, met peper en zout erbij. Ze smaakten goed. Beetje paneermeel erbij. Nu lusten ze dat niet meer.” Niet alleen behoren varkenshersenen niet bepaald meer tot het hedendaagse menu, ook de huisslacht is verdwenen.
+
Piet Verschuuren (1922) begon zijn carrière in de slacht op 14-jarige leeftijd. Toen ging hij als slagersknecht bij de Udenhoutse slachter Kees Schoonus aan de slag. “Bij hem heb ik het vak geleerd. We gingen samen op de fiets bij mensen slachten.” Overigens is Verschuuren ook jarenlang met zijn zwager Daan Schoonus, die een neef van Kees was, op zaterdagen gaan slachten. Na Kees Schoonus volgden twee werkgevers in Tilburg. “Tijdens de Tweede Wereldoorlog ben ik ondergedoken, om aan de Arbeitseinsatz te ontkomen”, zegt Verschuuren. “Ik ging het dorp nooit uit. In de oorlog heb ik veel op Vincentius geslacht. Met Von der Stein, een Duitser die op Vincentius werkte, heb ik nooit problemen gehad. Zolang ik maar in Udenhout bleef, vond hij het best.” Na de oorlog werkte Verschuuren een jaar of vijf bij de Melkfabriek in Udenhout. Het slachten deed hij erbij. “Er was afgesproken dat ik weg kon voor een noodslachting. Bijvoorbeeld als een varken een poot had gebroken of een hartverlamming had gekregen. Dan moest ik er snel naar toe, want het bloed moest eruit. Dat was het voornaamste.” Later ging hij aan de slag in de slagerijen die zijn zoons Jan en Henk in Udenhout en Helvoirt waren gestart. Ook bij Huize St. Felix was Verschuuren huisslachter. “Het varkenshaasje ging vaak naar de pastoor. En de krep ook. Dat was goed vlees. Maar van ons heeft ’ie het nooit gekregen. Wij aten het zelf op”, lacht Verschuuren. Hij at trouwens wel meer op: “Gebakken varkenslever, dat was lekker. Hersenen heb ik ook vaak meegenomen om te bakken, met peper en zout erbij. Ze smaakten goed. Beetje paneermeel erbij. Nu lusten ze dat niet meer.” Niet alleen behoren varkenshersenen niet bepaald meer tot het hedendaagse menu, ook de huisslacht is verdwenen.
  
  
Piet mocht in 2013 zijn 70-jarige bruiloft vieren.
+
Piet (Pieter) Verschuuren overleed in Udenhout op 8 december 2014. Hij was getrouwd met Toos Aarts. In een artikel dat [[Jeroen Ketelaars]] in Unentse Sprokkels 4 (2006) publiceerde, vertelt Piet Verschuuren over zijn werk als slachter.
  
 
[[categorie: Personen uit Udenhout|Verschuuren, Piet]]
 
[[categorie: Personen uit Udenhout|Verschuuren, Piet]]

Versie van 11 dec 2014 om 00:57

Piet Verschuuren (1922) begon zijn carrière in de slacht op 14-jarige leeftijd. Toen ging hij als slagersknecht bij de Udenhoutse slachter Kees Schoonus aan de slag. “Bij hem heb ik het vak geleerd. We gingen samen op de fiets bij mensen slachten.” Overigens is Verschuuren ook jarenlang met zijn zwager Daan Schoonus, die een neef van Kees was, op zaterdagen gaan slachten. Na Kees Schoonus volgden twee werkgevers in Tilburg. “Tijdens de Tweede Wereldoorlog ben ik ondergedoken, om aan de Arbeitseinsatz te ontkomen”, zegt Verschuuren. “Ik ging het dorp nooit uit. In de oorlog heb ik veel op Vincentius geslacht. Met Von der Stein, een Duitser die op Vincentius werkte, heb ik nooit problemen gehad. Zolang ik maar in Udenhout bleef, vond hij het best.” Na de oorlog werkte Verschuuren een jaar of vijf bij de Melkfabriek in Udenhout. Het slachten deed hij erbij. “Er was afgesproken dat ik weg kon voor een noodslachting. Bijvoorbeeld als een varken een poot had gebroken of een hartverlamming had gekregen. Dan moest ik er snel naar toe, want het bloed moest eruit. Dat was het voornaamste.” Later ging hij aan de slag in de slagerijen die zijn zoons Jan en Henk in Udenhout en Helvoirt waren gestart. Ook bij Huize St. Felix was Verschuuren huisslachter. “Het varkenshaasje ging vaak naar de pastoor. En de krep ook. Dat was goed vlees. Maar van ons heeft ’ie het nooit gekregen. Wij aten het zelf op”, lacht Verschuuren. Hij at trouwens wel meer op: “Gebakken varkenslever, dat was lekker. Hersenen heb ik ook vaak meegenomen om te bakken, met peper en zout erbij. Ze smaakten goed. Beetje paneermeel erbij. Nu lusten ze dat niet meer.” Niet alleen behoren varkenshersenen niet bepaald meer tot het hedendaagse menu, ook de huisslacht is verdwenen.


Piet (Pieter) Verschuuren overleed in Udenhout op 8 december 2014. Hij was getrouwd met Toos Aarts. In een artikel dat Jeroen Ketelaars in Unentse Sprokkels 4 (2006) publiceerde, vertelt Piet Verschuuren over zijn werk als slachter.