Cookies helpen ons onze services aan te bieden. Door onze services te gebruiken stemt u in met het gebruik van onze cookies.

Overval Afdeling Bevolking, Markt, 25 januari 1944

Overval afdeling Bevolking
Woonhuis van de wed. Verbunt, Nieuwlandstraat 48. Het straatje rechts was er in 1944 nog niet.
Datum 25 januari 1944
Plaats Tilburg
Straat Markt 5
Slachtoffers geen


De Tilburgse zegeltjeskraak

Op 25 januari 1944 zijn uit een kluis van de afdeling Bevolking van de gemeente Tilburg 105.000 Rauterzegels,[1] 700 blanco persoonsbewijzen en een aantal paspoorten buitgemaakt. Lou de Jong noemt deze actie in zijn standaardwerk over de Tweede Wereldoorlog niet alleen “…een van de belangrijkste ‘wapenfeiten’ uit de geschiedenis van de Nederlandse illegaliteit…”, maar ook een voorbeeld van “…wat het illegale werk in de praktijk inhield.” Deze ‘overval’ op de afdeling bevolking is staaltje van perfecte samenwerking tussen leden van de KP (knokploeg) Soest en een Tilburgse gemeenteambtenaar. Er vallen geen slachtoffers en er vloeit geen bloed. Ook represailles van de Duitsers blijven uit.

'Architect’ van de overval op de kluis van de afdeling Bevolking is Jan Poort, hoofd van het Evacuatiebureau, een onderafdeling van de afdeling Bevolking. Poort heeft als verzetsman contacten met de LO (Landelijke Organisatie voor Hulp aan Onderduikers). Onderdeel van de LO zijn de knokploegen (KP) die onder meer overvallen plegen op distributiekantoren om zo aan voedselbonnen te komen voor onderduikers. Begin 1944 komt Jan Poort in contact met de leider van de KP-Betuwe Johannes van Zanten uit Kesteren en ontstaat het plan om de voor Tilburg bestemde Rauterzegels buit te maken met behulp van leden van de KP-Betuwe. Een belangrijke taak is verder weggelegd voor Wim Berkelmans, ambtenaar op de afdeling Bevolking.

De voor Tilburg bestemde Rauterzegels en andere vitale documenten liggen klaar bij de SD in Vught. Half januari worden ze onder politie-escorte opgehaald door Jos. Vuijsters, hoofd van de afdeling Bevolking, en zijn plaatsvervanger Broers. De sleutels van de kluis en de brandkast[2] in het gebouw aan de Markt,[3] waar de afdelingen Bevolking, Burgerlijke Stand en Militaire Zaken gehuisvest zijn, geeft Vuijsters tijdelijk in bewaring aan Poort. Jan Poort en Wim Berkelmans sluiten zich op in de wc en proberen wasafdrukken te maken van de sleutels. Dat mislukt echter en de sleutels worden aan Vuijsters teruggegeven. Een expert in het maken van wasafdrukken reist vervolgens naar Tilburg. Tevergeefs, want Poort slaagt er niet in de sleutels in handen te krijgen zonder argwaan te wekken bij Vuijsters. Na overleg met Van Zanten wordt dan besloten om de overval uit te voeren met de originele sleutels door Vuijsters ergens heen te lokken, te gijzelen en hem de sleutels afhandig te maken.

Poort schrijft vervolgens een scenario waarin van minuut tot minuut ieders taak gedetailleerd omschreven is. Eind januari kan de overval plaatsvinden, maar er doet zich een complicatie voor: Wim Berkelmans heeft een Joods echtpaar aan valse persoonsbewijzen geholpen en is daarmee (indirect) betrokken bij de moordaanslag op de NSB-politieagent Piet Gerrits die op 21 januari zou plaatsvinden (later verzet naar 24 januari).[4] Op dringend advies van Poort duikt Wim Berkelmans onder. Zij plaats wordt ingenomen door een andere ambtenaar van de afdeling Bevolking, Huub Simons. Simons is ervan doordrongen dat zijn taak niet zonder gevaar is, maar hij wil meewerken ‘als het werk dat ik moet doen veel belangrijker is dan hetgeen ik nu doe’. Van Zanten zal ervoor zorgen dat Simons in Geldermalsen kan onderduiken.

Poort heeft de overval gepland voor maandag 24 januari, maar Simons weet af te dwingen dat de overval pas de volgende dag zal plaatsvinden omdat hij die maandagavond met zijn verloofde naar de bioscoop wil.

Huub Simons

Voorbereiding op de afdeling Bevolking

Volgens het scenario van Poort gaat de betreffende ambtenaar (Simons) tussen half één en één uur naar het kantoortje van Militaire Zaken (dat toegang geeft tot de kluis) en legt daar alvast twee zakken klaar en verder pakpapier en touw. Hij bindt de tochtdeur in de hal met een stuk touw vast aan de verwarming zodat ze open blijft en niet met een smak kan dichtslaan en haalt de deur tussen de hal en Militaire Zaken van het slot. Op de vensterbank van het raam naast de poort legt hij een rood en een wit stuk papier klaar. Tot slot zorgt hij ervoor dat de overblijvende ambtenaren[5] en de twee politieagenten die bewakingsdienst hadden in het kantoor van Bevolking blijven. Rond diezelfde tijd neemt hij de sleutels over van een van verzetsmensen. Als de wachtploeg om één uur vertrekt gaat hij op het kantoortje van Militaire Zaken zogenaamd drukwerk inpakken. Eventueel aanwezige mensen stuurt hij weg, want hij is daar nog wel even bezig. Als alles veilig is opent hij de kluis en de brandkast en stopt de Rauterzegels en andere waardvolle documenten in de zakken en zet deze tussen de muur en de tochtdeur. Tot slot zet hij het witte papiertje voor het raam, ten teken dat de missie geslaagd is. “Vervolgens gaat hij al zingend over de afdeling Bevolking en neemt de sleutel van de WC en gaat naar buiten, waar hij snel de haak op het slot van de voordeur doet, zodat deze maar aanstaat (even controleren). Dan gaat hij weer zo spoedig mogelijk naar binnen, waar hij zich zeer luidruchtig met de aanwezigen bezighoudt. Mocht in deze tijd iemand naar voren willen gaan of naar de WC, dan neemt hij een klein kruikje oude klare uit zijn lessenaar en houdt ze hier even mee bezig. Mislukt de opzet dan moet hij geen wit, maar een rood papiertje plaatsen.”[6]

De overval

Van het verloop van de hele operatie, die minder dan anderhalf uur in beslag nam, bestaan meerdere versies die op diverse punten van elkaar verschillen. In grote lijnen is echter het script van Poort gevolgd. De KP-Betuwe van Johannes van Zanten kan vanwege een andere klus op het laatste moment niet meedoen aan de overval; in plaats daarvan schakelt Van Zanten de KP-Soest in. Het plan wordt besproken met Willem Lengton, de leider van de KP-Soest. De leiding van de operatie blijft echter in handen van Van Zanten. Lengton zou met Jan Corna de buit uit Tilburg bij het landgoed Coebax in Vught in ontvangst nemen en daarna naar Utrecht transporteren.

Op dinsdagochtend 24 januari 1944 komen de leden van de KP-Soest per trein naar Tilburg[7] en verkennen het werkterrein. Poort heeft die ochtend nog een gesprek met Van Zanten, daarna vertrekt hij voor een bespreking naar Den Bosch. In de loop van de ochtend arriveert uit Nieuwer-Amstel ook de auto die de buit naar Vught moet vervoeren. De auto wordt bestuurd door Hendrik Romp, die zijn vrouw meegenomen heeft om geen achterdocht te wekken.

Om twaalf uur zetten alle KP-leden hun horloge gelijk met de klok van de Heikese kerk. Van Zanten geeft vervolgens bij de afdeling Bevolking een brief af, bestemd voor Vuijsters.[8] In deze brief verzoekt de pastoor van de Sacramentsparochie Vuijsters om rond half een bij de weduwe Verbunt[9] aan de Nieuwlandstraat 48 langs te gaan. Daar bevindt zich een geestelijke die problemen heeft met zijn papieren, maar zich liever niet laat zien bij de afdeling Bevolking.

Op hetzelfde tijdstip bellen de KP-leden Rein Hoogeboom en Gerrit Frederiks aan bij de weduwe Verbunt. Zij geven zich uit als belastingambtenaren en willen mevrouw Verbunt spreken. Ze worden door het dienstmeisje in de tussenkamer gelaten. Mevrouw Verbunt vertrouwt het echter niet: de mannen blijven zitten en nemen hun hoed niet af. Ze drukt op de personeelsbel, maar de mannen waarschuwen haar geen alarm te maken. Ze vertellen dat er een overval zal plaatsvinden en weten haar ervan te overtuigen dat haar niets zal overkomen als ze zich niet verzet. Verder wordt afgesproken dat ze pas na twee uur alarm zal slaan, zodat de mannen de tijd hebben zich in veiligheid te stellen. Mevrouw Verbunt, de beide mannen en de twee dienstmeisjes, Tonny (het keukenmeisje) en Riet (het binnenmeisje), blijven in de tussenkamer. Intussen heeft een van de mannen zich ervan vergewist dat er geen andere personen in het huis zijn. Een van de KP-mannen gaat met Riet naar de achter de tuin gelegen wijnhandel waar Jan Karel, de zoon van mevrouw Verbunt werkt. Halverwege de tuin keren ze echter om zonder Jan Karel gezien te hebben.

Als Vuijsters tegen half één van zijn kantoor naar de Nieuwlandstraat vertrekt wordt hij onopvallend gevolgd door Van Zanten en de KP-leden Meyer en Swaneveld. Vuijsters belt aan in de Nieuwlandstraat en Riet doet open. Meyer fietst dan snel naar de woning van Vuijsters (Korvelseweg 47) om te zeggen dat hij nog niet weg kan op kantoor en pas om half twee thuiskomt om te eten. Binnen wordt Vuijsters gedwongen om zijn sleutels af te geven. Er is echter alleen maar een sleutel van de brandkast. De sleutel van de kluis zou hij niet bij zich hebben. Mevrouw Verbunt, Vuijsters en de beide dienstmeisjes worden dan opgesloten in de badkamer. Daar probeert Vuijsters mevrouw Verbunt ongemerkt een sigarendoosje in handen te spelen. Dat mislukt echter en Van Zanten gaat naar de afdeling Bevolking om Simons te vragen waar de sleutel van de kluis was. Vuijsters wordt gefouilleerd en dan komt er een sigarendoosje tevoorschijn met daarin de sleutel van de kluis. Vuijsters wordt dan op de overloop aan een stoel vastgebonden. Omstreeks tien voor één loopt Simons naar Broers met de mededeling dat Vuijsters hem telefonisch had verzocht om even naar de Nieuwlandstraat te komen. Daar aangekomen wordt Broers eveneens vastgebonden.[10]

De sleutels worden afgegeven aan Eb Huttinga die buiten staat en vervolgens door Beer van Veenendaal naar Huub Simons gebracht. Simons opent de kluis en de brandkast, vult de klaargelegde zakken met de zegels en andere waardepapieren zet de zakken achter de tochtdeur. Dan legt hij het witte papiertje in de vensterbank ten teken dat de buit opgehaald kan worden. Het is dan iets na enen. Mevrouw Romp, die bij de kerk stond, loopt naar de achter de kerk geparkeerde auto die snel komt voorrijden. Beer die tegenover het kantoor van bevolking wachtte neemt de zakken mee, zet die in de auto en stapt in. De auto rijdt vervolgens naar de Emmastraat waar even later Simons instapt.

Tegen half twee lukt het Vuijsters en Broers om zich los te maken en mevrouw Verbunt en de beide dienstmeisjes te ontzetten. Via een zijingang verlaten ze het huis waarna ze richting Markt lopen. Onderweg meent Vuijsters Van Zanten te herkennen in iemand die voor hen uit fietste. Broers verklaart later dat zij niet naar de afdeling Bevolking gingen om eventuele KP-leden de gelegenheid te geven het gebouw te verlaten. In plaats daarvan gaan zij naar het hoofdbureau van politie aan de Bisschop Zwijsenstraat om aangifte te doen van diefstal van de sleutels. Daar aangekomen moet Broers met een politieauto meerijden naar het station om te zien of de twee personen die hem vastgebonden hadden te zien waren onder de treinreizigers. Bij het station ziet hij Hoogeboom en Frederiks lopen, maar Broers zwijgt.

Vuijsters en mevrouw Verbunt worden ondervraagd door politiecommissaris Boersma die vervolgens politieversterking stuurt naar het kantoor van de afdeling Bevolking. Op het station wordt gecontroleerd en omliggende gemeenten wordt gevraagd wegen af te zetten. De sleutels van de kluis en de brandkast zijn gestolen, maar op de afdeling Bevolking heeft niemand iets bijzonders opgemerkt. Kennelijk is er niets gebeurd en gedacht wordt dat de overvallers op een gunstig moment terug zullen komen om de brandkast leeg te halen.

Centrum van Tilburg in 1944. A: kantoor Bevolking, B: woonhuis wed. Verbunt, C: Heikese kerk, D: politiebureau, E: stadhuis, F: station.

De dagen na de overval

Als op dinsdagavond blijkt dat Simons verdwenen is terwijl zijn kantoorjas er nog hangt, rijst het vermoeden dat er toch iets gebeurd kan zijn. Desondanks wordt ’s nachts de kluis door de politie bewaakt. Omdat er geen reservesleutel is, moeten de volgende ochtend medewerkers van een brandkastenfabriek de kluis openbranden, een karwei dat de hele ochtend duurt. “Tegen de middag was de deur geforceerd. Boersma schoot naar voren, keek in de kluis en zei: ‘Leeg, die ambtenaar heeft zijn doodvonnis getekend.’’[11]

Jan Poort, die getuige is van het openen van de kluis, kan geen zich beter alibi wensen: op het moment dat de brandkast leeggehaald werd had hij samen met een collega een afspraak in Den Bosch met een medewerker van de Beauftragte voor Noord-Brabant.
De Sicherheitspolizei stelt meteen een onderzoek in, maar veel aanknopingspunten zijn er niet. De hoofdverdachte Simons is spoorloos. Als represaillemaatregel worden zijn verloofde, Annie van Leer, zijn vader (Bernardus J.A.) en twee broers, Henricus F.M. en Josephus B.G., gearresteerd. Verder wordt Nico Hoogers aangehouden evenals een vriend van Simons, C. Hombergh. Allen zijn overgebracht naar Haaren.[12] Ook Vuijsters en Jan-Karel, de zoon van mevrouw Verbunt, worden gearresteerd. Vuijsters komt weer snel vrij, maar Jan Karel Verbunt moet ook naar Haaren en komt pas na drie maanden weer vrij.

Simons duikt op verschillende plaatsen onder, onder meer in Geldermalsen, Buren en Groenlo. Pas na de bevrijding keert hij terug naar Tilburg. Met het leeghalen van de brandkast beleefde hij zijn ‘finest hour.’ Zo kon hij revanche nemen op Vuijsters die hem voortdurend op de vingers keek, ondergeschikt werk liet doen en met ontslag gedreigd had. De gevoelens van Simons tegenover Vuijsters komen tot uiting in een triomfantelijk briefje dat hij op 25 januari voor Vuijsters achterlaat.

Nasleep

Kort na de actie in Tilburg valt de KP-Soest door verraad uiteen en Willem Lengton en Rut van Veenendaal werden geëxecuteerd. Verraadster is Miep Oranje (1923-?) van wie sinds begin 1945 niets meer vernomen is en ook nooit berecht kon worden. Een broer van Huub Simons laat zich tegen NSB-politieagent Gerrits ontvallen dat bij hem thuis vermoedelijk om de veertien dagen een meisje kwam, Knibbeler geheten, dat naar Huub vroeg. Hij dacht dat ze illegale blaadjes kwam brengen. Wegens vermeende betrokkenheid bij de overval op de afdeling Bevolking zijn begin februari Wilhelmina Knibbeler (1921–1985), haar verloofde, Henricus van Helvoirt (1919–1988) en Piet Muselaers (1916–1945) aangehouden en overgebracht naar Haaren. Piet Muselaers komt uiteindelijk in het concentratiekamp Neuengamme bij Hamburg terecht, waar hij dwangarbeid verricht. Hij sterft daar op 7 februari 1945 aan de gevolgen van ernstige mishandeling, uitputting en ondervoeding.

Betrokken personen

Gemeenteambtenaren

  • Poort, Johannes (Jan) Petrus Theodorus Maria ((Tilburg 09-08-1914, Tilburg 01-03-1987), chef van het Evacuatiebureau van de afdeling Bevolking. Hij was gehuwd met Maria van der Hoeven. Voor zijn vele verzetsactiviteiten werd hem het Verzetsherdenkingskruis toegekend.
  • Bernardus Wilhelmus Josephus (Jos.) Vuijsters (Tilburg 28-08-1880, Oisterwijk 05-01-1963), hoofdcommies-afdelingschef 5e afdeling (Bevolking, Burgerlijke Stand, Militaire Zaken)
  • Hubertus (Huub) Cornelis Maria Simons (Tilburg 05-02-1922, Tilburg 19-09-1991)
  • Franciscus Broers (Gilze en Rijen 04-08-1892, Tilburg 26-12-1964)

Medewerkers KP-Soest

  • Johannes van Zanten (Culemborg 01-06-1911, Apeldoorn 02-12-1944)
  • Willem Lengton (Zwolle 04-04-1917, Wassenaar, Waalsdorpervlakte, 14-04-1944)
  • Rut van Veenendaal (‘Liet’), gearresteerd op 11-02-1944 (Soest 02-05-1921, Overveen 16-02-1944)
  • Gerrit Frederiks (Kamperveen 03-05-1918, Dachau 18-04-1945)
  • Hendrik Romp (Amsterdam 20-10-1897, Amsterdam 14-04-1945)
  • Ham Meyer
  • Rein Hogeboom
  • Beer van Veenendaal
  • Jochem Swaneveld
  • Eb (Egbert) Huttinga
  • Jan Corna

Bronnen

Regionaal Archief Tilburg

Nationaal Archief, Den Haag

Literatuur

  • Jong, L. de. Het koninkrijk der Nederlanden in de Tweede Wereldoorlog 1939-1945, deel 7. Den Haag 1976. (deel 2, p. 689–698).
  • N.N. [Poort, J.] Tilburg in de oorlogsjaren 1940-1945. Tilburg z.j. [1948].
  • Beer, Ad de, Zomaar een stad. Tilburg 1940-1945. Tilburg 1994.

Externe links

Noten

  1. Alle inwoners van Nederland die in het bevolkingsregister of het verblijfsregister ingeschreven zijn krijgen vanaf 1939 een distributiestamkaart. Die kaart is nodig om in aanmerking te komen voor bonnen voor voedsel en andere goederen. In 1941 wordt ook voor iedere inwoner vanaf 15 jaar een persoonsbewijs ingevoerd. Deze van een foto voorziene persoonsbewijzen worden vaak vervalst om aan voedselbonnen te kunnen komen voor onderduikers. Met de invoering van de tweede distributiestamkaart wil Rauter, de höhere SS-und Polizeiführer, onderduikers uithongeren. De tweede distributiestamkaart wordt namelijk pas uitgereikt als blijkt dat de gegevens op het persoonsbewijs overeenstemmen met die in het bevolkingsregister. Op het persoonsbewijs wordt vervolgens de helft van een controlezegel geplakt (de ‘Rauterzegel’), de andere helft van de zegel komt op de distributiestamkaart. Bij inlevering van deze kaart wordt vervolgens de tweede distributiestamkaart uitgereikt. Wie geen ‘geldig’ persoonsbewijs heeft, kan dus niet meer aan voedselbonnen komen. Mede door de overval op de afdeling Bevolking in Tilburg loopt het plan van Rauter uit op een groot fiasco.
  2. De zegels en andere waardepapieren werden opgeborgen in de brandkast die in de kluis stond.
  3. Markt 5, gesloopt.
  4. De aanslag op Gerrits mislukte echter en kostte uiteindelijk zes verzetsmensen, waaronder Wim Berkelmans, het leven.
  5. De meeste ambtenaren gingen tussen de middag naar huis om te eten.
  6. De Beer (1994), p. 100.
  7. Ze hadden ook hun fietsen meegenomen. Om tegenover de conducteur geen argwaan te wekken kochten ze kaartjes met verschillende reisbestemmingen.
  8. In het oorspronkelijke scenario van Poort staat dat een ‘juffrouw’ de brief afgeeft. Dezelfde juffrouw moet ook opendoen als Vuijsters in de Nieuwlandstraat aanbelt.
  9. Er werd gezocht naar een huis nabij het kantoor van Bevolking waar een alleenstaande vrouw woonde. Drie vrouwen kwamen in principe aanmerking: Elisabeth Sträter en de wed. Brouwers-van Waesberghe, beiden woonachtig aan de Zomerstraat en de wed. Verbunt aan de Nieuwlandstraat.
  10. Later verklaarde Simons dat hij Broers, die toen middagwacht had, kwijt wilde.
  11. De buit bestond uit 105.000 Rauterzegels, 6610 zegels voor de uitvoering van het Persoonsbesluit, 700 blanco persoonsbewijzen voor Nederlanders, 48 blanco persoonsbewijzen voor vreemdelingen, 37 blanco persoonsbewijzen voor Nederlandse onderdanen (bijv. inlanders uit Ned. Indië) en 65 paspoortzegels.
  12. Polizei- und Untersuchungsgefängnis Lager Haaren.