Cookies helpen ons onze services aan te bieden. Door onze services te gebruiken stemt u in met het gebruik van onze cookies.

Nieuw college al weer een half jaar aan de slag

Over wethouders en bridgers



Onze gemeente is drie kersverse wethouders rijker. Corné Machielsen (Kern’75), Merijn Scheifes (Groen Gilze en Rijen) en Mariëlle Doremalen (PvdA) zijn nu bijna een half jaar aan de slag. Met dank aan verkenner Walter de Vet wisten hun partijen in recordtempo de nieuwe coalitie te vormen en tot een college te komen. En dus konden de drie zich al op 25 april, veertig dagen na de gemeenteraadsverkiezingen, officieel wethouder noemen. In deze tijd van langdurig onderhandelen zullen weinig collega’s in het land hen dit hebben nagedaan. Meteen al geschiedenis geschreven.

Over geschiedenis gesproken, hoeveel ambtsgenoten zijn hen in onze eigen gemeente eigenlijk voorgegaan? Sinds 1851, toen de naam wethouder werd ingevoerd, hebben we er 43 de revue zien passeren; om precies te zijn 36 mannelijke en zeven vrouwelijke voorgangers. En daar heeft het vorige college met zes wethouders aardig aan bijgedragen. Alleen het CDA al was in die periode (2018-2022) goed voor drie, omdat er twee wethouders van die partij tussendoor vertrokken. Bovendien ging de coalitie tussentijds van drie naar vier partijen en breidde het college uit met een vierde wethouder.

Derde wethouder Over hoeveel wethouders we normaal gesproken in één periode beschikken? In het verleden schommelde dit aantal tussen de twee, drie en vier. Lang was dat afhankelijk van het aantal inwoners dat de gemeente telde. In 1970 bijvoorbeeld had Gilze en Rijen met 17.534 inwoners recht op twee wethouders. Wel kon Gedeputeerde Staten hier een uitzondering op maken en dit aantal in bijzondere omstandigheden bijstellen. Raadslid Hennekam deed daar in die bestuursperiode een beroep op. Hij wilde naar drie, omdat hij vond dat de taak van een wethouder steeds zwaarder werd. Bovendien zou toenmalig burgemeester Krol met pensioen gaan en dat betekende dat één van de twee wethouders als waarnemend burgemeester moest fungeren. Na een eerste afwijzing bleek Gedeputeerde Staten toch gevoelig voor de aangedragen extra argumenten en stemde in met een derde wethouder. Nu wil het toeval dat kunstenaar Jan Derks juist in die tijd een kunstwerk aan de gemeente schonk dat ‘Groei en ontwikkeling’ heette, heel toepasselijk in die tijd. Het kwam vlakbij het gemeentehuis in de Mariastraat in Rijen te staan en kreeg in de volksmond de naam ‘de derde wethouder’. Sauwelaar Henk Martens inspireerde het tot het versje: ‘Amsterdam heej zun Lievertje Assen heej zun Bartje Brussel heej zun Manneke Maar Rijen heej zun Wethouwerke’


De echte derde wethouder was van 1971 tot 1974 Leo Uijtendaal. Hij kreeg een replica van het kunstwerk aangeboden. Uijtendaal was van 1935 tot 1943 ook al wethouder geweest. Ook een deel van de Tweede Wereldoorlog dus. De gemeenteraad was weliswaar door de Duitsers weggestuurd, maar de wethouders functioneerden nog als adviseur van de burgemeester. Na de oorlog moest Uijtendaal, tevens directeur van NV Lederfabriek Noord-Brabant, voor het Tribunaal verschijnen en kwam er een onderzoek naar zijn handel en wandel tijdens de bezetting. Het onderzoek viel in zijn voordeel uit: geen strafoplegging, onvoorwaardelijk buiten vervolg. Na zijn vrijspraak kwam hij in 1946 weer terug als raadslid. In 1974 nam hij afscheid, na in totaal 42 (!) jaar raadslid geweest te zijn, waarvan 11 jaar wethouder.

Vijftig jaar in het gemeentebestuur Maar bovenaan de lijst van ‘volhouders’ staat Willem Willemen, die een halve eeuw lang actief bleef in het gemeentebestuur. Van 1834 tot 1884 was hij lid van de gemeenteraad, waarvan maar liefst 48 jaar als assessor/wethouder. Oorspronkelijk was hij landbouwer, maar hij schakelde over naar beroepsbroodbakker in een bakhuis op het erf van Hoeksestraat 1. En dat allemaal naast zijn politieke activiteiten; dat kon toen nog. Willemen maakte in 1851 ook de overgang mee naar de nieuwe gemeentewet, die een opener en democratischer bestuursstelsel voorstond. De raad was voortaan het hoofd van de gemeente en raadsleden werden in het vervolg met rechtstreekse verkiezingen gekozen. Let wel, rechtstreeks betekende toen nog dat alleen zij mochten kiezen, die een som van minstens tien gulden per jaar aan ’s Rijks directe belastingen betaalden. In onze gemeente waren daardoor maar 173(!) van de 2835 inwoners stemgerechtigd…..

Zo moeder zo zoon Nieuw was in 1851 ook dat wethouders voortaan door de raadsleden uit hun midden gekozen werden en na hun benoeming lid van de raad bleven. Pas bij de invoering van het dualisme in 2002 zou dat weer op de schop gaan. Wethouders worden nu nog steeds voor vier jaar door de gemeenteraad gekozen, maar zijn daarna geen lid meer van de raad. Bovendien kunnen ze ook van buitenaf komen. Dat was dit keer bijvoorbeeld met Merijn Scheifes het geval. Hij was niet als raadslid gekozen, stond als inwoner van Breda zelfs niet op de verkiezingslijst, maar Groen Gilze en Rijen droeg hem als wethouderskandidaat voor. Overigens heeft hij wel de nodige binding met de gemeente. Hij is geboren en getogen in Rijen en zijn moeder Ingrid Scheifes was hier een van de eerste vrouwelijke wethouders en bleef dat twintig jaar lang (1986-2006). Gevalletje ‘zo moeder zo zoon’ dus, iets wat in de Gilze en Rijense geschiedenis welgeteld één keer eerder voorkwam, maar dan in de vader-zoonvorm. J.B.L. Verster was raadslid van 1895 tot 1901 en wethouder van 1901 tot 1910; zijn zoon Arnold Verster was raadslid van 1931 tot 1943 en meteen na de oorlog wethouder in de noodgemeenteraad, van 1945 tot 1946.

Bridgeclub als kweekvijver We komen in de lokale geschiedenis ook Caesar de Theije tegen met een mooie staat van dienst: 23 jaar raad waarvan 16 jaar wethouder. Maar er was nóg iets opmerkelijks aan hem. Hij stond in 1939 op lijst elf, de vrije lijst waarmee de bridgeclub aan de gemeenteraadsverkiezingen meedeed. Deze lijst bracht hem samen met de heren Noij en Soeterboek in de raad. Na de oorlog kwam De Theije terug in de noodgemeenteraad en hij werd in 1946 wethouder. Tot 1962 droeg hij vanuit die functie een aardig steentje bij aan de wederopbouw van onze gemeente. Al die jaren bleef hij vanuit de Katholieke Arbeidersbeweging de arbeider door dik en dun trouw. Lijst elf van de bridgeclub in 1939 bleek een goede kweekvijver te zijn. Er stond nóg een echte ‘bridge builder’ op. Want Toon Noij begon via diezelfde weg aan een mooie politieke loopbaan die 39 jaar zou duren: 23 jaar raadslid en daarna zestien jaar wethouder. En ook hij was een echte vakbondsman. Hij werkte bij Ericsson en vervulde daarnaast nog allerlei andere sociale functies binnen de gemeente.

Legendarisch


Legendarisch was Gerrit Boemaars, die in de wandelgangen ook wel de burgemeester van Molenschot werd genoemd. In 1953 kwam hij met de Boerenlijst voor het eerst in de gemeenteraad van Gilze en Rijen. Alles bij elkaar zou hij 33 jaar gemeenteraadslid zijn, waarvan acht jaar wethouder. Na dertien jaar Boerenlijst, kwam hij In 1966 uit met zijn ‘eigen’ Lijst Boemaars (lijst 9). Van de 1001 stemmen die deze lijst van de kiezers kreeg, haalde hij er zelf 969 binnen. In 1974 werd hij wethouder. In 1982 vertrok hij na 29 jaar voor het eerst uit de politiek. ‘Een markant figuur’ en ‘burgemeester van Molenschot’ schreven de kranten. Maar hij kwam terug bij de verkiezingen van maart 1990. Uit ongenoegen met de toenmalige gemeentepolitiek pakte hij de draad weer op. De 73-jarige stond op de CDA-lijst op de veertiende plaats. Voor menigeen zou die plek onverkiesbaar geweest zijn, niet voor Gerrit Boemaars. De 410 voorkeurstemmen die hij kreeg, waren goed voor weer een raadszetel. Een jaar later kon hij dan ook zijn dertigjarig raadslidmaatschap vieren. In maart 1994 nam hij definitief afscheid als raadslid. Twee maanden na zijn afscheid overleed hij. In Molenschot werd de Wethouder Boemaarsstraat naar hem genoemd.

En heb je het over diehards, dan moet je toch zeker Lau Lavooij (PvdA) niet onvermeld laten. Die liet het ook niet zomaar afweten. Met 36 jaar besturen neemt hij in de wat recentere lokale politieke geschiedenis de koppositie in. Hij kwam in 1978 en nam afscheid in 2014 en had er toen achttien jaar als raadslid en achttien jaar als wethouder opzitten.

Beginnetje Zo zie je, er valt uit de Gilze en Rijense geschiedenis van alles over wethouders op te halen. En dan hebben we het nog niet eens over de inhoud gehad en over alle perikelen die daarbij horen. Het is nu aan Corné Machielsen, Merijn Scheifes en Marielle Doremalen om (als bridge builders?) geschiedenis te schrijven. Ze hebben er in ieder geval al een mooi beginnetje mee gemaakt.

Meer weten over wethouders en raadsleden die onze gemeente kende? Ga naar www.heemkringmolenheide.nl en kies onder de knop ‘Verhalen van vroeger’ voor ‘Over de kiesdrempel – politieke pagina’. Daar vind je heel veel informatie over de politiek in Gilze en Rijen, onder andere de lijsten ‘Assessoren en wethouders sinds 1851’ en ‘Schepenen en gemeenteraadsleden sinds 1345’.

Tekst: Mariëlle van Hezewijk; Fotoredactie: Piet Weterings Bronnen: www.tijdmachinegilzerijen.nl; www.heemkringmolenheide.nl; Beeldbank Heemkring Molenheide; Kwartaalblad De Mulder.

Onderschriften: 

1. Kunstwerk de derde wethouder 2. Uijtendaal was de echte derde wethouder 3. Gerrit Boemaars – de burgemeester van Molenschot