Cookies helpen ons onze services aan te bieden. Door onze services te gebruiken stemt u in met het gebruik van onze cookies.

Mozes-Zilverberg, Kaatje: verschil tussen versies

(Achtergrond)
(Literatuur)
Regel 61: Regel 61:
  
 
==Literatuur==
 
==Literatuur==
 +
* J. Bader, ''Kroniek van 'n Vervolging, Joden in Tilburg, Waalwijk en omstreken'' (Soesterberg 2018).
 
* Ad de Beer en Gerrit Kobes, ''Het leven gebroken. De geschiedenissen van de Tilburgers die als gevolg van de strijd tegen Duitsland en de bezetting van Nederland om het leven kwamen'', Tilburgse Bronnenreeks 4 (Tilburg 2002).
 
* Ad de Beer en Gerrit Kobes, ''Het leven gebroken. De geschiedenissen van de Tilburgers die als gevolg van de strijd tegen Duitsland en de bezetting van Nederland om het leven kwamen'', Tilburgse Bronnenreeks 4 (Tilburg 2002).
 
* Leo Feijten, ''‘Ik geloof dat hij Hans heette’. Het waargebeurde verhaal van een Joods vluchtelingetje tijdens de Tweede Wereldoorlog'' (Venray 2011).
 
* Leo Feijten, ''‘Ik geloof dat hij Hans heette’. Het waargebeurde verhaal van een Joods vluchtelingetje tijdens de Tweede Wereldoorlog'' (Venray 2011).
* J. Bader, ''Kroniek van 'n Vervolging, Joden in Tilburg, Waalwijk en omstreken'' (Soesterberg 2018).
 
 
* Jan Timmermans, 'Waterhoefstraat 33, Tilburg', in: ''Joodse Huizen 9, Verhalen over vooroorlogse bewoners'' (2023)
 
* Jan Timmermans, 'Waterhoefstraat 33, Tilburg', in: ''Joodse Huizen 9, Verhalen over vooroorlogse bewoners'' (2023)
  

Versie van 24 mrt 2023 om 14:27

Kaatje Mozes-Zilverberg
Volledige namen Kaatje Zilverberg
Geboortedatum 27-10-1897
Geboorteplaats Amsterdam
Adres Waterhoefstraat 33
Woonplaats Tilburg
Burgerlijke staat gehuwd
Naam echtgeno(o)t(e) Salomon Mozes
Overlijdensdatum 11-06-1943
Plaats van overlijden Sobibór (PL)

Geef de oorlog een gezicht!

Kun jij ons helpen met het schrijven van het levensverhaal van deze persoon?

Hoewel het meer dan 75 jaar geleden is dat er een einde kwam aan de Tweede Wereldoorlog blijft het belangrijk de slachtoffers te herdenken. We willen door hun verhaal te vertellen de slachtoffers eren en de herinnering levend houden

Alle Tilburgse oorlogsslachtoffers zijn opgenomen in de Wiki Midden-Brabant en we streven er naar van ieder een levensbeschrijving en foto op te nemen.

Helaas hebben we van sommigen maar beperkte of soms helemaal geen informatie. We hebben jouw hulp nodig deze levensverhalen vast te leggen door ontbrekende informatie aan te vullen met verhalen of foto’s. We ontvangen je reactie graag via info@regionaalarchieftilburg.nl o.v.v. Wiki Oorlogsslachtoffers.

In bewerking

Mozes-Zilverberg, Kaatje (geb. Amsterdam 27-10-1897, gest. Sobibór (PL) 11-06-1943), ziekenverpleegster. Dochter van Jacob Zilverberg (1873–1937), schilder en Roosje de Groot (1867–1943). Op 11-06-1924 trouwde zij met Salomon Mozes. Zij kregen drie kinderen. Op 11-06-1943 werd Kaatje Zilverberg in Sobibór vermoord.

Achtergrond

Kaatje Zilverberg werd op 27 oktober 1897 in Amsterdam geboren als dochter van Jacob Zilverberg (Hoogeveen 26-01-1873, Hoogeveen 13-11-1937), schilder, en Roosje de Groot (Amsterdam 22-01-1867, Sobibór (PL) 21-05-1943).

Zilverberg was verpleegster in het Nederlands Israëlitisch Oude Mannen- en Vrouwen(zieken)huis in Amsterdam. Daar werkte ook Salomon Mozes met wie zij op 11 juni 1924 in Hoogeveen in het huwelijk trad. In Amsterdam werden twee dochters geboren; Martha (1925-1997) en Roosje Salka. Op 10 januari 1929 begon Salomon in een tijdelijke aanstelling als verbandmeester bij de medische dienst van de Centrale Werkplaats van de Nederlandse Spoorwegen in Tilburg. In februari 1929 verhuisde het gezin Mozes vanuit Amsterdam naar de Waterhoefstraat 33 (Huidig nummer: 63) in Tilburg. Op 1 augustus 1931 beviel Kaatje van een dochter, Jacoba, die acht dagen na de geboorte overleed.

Instituut Voetzorg
NTC 30-07-1941.jpg
Nieuwe Tilburgsche Courant, 30-07-1941

Het echtpaar Mozes-Zilverberg was actief in de Nieuw-Malthusiaanse Bond (de voorloper van de Nederlandse vereniging voor Seksuele Hervorming, NVSH). In het augustusnummer van 1939 van Verstandig Ouderschap, staat Kaatje Mozes-Zilverberg genoemd als medewerkster voor Brabant en Limburg. In het nummer van februari 1940 wordt een briefschrijver verwezen naar Mozes voor meer informatie over de verstrekking van een voorbehoedmiddel.[1] Mozes was daarnaast bestuurslid van het Groene Kruis en van woningbouwvereniging Samenwerking. Omdat hij Jood was, moest hij op last van de bezetter eind 1940 uit deze besturen verwijderd worden. [2]

In het voorjaar van 1941 namen Kaatje en haar man een uit Duitsland gevluchte pleegzoon in huis, Horst Eichenwald. In de zomer van hetzelfde jaar begon Kaatje met Instituut Voetzorg. Zij plaatste advertenties in het Maandblad van de Nederlandsche Vereniging van Huisvrouwen, het Nieuwsblad van het Zuiden en de Nieuwe Tilburgsche Courant.[3] Kaatje nam er zelfs een telefoonaansluiting voor.

Kaatje en Salomon Mozes waren bevriend met het echtpaar Van Pelt. Bart van Pelt (1889-1958) was gemeenteraadslid voor de SDAP in Tilburg. In Amsterdam was het echtpaar Mozes-Zilverberg actief geweest bij de Arbeiders Jeugd Centrale (AJC), de socialistische jeugdbeweging van de SDAP. Hun dochters Martha en Roosje waren lid van de Tilburgse afdeling van de AJC. Kaatje en Salomon onderhielden vriendschappelijk banden met de leiding van de Tilburgse AJC.[4]

Deportatie

Omdat haar man als gediplomeerd verpleger voor de Joodse Raad afdeling Tilburg werkzaam was, kreeg het gezin van Kaatje Mozes een ‘Sperre’ (voorlopige vrijstelling van deportatie). Op 29 maart 1943 verscheen echter een besluit van de hoogste vertegenwoordiger van de SS in Nederland, Hanns Albin Rauter, dat met ingang van 10 april 1943 de aanwezigheid van Joden in een aantal provincies - waaronder Noord-Brabant - verboden was. Joden die zich dan nog in de genoemde provincie ophielden, moesten overgebracht worden naar kamp Vught. Uitgezonderd waren leden van de Joodse Raad en gemengd gehuwde Joden. Voor het gezin Mozes verviel de eerdere vrijstelling. Zij behoorden tot een groep van 39 Tilburgse Joden die op 9 april 1943 met een bus naar Vught gebracht zijn. Zes zieken werden direct overgebracht naar Westerbork, de rest bleef in Vught. Kaatje wordt, gescheiden van haar man, met de kinderen ondergebracht in het vrouwenkamp. Op 7 juni 1943 is Kaatje met haar jongste dochter en pleegzoon met het zogeheten ‘Kindertransport’ vanuit Vught via Westerbork naar Sobibór gedeporteerd waar ze bij aankomst zijn vermoord. Kaatje Zilverberg werd 45 jaar.[5]

Gebeurtenis

Struikelstenen

  • Op 7 april 2019 zijn voor het huis Waterhoefstraat 63 struikelstenen gelegd voor het gezin Mozes en pleegzoon Horst Eichenwald.

Bronnen

Regionaal Archief Tilburg

Literatuur

  • J. Bader, Kroniek van 'n Vervolging, Joden in Tilburg, Waalwijk en omstreken (Soesterberg 2018).
  • Ad de Beer en Gerrit Kobes, Het leven gebroken. De geschiedenissen van de Tilburgers die als gevolg van de strijd tegen Duitsland en de bezetting van Nederland om het leven kwamen, Tilburgse Bronnenreeks 4 (Tilburg 2002).
  • Leo Feijten, ‘Ik geloof dat hij Hans heette’. Het waargebeurde verhaal van een Joods vluchtelingetje tijdens de Tweede Wereldoorlog (Venray 2011).
  • Jan Timmermans, 'Waterhoefstraat 33, Tilburg', in: Joodse Huizen 9, Verhalen over vooroorlogse bewoners (2023)

Externe links

Noten

  1. Jan Timmermans, 'Waterhoefstraat 33, Tilburg', in: Joodse Huizen 9, Verhalen over vooroorlogse bewoners (2023)
  2. Joden mochten geen bestuursfunctie hebben in door de overheid gesubsidieerde organisaties.
  3. Jan Timmermans, 'Waterhoefstraat 33, Tilburg', in: Joodse Huizen 9, Verhalen over vooroorlogse bewoners (2023)
  4. Jan Timmermans, 'Waterhoefstraat 33, Tilburg', in: Joodse Huizen 9, Verhalen over vooroorlogse bewoners (2023)
  5. Haar man Salomon en haar oudste dochter Martha bleven achter in Vught, waar Salomon korte tijd op de polikliniek van het kampziekenhuis werkte. Hij werd op 16 juli 1943 in Sobibór vermoord. Martha werkte in Vught voor Philips. Later zou ze via Auschwitz voor Telefunken in Breslau werken. Na vele omzwervingen kwam ze uiteindelijk in Zweden terecht. In 1946 keerde ze terug naar Nederland.