Cookies helpen ons onze services aan te bieden. Door onze services te gebruiken stemt u in met het gebruik van onze cookies.

Molens: verschil tussen versies

 
Regel 6: Regel 6:
  
 
[[Categorie:Bouwwerk_in_Tilburg]]
 
[[Categorie:Bouwwerk_in_Tilburg]]
[[Categorie:Geschiedenis_Tilburg]]
 

Huidige versie van 1 nov 2022 om 12:48

De oudste schriftelijke vermelding van een molen in Tilburg dateert uit 1310, maar waar deze stond, is onbekend. De eerste expliciete vermelding was die in 1350 van de Korvelse molen. Die stond op de plek waar tegenwoordig de Paterstraat, Meelstraat en Capucijnenstraat samenkomen. Een nazaat daarvan werd in 1929 ontmanteld. Deze molen bestond vermoedelijk al in 1280. Dat geldt ook voor een molen op wat nu het Rosmolenplein heet en die, zij het niet expliciet, in 1338 voor het eerst wordt genoemd.

In de loop der tijd heeft Tilburg in totaal veertien windmolens, een watermolen, vijftien rosmolens en vijftien meelfabrieken en maalderijen gekend. Ze stonden onder meer in een verdwenen deel van de Noordstraat, aan de Bosscheweg, in de Reitse Hoevenstraat (De Oliemeulen), in de Elzenstraat en aan de Broekhovenseweg. De molens werden gebruikt voor het malen van graan, het malen van eikenschors ten behoeve van de leerlooierijen en het slaan van olie uit oliehoudende zaden. De enige watermolen stond aan wat nu Voldijk heet in de Reeshof.

De laatste molen, die aan de Broekhovenseweg, werd in 1984 gesloopt en daarmee waren ze allemaal uit het straatbeeld verdwenen. Er bestaan nog twee restanten, zijnde gedeeltes van molenrompen aan het Rosmolenplein en in de Van Bylandtstraat (J.C.H. Teurlings & Zonen). In 2007 schreven Ad Vorselaars en Jan Scheirs over deze historie in het boek Molens, Maalderijen en Meelfabrieken in Tilburg.