Mislukte bevrijdingsaanval op Goirle, 5 oktober 1944.

5 oktober 1944: een zwarte bladzijde in de oorlogsgeschiedenis van Goirle. In plaats van bevrijding, begint voor Goirle het oorlogsgeweld.

van D-Day tot 5 oktober 1944.

Generaal Dwight D. Eisenhower gaf ons in de vroege ochtend van 6 juni weer hoop. Voor de B.B.C. radio sprak hij de historische boodschap “Volken van West-Europa, troepen van het geallieerde expeditieleger zijn hedenmorgen op de Franse kust geland” De invasie was begonnen en met veel spanning werd het verloop van de strijd gevolgd. De Duitse veldmaarschalk Rommel beloofde de geallieerden weer naar zee te zullen terugdrijven. Ondanks harde gevechten kon hij echter zijn belofte niet nakomen, de geallieerden zetten voet aan wal en waren in staat een stevig bruggehoofd te vormen voor o.m. nieuwe aanvoer van troepen en materieel uit Engeland. Zo ook het tweede bataljon van het King’s Royal Rifle Corps (2 KRRC) dat voor Goirle van grote betekenis is geweest.

Op 27 juni 1944 veroverden de Amerikanen de havenstad Cherbourg en eind juli brak het IIIe Amerikaanse leger door de Duitse linies heen, hetgeen de opmars versnelde. Hitler weigerde zijn troepen terug te trekken en stuurde versterkingen naar Normandie. De geallieerde luchtmacht zorgde er voor dat deze troepen niet of met grote vertraging het front.

Op 19 augustus 1944 sloot de tang rondom het VIIe Duitse leger en bij Falaise werden 40.000 Duitse militairen krijgsgevangen gemaakt. De ineenstorting bij Falaise had de Duitse verdediging behoorlijk gebroken en vijf dagen later stonden de geallieerden aan de Seine. Op 25 augustus 1944 werd Parijs bevrijd. In grote verwarring trokken de Duitsers zich over het gehele front terug op alles wat maar wielen had en zelfs lopend vluchtten zij voor de geallieerde legermacht.

Op 3 september staken de geallieerden de rivier de Somme over en het noord Franse en Belgische landschap leende zich bij uitstek voor tankoperaties. Brussel werd dezelfde dag bevrijd. Op 4 september kregen de geallieerden de haven van Antwerpen ongeschonden in handen. Poppel werd op 4 oktober 1944 bevrijd door 49ste Britse Infanteriedivisie en de 1e poolse Pantserdivisie. Langzaam maar zeker trokken de geallieerde legers richting ons land, richting Brabant, richting Goirle…….

Duitse Kampfgruppen.

Het terugtrekkende Duitse leger was door de geallieerde acties danig verzwakt. Over een breed front werden zij aangevallen. De Duitsers stelden daarom zgn. Kampfgruppen samen, die zo snel mogelijk naar die plaatsen werden gestuurd waar de geallieerden dreigden door te breken. In de omgeving van Tilburg was de Kampfgruppe Chill actief, een zeer ervaren en goed uitgeruste eenheid met o.m. parachutisten-regimenten, die al op verschillende bedreigende plaatsen een doorbrak had voorkomen. Deze Kampfgruppe stelde zich op tussen Tilburg en Goirle en moest tot elke prijs Tilburg verdedigen.

5 tot 10 oktober 1944: Goirle bijna bevrijd.

Om 9 uur vertrokken vanuit Poppel het A-Eskadron van de 27. Canadese Tankbrigade (The Sherbrooke Fusilliers) met hun Sherman Tanks richting Goirle, met ondersteuning van infanteristen en verkenners. Rond de klok van 1 uur in de middag werd het bruggetje over de Leij bij Buitenlust bereikt. “de bedoeling was om over de weg rechtstreeks naar Goirle op te rukken, hetgeen aanvankelijk goed verliep. Echter, nabij een brandend huis ongeveer 1000 m voor ons doel, werden de tanks van sgt. Michaud en Lt. Marshall getroffen door een bazooka, toen zij een brug wilden oversteken. De bemanning van Michauds tank werd bij het verlaten van de tank onder vuur genomen, m.u.z. van Tpr. Whitney, die de tank niet had verlaten. Michaud viel gewond achter zijn tank. Tpr. McGuire viel in de modder met een beenwond en ondanks de eerste hulp waren zijn laatste woorden tot ziens pard. Tpr. Smith kon ontkomen, maar Tpr. Cheeseman werd zwaar gewond overgebracht naar een hospitaal. De infanterie van de vijand viel aan, maar The Lincolns hielden stand….. Nr. 2 Tp werd er op uitgestuurd om de B Compagnie te ondersteunen, die links was uitgebroken. De tanks van Sgt. Cuddie en Cpl. Spence gingen met Ltn. Butler naar de flank en toen werd de tank van Spemce geraakt door een kanon met een groot kaliber… De bemanning sprong er uit maar werden onder vuur genomen. Brazier en Spence werden gedood, Coomer en Giovannetti werden gewond…. Wij moesten tot nader order van hoger hand deze positie vasthouden, dus vuurden wij vanuit onze rechter flank om infiltratie van de vijand te voorkomen. Toen kwam het bericht van hoger hand en het squadron (5 tanks) trokken terug, onder dekking van de duisternis, naar ons hoofdkwartier in Poppel….”

Geschrokken door de snelle opmars van de geallieerden hadden de Duitsers snel een bataljon van Chill naar Buitenlust gestuurd. Vier Duitse tanks schakelden de Canadese tanks uit. Toen steeds meer onderdelen van Chill in Goirle arriveerden beschoten de geallieerden vanuit hun posities Goirle met hun zware artillerie, met vreselijke gevolgen voor de bevolking van Goirle.

Gesneuvelde geallieerde militairen.

- 4. Bn. The Lincolnshire Regiment:

Peter Baker, 19 jaar, Skegness, Lincolnshire.

Georg Harvey Hancock, 19 jaar, Nottingham.

Clifford Drinkall, 27 jaar, Lincolnshire (GB)

- 1/4 Bataljon The King's Own Yorkshire Light Infantry (K.O.Y.L.I.):

Abel Francis Dyson, 24 jaar (GB)

- 27th. Canadese Tankbrigade, The Sherbrooke Fusiliers:

Richard Harold Whitney, 32 jaar, Toronto.

Joseph David Albert Michaud, 26 jaar, Quill, Lake

John King McGuire. 37 jaar. Quill, Lake

- 27. Canadese Tankbrigade, The Sherbrooke Fusiliers: (Andere tank)

Austin William Brazier,20 jaar, Quill lake.

John Anderson Spence, 23 jaar, Ontario.

Gesneuvelde Duitse militairen:

Josef Agl, geb. 24.4.1926 in Sieghartskirchen. 4 KP/FJ R2.

Werner Hartmann, geb. 5.8.1926, Crossen a.d. Oder. 2 kp/ FJR 2 .Jager.

Jakob Robertz, geb. 15.6.1918. 1 Gren.Rgt.937. Unteroffizier.

Ferdinand Schrock, geb. 29.09.1923. 1 Gren.Rgt.937. Gefreiter.

Friedrich Westerkamp, geb. 25.05.1921, Levern. 4 kp FJ R2, Oberjäger.

Siegfried Schlag, geb. 02.07.1927 (17 jaar), Jager.

Mathias Kerp, geb. 12.12.1923, Obergefreiter.

(Gerrit Kobes)