Löwenstein-Eis, Rosa
| Rosa Löwenstein-Eis | ||
| Afbeelding gewenst | ||
| Volledige namen | Rosa Eis | |
| Geboortedatum | 18-08-1912 | |
| Geboorteplaats | Bingen (DE) | |
| Adres | Jan Pieterszoon Coenstraat 13 | |
| Woonplaats | Tilburg | |
| Burgerlijke staat | Gehuwd | |
| Naam echtgeno(o)t(e) | Kurt Löwenstein | |
| Beroep | Fröbelonderwijzeres | |
| Overlijdensdatum | 23-07-1943 | |
| Plaats van overlijden | Sobibór (PL) | |
Geef de oorlog een gezicht!
Kun jij ons helpen met het schrijven van het levensverhaal van deze persoon?
Hoewel het meer dan 75 jaar geleden is dat er een einde kwam aan de Tweede Wereldoorlog blijft het belangrijk de slachtoffers te herdenken. We willen door hun verhaal te vertellen de slachtoffers eren en de herinnering levend houden
Alle Tilburgse oorlogsslachtoffers zijn opgenomen in de Wiki Midden-Brabant en we streven er naar van ieder een levensbeschrijving en foto op te nemen.
Helaas hebben we van sommigen maar beperkte of soms helemaal geen informatie. We hebben jouw hulp nodig deze levensverhalen vast te leggen door ontbrekende informatie aan te vullen met verhalen of foto’s. We ontvangen je reactie graag via info@regionaalarchieftilburg.nl o.v.v. Wiki Oorlogsslachtoffers.
Löwenstein-Eis, Rosa (Bingen (DE) 18-08-1912, Sobibór (PL) 23-07-1943), fröbelonderwijzeres, dochter van Leopold Eis (1879–1942), kuiper en Hedwig Stern (1879–1942). Gehuwd met Kurt Löwenstein. Zij hadden geen kinderen.
Achtergrond
Rosa Eis werd op 18 augustus 1912 in Bingen (Duitsland) geboren als dochter van de kuiper Leopold Eis (Bingen (DE) 21-12-1879, ghetto Piaski (PL) 25-03-1942) en Hedwig Stern (Rümmelsheim (DE) 15-06-1879, ghetto Piaski (PL) 25-03-1942). Zij trouwde op 26 november 1936 in Tilburg met de jurist en koopman Kurt Löwenstein. Hun huwelijk bleef kinderloos.
Rosa Eis had een opleiding voor kinderverzorgster gevolgd. In 1933 gaat zij naar Nederland. Zij vestigt zich eerst in Amsterdam en op 1 september 1934 wordt zij ingeschreven in Tilburg. Zij woont dan als kindermeisje in bij het gezin van Karl en Else Grödel aan de Ringbaan-Oost 196.
In de kleine Joodse gemeenschap in Tilburg leert zij ook haar man kennen die in Tilburg de Noordbrabantsche Lederhandel en Lederwarenfabriek had opgericht, waar herenriemen en bretels gemaakt werden. Vanaf haar huwelijk woont Rosa Eis aan de Jan Pietersz. Coenstraat 13. Begin 1939 vluchten Rosa’s schoonouders, Alfred Löwenstein en Jette Löwenstein-Rindskopf naar Nederland en trekken bij hen in.
Deportatie
Begin december 1942 worden Rosa, haar man en haar schoonouders door de Duitsers gedwongen om in te gaan wonen bij de familie Bernstein[1] aan de Oisterwijksebaan 143. Omdat haar man juridisch adviseur was van de Joodse Raad afdeling Tilburg en voorzitter van het Begrafenisgenootschap van de Nederlands-Israëlitische Gemeente Tilburg beschikten Rosa en haar man over een ‘Sperre’ (voorlopige vrijstelling van deportatie). In het kader van de verplichte ‘concentratie’ in Amsterdam van Joden uit de provincie verhuist het echtpaar Löwenstein op 5 juni 1943 naar Amsterdam. Zij wonen dan aan de Krammerstraat. Zij zijn beiden kort daarop opgepakt en overgebracht naar Westerbork waar ze op 20 juni 1943 aankomen; Rosa in barak 66, haar man in barak 57. Op 20 juli 1943 zijn ze gedeporteerd met de laatste (19e) trein die vanuit Westerbork naar Sobibór reed.[2] Rosa Löwenstein is bij aankomst in Sobibór op 23 juli 1943 vermoord.[3] Rosa Eis werd 30 jaar.
Gebeurtenis
Bronnen
Stadsarchief Amsterdam
- Archief 5009, Inventaris van het Archief van de Burgerlijke stand, Registers van algemene akten, akten van overlijden (in 1940-1945) opgemaakt op schriftelijke aangifte van de Minister van Justitie, deel 33 (7344), 1950, akte 377.
Literatuur
- Ad de Beer en Gerrit Kobes, Het leven gebroken. De geschiedenissen van de Tilburgers die als gevolg van de strijd tegen Duitsland en de bezetting van Nederland om het leven kwamen, Tilburgse Bronnenreeks 4 (Tilburg 2002).
- J. Bader, Kroniek van 'n Vervolging, Joden in Tilburg, Waalwijk en omstreken (Soesterberg 2018).
Externe links
Noten
- ↑ Het gezin Bernstein, man, vrouw en twee dochters, dook onder en overleefde de oorlog.
- ↑ Ook de ouders van Kurt Löwenstein zijn met dezelfde trein gedeporteerd en in Sobibór vermoord.
- ↑ Haar man Kurt is vanuit Sobibór doorgestuurd naar het werkkamp Dorohucza (PL) waar hij op of omstreeks 30 november 1943 omkwam.