Cookies helpen ons onze services aan te bieden. Door onze services te gebruiken stemt u in met het gebruik van onze cookies.

Koepelhal

Koepelhal.jpg

De koepelhal is gebouwd in 1902, als derde wagenmakerij. De hal raakte later in gebruik in andere functies, bijvoorbeeld als magazijn. In de Spoorzone, een gebied van 75 hectare groot, is het een eye-catcher door het koepelvormige dak van tien meter hoog en de constructie van zogeheten knieboogspanten die zijn gekoppeld met V-liggers.

De constructie is voor een fabriekshal uniek in Nederland. Alleen de perronoverkappingen van Den Bosch CS vertonen gelijkenissen. De ontwerper van de Bossche overkappingen was de ingenieur Van Heukelom, maar die van de koepelhal is onbekend. Wel bekend is dat de hal is gebouwd door de firma De Vries Robbé.

Rol binnen de werkplaats

Net als de locomotiefhal was de koepelhal een transversale loods. Dankzij het rolwagenspoor in de lengterichting van het gebouw konden wagons overdwars worden binnengereden vanuit de tweede werkplaats voor wagens en rijtuigen.

Aan de noordzijde werd een bankwerkerij aangebouwd. Later is de koepelhal nog een x-aantal jaren theaterzaal geweest. Toon Hermans, Rita Corita en Willy Alberti hebben er de show gestolen. Tot 2011 was de hal het hoofdmagazijn van de NS-werkplaats.

Huidig gebruik

In 2011 kreeg de hal een geheel nieuwe vloer. Sindsdien is de koepelhal, die 87 bij 24 meter meet, te huur voor allerhande evenementen. Maximaal en onder voorwaarden kan de hal 3.500 mensen herbergen. Er zijn drie kleedruimtes, een productiekantoor en bescheiden sanitaire voorzieningen. Voorzieningen als podia, geluidinstallaties en catering zijn naar wens te regelen per evenement.

Zie ook

Bronnen

  • Oud-medewerker van de NS-werkplaats Hans Clijsen.
  • ‘Tilburgse Spoorzone’ – Cultuurhistorische verkenning: Bilan, Tilburg, 2004.
  • ‘Centrale Spoorwegwerkplaats Tilburg’ – Bouwhistorisch onderzoek: Boei, Hoevelaken, 2008.
  • ‘Nedtrain Tilburg 1868-2003’ – Geschiedenis van de spoorwegwerkplaats D’n Atelier: Henk van Doremalen en Martin van Broekhoven, Tilburg, 2003.