Cookies helpen ons onze services aan te bieden. Door onze services te gebruiken stemt u in met het gebruik van onze cookies.

Jeukens, Hendrik

BalkTiu.jpg

Hendrikus Johannes Maria (Hendrik) Jeukens (1922-1992) is rector magnificus van 1975-1978. Hij is geboren in ’s-Hertogenbosch en doorloopt het gymnasium aan het Aloyisiuscollege in Den Haag. In 1946 behaalt hij zijn doctoraal rechten aan de Rijksuniversiteit Leiden. Hij werkt van 1946 tot 1955 als jurist bij de afdeling Ambtenarenzaken van het ministerie van Binnenlandse zaken en daarna tot 1963 als juridisch adviseur op hetzelfde departement. In 1959 promoveert hij op het proefschrift ‘Burgerlijke Openbare Dienst’, dat onder de titel ‘Het ambtenarenrecht’ als handboek verschijnt.

Hoogleraar Staatsrecht

In 1963 wordt hij in Tilburg benoemd tot hoogleraar Nederlands staatsrecht en vergelijkend staatsrecht, een leerstoel die hij tot 1980 bekleedt. Van zijn hand verschijnen talrijke publicaties en preadviezen. Bij zijn aantreden als rector in 1975 bezetten studenten de corona van de aula als protest tegen zijn in hun ogen ondemocratische opvattingen. Ook vanuit de wetenschappelijke staf is er weerstand tegen de benoeming van de als conservatief bestempelde hoogleraar tot rector. Jeukens voelde zich door de soms harde bejegening gegriefd. Zijn rectoraat kenmerkt zich door een prudente aanpak van hoogleraren met een teveel aan nevenwerkzaamheden. Bij de opening van het academisch Jaar 1977-1978 keert hij zich – voor zijn doen opvallend militant - tegen de opvatting van het Stichtingsbestuur dat wetenschapsbeoefening kenschetst als een maatschappelijk gestuurd proces. Jeukens: “Ik heb daar geen moeite mee, zolang niemand meent hier echt te moeten sturen. Dan is het namelijk geen proces meer. Dan grijpt men in en stuit maar al te snel op die harde, maar toch kwetsbare kern van de wetenschap, te weten de studievrijheid, waardoor onafhankelijkheid en wetenschap synoniem konden worden”. In het verlengde hiervan verwerpt hij de maatschappelijke relevantie als criterium voor het bepalen van onderzoeksprioriteiten.

Adviestaken

Jeukens is als lid van de Katholieke Volkspartij (KVP) goed ingevoerd in ambtelijk Den Haag en maakt regelmatig deel uit van werkgroepen en adviescommissies. Zo is hij lid van de staatscommissie-Cals/Donner, inzake de herziening van de Grondwet en de Kieswet. Ook is hij lid en vicevoorzitter van de Koninkrijkscommissie ter voorbereiding van de onafhankelijkheid van Suriname en voorzitter van de staatscommissie voor de euthanasie (1982). Als gezagsgetrouw katholiek schaart hij zich achter het meerderheidsstandpunt voor het opheffen van de strafbaarheid van euthanasie bij uitzichtloos lijden. In 1979 wordt Jeukens benoemd tot Ridder in de Orde van de Nederlandse Leeuw. In 1980 wordt hij Raadsheer bij de Hoge Raad der Nederlanden. Vanaf 1983 is Jeukens lid van de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen (KNAW). In 1990 neemt hij afscheid van de Hoge Raad wegens zijn tanende gezondheid. Na zijn dood omschreef Herman Schoordijk Jeukens als “een stugge doorzetter, met grote werkkracht die niet zozeer als conservatief getypeerd zou moeten worden, maar als een postmodernist avant Ia lettre”.