Jeroen Ketelaars

Jeroen Ketelaars (Udenhout 1977) studeerde Engels aan de Fontys Hogescholen in Tilburg, Amerikanistiek aan de Katholieke Universiteit Nijmegen en rechten (LLB) aan de Universiteit van Tilburg. Van 2003 tot 2006 was hij medewerker van het Schoordijk Instituut, het onderzoeksinstituut van de rechtenfaculteit van de Universiteit van Tilburg. Daarna werkte hij als verslaggever op de Tilburgse redactie van het Brabants Dagblad. Van 2008 tot 2010 was hij werkzaam bij Stadsmuseum Tilburg. Als journalist is hij nog altijd werkzaam voor het Brabants Dagblad, waarvoor hij onder meer de rubriek Weerzien verzorgt, en voor onder meer De Telegraaf. Sinds 2006 is hij redacteur van Tilburg: Tijdschrift voor geschiedenis, monumenten en cultuur en bestuurslid van de Stichting tot Behoud van Tilburgs Cultuurgoed, die het tijdschrift uitgeeft. Ketelaars schreef boeken over diverse Tilburgse onderwerpen, zoals Café Zomerlust (even over de kanaalbrug) 1936-2001 (2001), sex drugs appeltaart & 400 andere teksten op Tilburgse muren (2005), Tilburg met hart en ziel (met Ronald Peeters, Jan Stads en Paul Spapens; 2007) en In Tilburgs bezit. De historische collectie van de gemeente Tilburg (met Ronald Peeters; 2009). Als redacteur was hij betrokken bij onder meer De Wandeling: Een selectie van 20 avonturen met René Bastiaanse (2006) en WeerZien: Honderd oude foto’s en hun verhaal (2006). In 2008 was hij een van de auteurs van De historische canon van Tilburg in vijftig verhalen. Samen met Brabants Dagblad-journalist Joost Goutziers schreef hij ook een biografie van de Brabantse zanger Gerard van Maasakkers (2009). Over de Tilburgse volkstuinen schreef Ketelaars het boek 'Veertien tuinen, vier seizoenen. Leven met de natuur op de Tilburgse volkstuinen' (Stichting tot Behoud van Tilburgs Cultuurgoed/Gianotten Printed Media, 2015).