Cookies helpen ons onze services aan te bieden. Door onze services te gebruiken stemt u in met het gebruik van onze cookies.

Jeanson, Gerardus Wilhelmus

Broeder Gerardus Jeanson
OGS-Gerardus Jeanson.jpg
Bron: Oorlogsgravenstichting
Volledige namen Gerardus Wilhelmus Jeanson
Geboortedatum 26-09-1874
Geboorteplaats Duisburg (DE)
Adres Bredaseweg 204
Woonplaats Tilburg
Burgerlijke staat Ongehuwd
Beroep Missiebroeder
Overlijdensdatum 24-12-1944
Plaats van overlijden Bodjo (ID)
Bijzonderheden Door de Japanse bezetter geïnterneerd; overleden in interneringskamp Menado op Celebes.

Geef de oorlog een gezicht!

Kun jij ons helpen met het schrijven van het levensverhaal van deze persoon?

Hoewel het meer dan 75 jaar geleden is dat er een einde kwam aan de Tweede Wereldoorlog blijft het belangrijk de slachtoffers te herdenken. We willen door hun verhaal te vertellen de slachtoffers eren en de herinnering levend houden. Alle Tilburgse oorlogsslachtoffers zijn opgenomen in de Wiki Midden-Brabant en we streven er naar van ieder een levensbeschrijving en foto op te nemen.

Helaas hebben we van sommigen maar beperkte of soms helemaal geen informatie. We hebben jouw hulp nodig deze levensverhalen vast te leggen door ontbrekende informatie aan te vullen met verhalen of foto’s. We ontvangen je reactie graag via info@regionaalarchieftilburg.nl o.v.v. Wiki Oorlogsslachtoffers.


Jeanson, Gerardus Wilhelmus (geb. Duisburg (DE) 26-9-1874, gest. Bodjo (ID) 24-12-1944), missiebroeder. Zoon van Gerard Jeanson (1835-1904) en Maria Cunera Jacoba Wensing (1840-1915). Jeanson overlijdt op 24-12-1944 in kamp Bodjo op Celebes.

Achtergrond en jeugd

Gerardus Wilhelmus Jeanson wordt op 26 september 1874 geboren in de Duitse plaats Duisburg als kind van Gerard Jeanson en Maria Wensing. Zijn ouders trouwen in 1862 in Kralingen. Vader is smidsknecht en daarna smid, moeder is een tijdje tapster. Het Rooms-Katholieke echtpaar Jeanson-Wensing krijgt elf kinderen, vijf dochters en zes zonen. Gerardus is het zevende kind. Het gezin woont tot augustus 1874 in Kralingen en vervolgens bijna vier jaar in Duisburg. Vanaf juli 1878 woont het gezin in Rotterdam, in 1881 verhuizen ze naar Utrecht. Eind september 1883 verhuist de Jeansons naar Tilburg. Het gezin woont daar eerst op de Koningstraat en dan op Koestraat 150, waar vader Jeanson in 1904 sterft aan een beroerte. [1]

Gerardus heeft dan inmiddels het ouderlijk huis verlaten. Op 24 april 1899 wordt hij in Tilburg ingeschreven in het klooster van de congregatie van de Missionarissen van het Heilig Hart van Jezus op Bredaseweg 204. Een congregatie is een vrome vereniging om het katholieke leven in gezinnen en samenleving te bevorderen. In augustus 1899 vertrekt hij naar Arnhem, het is onbekend voor hoelang. Rond 1908 werkt hij op een missiepost in Merauke op Nederlands Nieuw Guinea. Op deze missiepost is een foto van hem genomen terwijl hij smidswerk doet. In 1921 staat Jeanson weer ingeschreven op Bredaseweg 204. Op 12 oktober 1921 vertrekt hij als missiebroeder naar de Kei-eilanden. De eilanden zijn een deel van de Molukken in Nederlands-Indië.[2]

Congregatie Missionarissen van het H. Hart van Jezus

Het klooster van de congregatie van de Missionarissen van het Heilig Hart van Jezus op Bredaseweg 204 is bekend als het missiehuis van de ‘Rooi Harten’. De missionarissen droegen een vignet met een rood hart op hun habijt – vandaar de naam. De congregatie is in 1854 in Frankrijk gesticht door pater Jules Chevalier met als doel de verering van het Heilig Hart van Jezus en de verspreiding van de verering. De verspreiding gaat via onderwijs, gezondheidszorg, prediking en missie. Rond 1880 vestigt de congregatie zich in Nederland, eerst in Huize Gerra in Haaren en vervolgens in Tilburg. Aanvankelijk zit de congregatie in Tilburg in een oude wollenstoffenfabriek nabij het Wilhelminapark. Daarna betrekt de congregatie het missiehuis aan de Bredaseweg. Het missiehuis is ontworpen door architect Hubert de Beer (1844-1898), met bijdragen van Pierre Cuypers (1827-1921), en is ingewijd in 1890. Vanaf 1894 wordt het missiehuis het bestuurscentrum van de noordelijke provincie van de congregatie. Vanuit het missiehuis zijn talrijke paters en broeders uitgezonden naar overzeese missiegebieden, onder wie broeder Gerardus Wilhelmus Jeanson. Een broeder is geen priester, een pater wel.[3]

Missiehuis van de ‘Rooi Harten’, Bredaseweg 204
Bron: Collectie Regionaal Archief Tilburg

Missie

Vanaf het midden van de negentiende eeuw is vanuit Tilburg een groot aantal missies ondernomen. Het doel van deze missies is mensen met een andere religie te bekeren tot het christelijk geloof. Protestanten spreken over zending, Rooms-Katholieken over missie. Tilburg ontwikkelt een omvangrijke missie-infrastructuur. Centra daarvan zijn onder andere de Fraters van Tilburg, de Paters Oblaten, de Kapucijnen, de Fathers van Mill Hill (De Rooi Pannen) en de congregatie van de Missionarissen van het Heilig Hart van Jezus. Deze laatste congregatie, waarvan broeder Jeanson lid is, krijgt in 1881 van de Paus opdracht missiearbeid te verrichten. De congregatie heeft van het begin van de 20e eeuw tot de Tweede Wereldoorlog broeders en paters als missionarissen uitgezonden naar het toenmalige Nederlands-Indië (Molukken 1902; Celebes 1919; Midden-Java 1921), Nieuw Guinea (1902), Oceanië (1905), de Filippijnen (1908) en Brazilië (1911). In 1902 wordt de apostolische prefectuur Merauke voor Nederlands Nieuw Guinea opgericht. Onder deze apostolische prefectuur (een pauselijk missiegebied) vallen ook de Molukken. Het bestuur van de prefectuur wordt toebedeeld aan de congregatie van broeder Jeanson. De hoofdzetel komt in Langgoer op de Kei-eilanden (Klein-Kei). In 1920 wordt de apostolische prefectuur verheven tot apostolisch vicariaat (zo’n vicariaat is geen bisdom, maar kan het worden). Monseigneur Joannes Aerts wordt in dat jaar benoemd tot apostolisch vicaris. In de Tweede Wereldoorlog zijn door de congregatie geen missionarissen uitgezonden.[4]

Japanse internering

Eind 1941 valt Japan de Amerikaanse marinebasis Pearl Harbor op Hawaï aan. Daarmee begint de oorlog in de Stille Zuidzee. In januari 1942 valt Japan Nederlands-Indië binnen. Op 8 maart 1942 capituleert het Koninklijk Nederlands-Indisch Leger (KNIL). Nederlands-Indië komt onder Japans bewind te staan, zo ook de Kei-eilanden waar Broeder Jeanson zit. Omdat Japan Nederlands-Indië wil opnemen in een nieuwe Aziatische politieke en economische orde, moeten alle westerse invloeden worden uitgebannen. Een van de maatregelen daartoe is de onmiddellijke internering van Nederlandse burgers in burgerkampen. Volgens schattingen zijn 100.000-110.000 Nederlandse burgers door de Japanners geïnterneerd, inclusief missionarissen. In 1940 zijn 570 priesters, 1860 zusters en 530 broeders van 58 verschillende ordes en congregaties actief in de missie in Nederlands-Indië. Het grootste deel van hen wordt geïnterneerd; Japan betitelt hun aanwezigheid als gevaarlijk en ondermijnend, omdat zij de christelijke religie verspreiden. Gaandeweg de oorlog worden de leefomstandigheden van de geïnterneerde burgers steeds slechter. In het laatste jaar van de Japanse bezetting van Nederlands-Indië groeit het aantal sterfgevallen onder hen snel door ziekte, uitputting en ondervoeding. De schattingen van het aantal geïnterneerden dat in de Japanse burgerkampen is omgekomen variëren van 13.000 tot 16.800 personen. Onder hen zijn 27 leden van de congregatie van de Missionarissen van het Heilig Hart van Jezus. Een aantal congregatieleden wordt op 30 juli 1942 door Japanse soldaten doodgeschoten bij Langgoer op Klein-Kei. Een van hen is apostolisch vicaris Monseigneur Joannes Aerts. Broeder Jeanson is om onbekende reden niet bij de doodgeschoten missionarissen. Hij wordt geïnterneerd.[5]

Kaart met Celebes ca 1930, Bodjo omcirkeld
Zendingskaart Bodjo.jpg
Bron: Vrije Universiteit Amsterdam (P. Noordhoff)

Van kamp naar kamp

De bronnen over de missie waarin broeder Gerardus Wilhelmus Jeanson wordt genoemd, zijn schaars. Toch valt zijn tocht langs Japanse burgerkampen in Nederlands-Indië redelijk betrouwbaar te reconstrueren. We weten dat hij op de Molukken heeft gezeten. Na de Japanse inval op de Molukken, zo is bekend, zijn de daar gevangen genomen burgers, inclusief de missionarissen die niet zijn doodgeschoten, op Ambon geconcentreerd. In maart 1943 zijn zij vanaf dit Molukse eiland overgebracht naar Celebes. Deze en andere gegevens leiden tot de volgende tocht die broeder Jeanson, net als andere gevangen missionarissen uit zijn congregatie, moet hebben gemaakt. In 1942 is broeder Jeanson door de Japanse bezetter gevangen genomen. Hij wordt eind september 1942 overgebracht naar Ambon-stad, waar hij wordt geïnterneerd in het STOVIL-kamp aan de baai van Ambon. Hij is daar gesignaleerd. Het kamp is ingericht in lokalen van de ‘School tot Opleiding van Inlandse Leraren’ en wordt omgeven door hoog prikkeldraad en een hoge schutting. Het STOVIL-kamp is de verzamelplaats voor de Europese burgergeïnterneerden uit de Molukken. Op 27 november 1942 wordt broeder Jeanson samen met ongeveer 500 andere geïnterneerden overgebracht naar het Tantoei-kamp. Dit is een krijgsgevangenenkamp en burgerkamp aan de noordkant van Ambon-stad, nabij de zee. Wanneer het Tantoei-kamp op 15 februari 1943 door de geallieerden wordt gebombardeerd, brengen de Japanners de mannelijke geïnterneerden over naar de Adventskerk in Ambon-stad. De vrouwelijke geïnterneerden gaan naar de Bethaniëkerk. Op 18 maart 1943 gaat broeder Jeanson met alle andere geïnterneerde burgers per boot op transport. De boot, de ‘Rio de Janeiro Maru’, vertrekt die dag met 450 mannen, vrouwen en kinderen van Ambon naar Celebes. Na een verblijf van een aantal dagen in de voormalige KNIL-kazerne in Makassar komt broeder Jeanson op 25 maart 1943 aan in kamp Parepare. Dit kamp zit in een militaire kazerne aan de westkust van Celebes, ongeveer 150 km ten noorden van Makassar. Op 22 oktober 1944 gaat broeder Jeanson naar het Bodjo-kamp, samen met 650 mannen en jongens onder wie ongeveer 200 missionarissen. Het zal zijn laatste kamp zijn.[6]

Overlijden in Bodjo

Bodjo is een burgerkamp bij de Bodjo-rivier in het zuidwesten van Celebes. Het kamp ligt ongeveer 10 kilometer onder Parepare en is in gebruik van 22 oktober 1944 tot 3 juni 1945. De eerste kampcommandant is Mori, die in november 1944 wordt opgevolgd door Toda. De hoofdbewakers zijn Tojofuku, Moritsa en Hamasaki. Dominee Arie Bikker uit Noordeloos (1898-1977) is kampleider. Hij wordt in 1950 voor betoonde moed tijdens zijn internering onderscheiden met de Verzetsster Oost-Azië. Bodjo is een noodkamp en bestaat uit een aantal gegroepeerde bamboestallen van een verlaten varkensmesterij. Aanvankelijk ontbreken de voorzieningen die nodig zijn voor de opvang van geïnterneerden. Als gevolg van een dysenterie-epidemie overlijden 25 geïnterneerden.[7]

Ook broeder Jeanson is in Bodjo overleden aan dysenterie. Hij sterft op 24 december 1944. Aanvankelijk wordt hij begraven in Makassar. Later wordt hij herbegraven op het Nederlands Ereveld Kalibanteng in Semarang.[8]

Graf van broeder Jeanson op Nederlandse Ereveld Kalibanteng, Semarang
OGS, NL Ereveld Kalibanteng - G. Jeanson.jpg
Bron: Oorlogsgravenstichting

Gebeurtenis

Bronnen

Dit is een selectie van de gebruikte bronnen. In de noten staan alle gebruikte bronnen.

Literatuur

  • Jan Willemsen, Nederlandse missionarissen en hun missiegebieden, Nijmegen 2006.
  • J.F.L.M. Cornelissen, Pater en Papoea, Kok, Kampen 1988.
  • Gerrit Kobes en Ad de Beer, Het leven gebroken in het Verre Oosten. De geschiedenissen van de Tilburgers die om het leven kwamen in de strijd tegen Japan, als gevolg van de Japanse bezetting van Nederlands-Indië (1941-1945), de Indonesische kwestie (1945-1949) en het conflict in Korea (1950-1953), in: Tilburgse sprokkelingen. Bijdragen tot de Tilburgse geschiedenis Tilburg 2003 (THR 11)

Externe links

Noten

  1. Stadsarchief Rotterdam 4 Burgerlijke Stand geboorten Kralingen 3.4.1835 akte 31; Stadsarchief Rotterdam 4 Burgerlijke Stand geboorten Kralingen 31.5.1840 akte 54; Stadsarchief Rotterdam Burgerlijke Stand huwelijken Kralingen 6.8.1862 akte25; Regionaal Archief Tilburg 16 Burgerlijke Stand overlijden Tilburg 5.6.1904 akte 382; Regionaal Archief Tilburg 16 Burgerlijke Stand overlijden Tilburg 15.8.1915 akte 532; Regionaal Archief Tilburg 16 Doodsbriefjes Tilburg G Jeanson 1904; Regionaal Archief Tilburg 918 Bevolkingsregister Tilburg 1880-1890 f281; Regionaal Archief Tilburg 918 Bevolkingsregister Tilburg 1890-1900 f37; Regionaal Archief Tilburg 918 Bevolkingsregister Tilburg 1900-1910 f72; Regionaal Archief Tilburg 918 Bevolkingsregister Tilburg 1910-1920 f150; Stadsarchief Rotterdam 494-03 Bevolkingsregister Rotterdam 1860 blad 108 en 137; Stadsarchief Rotterdam 494-03 Bevolkingsregister Rotterdam 1860-1880 blad 1816 en 2404; Stadsarchief Rotterdam 494-03 Bevolkingsregister Rotterdam 1880 blad 1097; Het Utrechts Archief 1007-2 Bevolkingsregister Utrecht 1813-1969 f2144; stadsarchief.rotterdam.nl.
  2. Regionaal Archief Tilburg 918 Bevolkingsregister Tilburg 1890-1900 f19; Regionaal Archief Tilburg 918 Bevolkingsregister Tilburg 1921-1939 f41; Oorlogsgravenstichting G.W. Jeanson; erfgoedkloosterleven.nl/; misacor.nl/geschiedenis/; wikimiddenbrabant.nl/Congregaties.
  3. Jan Willemsen, Nederlandse missionarissen en hun missiegebieden, Nijmegen 2006; wikimiddenbrabant.nl/Missiehuis_Rooi_Harten; erfgoedkloosterleven.nl; resources.huygens.knaw.nl/repertoriumzendingmissie/; misacor.nl/geschiedenis/; Regionaal Archief Tilburg 1182 Collectie adresboeken van Tilburg, Adresboek 1881; kerknet.be/; wierookwijwaterenworstenbrood.nl/; monumententilburg.nl/.
  4. erfgoedkloosterleven.nl/; resources.huygens.knaw.nl/repertoriumzendingmissie/; misacor.nl/geschiedenis/; wikimiddenbrabant.nl/Missie; J.F.L.M. Cornelissen, Pater en Papoea, Kok, Kampen 1988; Jan Willemsen, Nederlandse missionarissen en hun missiegebieden, Nijmegen 2006; kro-ncrv.nl/katholiek/encyclopedie/.
  5. indischekamparchieven.nl; tweedewereldoorlog.nl/; isgeschiedenis.nl/; indischherinneringscentrum.nl; oorlogsbronnen.nl; niod.nl/nl/veelgestelde-vragen/japanse-bezetting-en-pacific-oorlog-cijfers; brabantsegesneuvelden.nl/; brabantserfgoed.nl/; Renske Krimp, De doden tellen. Slachtofferaantallen van de Tweede Wereldoorlog en sindsdien, Nationaal Comité 4 en 5 Mei, Amsterdam 2016, p.16; erfgoedkloosterleven.nl/; Oorlogsgravenstichting A.J.H. Aerts.
  6. Regionaal Archief Tilburg Bevolkingsregister Tilburg 1921-1939 f41; indischekamparchieven.nl/; japanseburgerkampen.nl/; Herinneringen aan Ambon in het bijzonder aan de internering 1941-1945, Congregatie van de Dochters van Onze Lieve Vrouw van het Heilig Hart, Tilburg 2007.
  7. oorlogsbronnen.nl/; japanseburgerkampen.nl/; onderscheidingen.nl/; indischekamparchieven.nl/.
  8. Oorlogsgravenstichting G.W. Jeanson; Regionaal Archief Tilburg 565 invnr. 230 G.W. Jeanson.