Cookies helpen ons onze services aan te bieden. Door onze services te gebruiken stemt u in met het gebruik van onze cookies.

Janssen & Bierens, De Regenboog: verschil tussen versies

Regel 1: Regel 1:
Deze fabriek wordt onderzocht door [[Mutsaers, Auk en Joop]]
+
Deze fabriek is onderzocht door [[Mutsaers, Auk en Joop]]
  
 
{{Infobox textielfabriek
 
{{Infobox textielfabriek
Regel 5: Regel 5:
 
| afbeelding    =  
 
| afbeelding    =  
 
| onderschrift  =  
 
| onderschrift  =  
| type bedrijf  = diversen
+
| type bedrijf  = Diversen
 
| vestigingsadres = Bredaseweg 211
 
| vestigingsadres = Bredaseweg 211
 
| datum oprichting = 2 december 1891
 
| datum oprichting = 2 december 1891
Regel 16: Regel 16:
 
| herkomst eigenaars / oprichters = Nederland
 
| herkomst eigenaars / oprichters = Nederland
 
| herkomst vreemd kapitaal = n.v.t.
 
| herkomst vreemd kapitaal = n.v.t.
| innovatieve aspecten = chemisch wassen en eigen waterzuiveringsinstallatie
+
| innovatieve aspecten = Chemisch wassen en eigen waterzuiveringsinstallatie
| Reikwijdte van het bedrijf = nationaal en internationaal
+
| Reikwijdte van het bedrijf = Nationaal en internationaal
 
| monumentstatus=  
 
| monumentstatus=  
 
| monumentnummer=  
 
| monumentnummer=  
Regel 37: Regel 37:
 
1939/1940: textielververij en appretuur<br>
 
1939/1940: textielververij en appretuur<br>
 
1961: fabriekspartijen wolververij en chemische reiniging<br>
 
1961: fabriekspartijen wolververij en chemische reiniging<br>
1993: het waterdicht maken van stoffen, het verven inclusief ruwen, plisseren en kreuken<br>
+
1993: het waterdicht maken van stoffen, het verven inclusief ruwen, plisseren en kreuken<br><br>
'''datum opheffing'''<br>
+
'''Datum opheffing'''<br>  
 
uitschrijving uit Handelsregister 1 april 1939<br>
 
uitschrijving uit Handelsregister 1 april 1939<br>
 
15 april 1939: omzetting van firma in N.V.<br>
 
15 april 1939: omzetting van firma in N.V.<br>
Regel 46: Regel 46:
 
1993: faillissement<br>
 
1993: faillissement<br>
 
1993: doorstart onder de naam de Regenboog<br>
 
1993: doorstart onder de naam de Regenboog<br>
1996: definitief faillissement<br>
+
1996: definitief faillissement<br><br>
'''eigenaars / oprichters'''<br>
+
'''Eigenaars / oprichters'''<br>
 
Kapitaalverschaffers: Hendrikus Dionysius Janssen (09-10-1833 - 26-12-1906)<br>
 
Kapitaalverschaffers: Hendrikus Dionysius Janssen (09-10-1833 - 26-12-1906)<br>
 
en Augustinus Hubertus Vincentius Janssen (01-08-1842 - 01-08-1910), gehuwd met Maria Kluijtmans<br>
 
en Augustinus Hubertus Vincentius Janssen (01-08-1842 - 01-08-1910), gehuwd met Maria Kluijtmans<br>
 
Directeur: Joseph Franciscus Maria Janssen, zoon van Augustinus Janssen en getrouwd met Maria Verhulst en na haar dood met Wies Twaalfhoven<br>
 
Directeur: Joseph Franciscus Maria Janssen, zoon van Augustinus Janssen en getrouwd met Maria Verhulst en na haar dood met Wies Twaalfhoven<br>
Vennoten: Daniël F. Bierens (19-12-1840 - 02-04-1900), uitgetreden 1896, en A.M.J.A. Janssen, zoon van Hendrikus Jansen, ingetreden 1896, uitgetreden 1925<br>
+
Vennoten: Daniël F. Bierens (19-12-1840 - 02-04-1900), uitgetreden 1896, en A.M.J.A. Janssen, zoon van Hendrikus Jansen, ingetreden 1896, uitgetreden 1925<br><br>
'''opvolging'''<br>
+
'''Opvolging'''<br>
 
Joseph Jansen was directeur vanaf de oprichting in 1891 tot 1945. De zoon, Johan (Han) Joseph François, werd adjunct-directeur in 1939.  
 
Joseph Jansen was directeur vanaf de oprichting in 1891 tot 1945. De zoon, Johan (Han) Joseph François, werd adjunct-directeur in 1939.  
 
In 1939 werden commissaris: Wilhelmus Albertus Twaalfhoven en Henricus Antonius Kraag.
 
In 1939 werden commissaris: Wilhelmus Albertus Twaalfhoven en Henricus Antonius Kraag.
 
In 1947 volgde de benoeming van zoon Johan tot Algemeen Directeur. Han Janssen was getrouwd met Henriëtte van Kemenade. Hij vormde samen met broer Charles de directie.
 
In 1947 volgde de benoeming van zoon Johan tot Algemeen Directeur. Han Janssen was getrouwd met Henriëtte van Kemenade. Hij vormde samen met broer Charles de directie.
 
In 1950 werd broer Joseph Adolphe Henri Marie Janssen (1910-1958) adjunct-directeur.
 
In 1950 werd broer Joseph Adolphe Henri Marie Janssen (1910-1958) adjunct-directeur.
Kort na de overname van Palthe in 1961 werd Han Janssen opgevolgd door J. Brugmans van Palthe.<br>
+
Kort na de overname van Palthe in 1961 werd Han Janssen opgevolgd door J. Brugmans van Palthe.<br><br>
'''innovatieve aspecten'''<br>
+
'''Innovatieve aspecten'''<br>
 
1898: introductie chemisch wassen in Nederland ongeveer gelijktijdig met Palthe. Het chemisch wassen is het behandelen van kledingstukken met vloeistoffen die vet en vetachtige verontreinigingen kunnen oplossen. Voor dit doel ging men gebruik maken van organische oplosmiddelen. Indien gewenst, werden ook ontkleurde of verschoten stukken opnieuw geverfd.<br>  
 
1898: introductie chemisch wassen in Nederland ongeveer gelijktijdig met Palthe. Het chemisch wassen is het behandelen van kledingstukken met vloeistoffen die vet en vetachtige verontreinigingen kunnen oplossen. Voor dit doel ging men gebruik maken van organische oplosmiddelen. Indien gewenst, werden ook ontkleurde of verschoten stukken opnieuw geverfd.<br>  
 
1917: Uitbreiding gebouw stomerij. Architect: Leo Goyarts<br>
 
1917: Uitbreiding gebouw stomerij. Architect: Leo Goyarts<br>
Regel 68: Regel 68:
  
 
==Algemene omschrijving==
 
==Algemene omschrijving==
Hendrikus en Augustinus Janssen waren kooplieden en ook kapitaalverschaffers voor verschillende bedrijven in Tilburg. Hun zoon Josephus was nauwelijks 18 jaar toen hij in 1891, in samenwerking met Daniël Bierens, een inrichting voor het verven van textielgoederen begon aan de Bredaseweg. De heer D. Bierens trok zich al spoedig terug uit het bedrijf, waarna vervolgens als mede-vennoot neef A.M.J.A. Janssen werd opgenomen in de directie.
+
Hendrikus en Augustinus Janssen waren kooplieden en kapitaalverschaffers voor verschillende bedrijven in Tilburg. Augustinus' zoon Josephus was nauwelijks 18 jaar toen hij in 1891, in samenwerking met Daniël Bierens, een inrichting voor het verven van textielgoederen begon aan de Bredaseweg. Bierens trok zich al snel terug uit het bedrijf, waarna vervolgens als mede-vennoot neef A.M.J.A. Janssen werd opgenomen in de directie.
 
In 1898 werd een wasserij toegevoegd, waarna de tenaamstelling veranderde in Stoomververij en Chemische Wasscherij De Regenboog. In 1903 ontving het bedrijf het predikaat hofleverancier. In 1908 werd de eerste stoommachine van 50 pk geplaatst. In 1918 werd de eerste winkel geopend in de Nieuwlandstraat, later kwam er nog een tweede winkel in de Stationsstraat. In totaal zijn er in de loop der jaren vierentwintig winkels geopend, waaronder drie filialen in Amsterdam, en beschikte het bedrijf over vijftien vrachtwagens. In 1925 trad A.M.J.A Janssen uit, zodat Joseph enig eigenaar werd. Dit bleef zo tot 1939, het jaar waarin het bedrijf ondergebracht werd in een N.V. In 1934 kreeg het bedrijf een eigen waterzuiveringsinstallatie, die twee miljoen liter per dag kon verwerken. In 1940 was er een grote reorganisatie waarbij de afdelingen Stomerij en Kledingververij werden verkocht aan de Zwitserse Waschinrichting en Ververij te Rijswijk. Door de algemene crisis van de dertiger jaren moest het personeelsbestand worden afgebouwd. Op het hoogtepunt telde het bedrijf 650 personeelsleden. In 1940 waren er nog maar 400 werknemers over. In 1950 werd zoon Johan (Han) Janssen benoemd tot Algemeen Directeur. De Regenboog werd in 1961 onderdeel van het Palthe-concern Almelo. De heer J. Brugmans werd de nieuwe Algemeen Directeur. Henriëtte Piètte kreeg de taak om een keten van Palthenette-filialen op te zetten in het hele land. In totaal werden 146 filialen opgezet. In 1981 volgde een nieuwe reorganisatie. Van de 130 personeelsleden kregen 60 medewerkers ontslag. In 1982 werd een gedeelte van het fabriekscomplex door de Gemeente Tilburg overgenomen voor Fl. 3.500.000,-, dit onder de voorwaarde van het behoud van de werkgelegenheid voor 75 medewerkers. In 1991 was de jaaromzet gedaald naar 9,6 miljoen gulden. Begin 1993 volgde faillissement. Het moeder-concern Palthe zelf ging later dat jaar ook failliet, mede vanwege de hoge kosten die gemaakt werden om de vervuilde terreinen van de Regenboog aan de Bredaseweg te saneren. De trots van de bedrijfsleiding van de Regenboog was dat er altijd door de jaren heen weinig arbeidsonrust was en dat de arbeidsverhoudingen goed waren.
 
In 1898 werd een wasserij toegevoegd, waarna de tenaamstelling veranderde in Stoomververij en Chemische Wasscherij De Regenboog. In 1903 ontving het bedrijf het predikaat hofleverancier. In 1908 werd de eerste stoommachine van 50 pk geplaatst. In 1918 werd de eerste winkel geopend in de Nieuwlandstraat, later kwam er nog een tweede winkel in de Stationsstraat. In totaal zijn er in de loop der jaren vierentwintig winkels geopend, waaronder drie filialen in Amsterdam, en beschikte het bedrijf over vijftien vrachtwagens. In 1925 trad A.M.J.A Janssen uit, zodat Joseph enig eigenaar werd. Dit bleef zo tot 1939, het jaar waarin het bedrijf ondergebracht werd in een N.V. In 1934 kreeg het bedrijf een eigen waterzuiveringsinstallatie, die twee miljoen liter per dag kon verwerken. In 1940 was er een grote reorganisatie waarbij de afdelingen Stomerij en Kledingververij werden verkocht aan de Zwitserse Waschinrichting en Ververij te Rijswijk. Door de algemene crisis van de dertiger jaren moest het personeelsbestand worden afgebouwd. Op het hoogtepunt telde het bedrijf 650 personeelsleden. In 1940 waren er nog maar 400 werknemers over. In 1950 werd zoon Johan (Han) Janssen benoemd tot Algemeen Directeur. De Regenboog werd in 1961 onderdeel van het Palthe-concern Almelo. De heer J. Brugmans werd de nieuwe Algemeen Directeur. Henriëtte Piètte kreeg de taak om een keten van Palthenette-filialen op te zetten in het hele land. In totaal werden 146 filialen opgezet. In 1981 volgde een nieuwe reorganisatie. Van de 130 personeelsleden kregen 60 medewerkers ontslag. In 1982 werd een gedeelte van het fabriekscomplex door de Gemeente Tilburg overgenomen voor Fl. 3.500.000,-, dit onder de voorwaarde van het behoud van de werkgelegenheid voor 75 medewerkers. In 1991 was de jaaromzet gedaald naar 9,6 miljoen gulden. Begin 1993 volgde faillissement. Het moeder-concern Palthe zelf ging later dat jaar ook failliet, mede vanwege de hoge kosten die gemaakt werden om de vervuilde terreinen van de Regenboog aan de Bredaseweg te saneren. De trots van de bedrijfsleiding van de Regenboog was dat er altijd door de jaren heen weinig arbeidsonrust was en dat de arbeidsverhoudingen goed waren.
 
In 1993 was er een doorstart met geleend geld door D. van de Ven. Met medewerking van de Gemeente Tilburg werd het pand aan de Regenboogstraat gekocht en verhuurd aan D. van de Ven. Het werd een hypermodern bedrijf met een ververij waarbij met een nieuwe techniek stoffen waterdicht werden gemaakt. Daarnaast werd er geverfd, geruwd, geplisseerd en gekreukt. Helaas kwam er al snel, zo medio 1994, een grote dip in de branche waarvan ook de Regenboog slachtoffer werd. In februari 1996 is het bedrijf failliet gegaan. Daarmede kwamen 50 medewerkers op straat te staan. Na de sloop van het omvangrijke fabriekscomplex werd het zogenoemde Regenboogpark ([[Kromhout- en Regenboogpark]]) ingericht met diverse typen woningen. Ook werd hier een oude toegangspoort van [[Pieter van Dooren]] geplaatst.
 
In 1993 was er een doorstart met geleend geld door D. van de Ven. Met medewerking van de Gemeente Tilburg werd het pand aan de Regenboogstraat gekocht en verhuurd aan D. van de Ven. Het werd een hypermodern bedrijf met een ververij waarbij met een nieuwe techniek stoffen waterdicht werden gemaakt. Daarnaast werd er geverfd, geruwd, geplisseerd en gekreukt. Helaas kwam er al snel, zo medio 1994, een grote dip in de branche waarvan ook de Regenboog slachtoffer werd. In februari 1996 is het bedrijf failliet gegaan. Daarmede kwamen 50 medewerkers op straat te staan. Na de sloop van het omvangrijke fabriekscomplex werd het zogenoemde Regenboogpark ([[Kromhout- en Regenboogpark]]) ingericht met diverse typen woningen. Ook werd hier een oude toegangspoort van [[Pieter van Dooren]] geplaatst.
Regel 74: Regel 74:
 
==Gezinskaarten==
 
==Gezinskaarten==
 
[[Janssen & Bierens, De Regenboog (Gezinskaart)|Janssen, Josephus Franciscus Maria]]
 
[[Janssen & Bierens, De Regenboog (Gezinskaart)|Janssen, Josephus Franciscus Maria]]
 
 
[[Bierens, D.F. (Gezinskaart)|Bierens, Daniël Franciscus]]
 
[[Bierens, D.F. (Gezinskaart)|Bierens, Daniël Franciscus]]
  
Regel 80: Regel 79:
 
Daniël F. Bierens was voormalig meesterknecht en lakenverver bij weverij Roozendael. In 1887 is Daniël Bierens in deze functie gehoord als getuige bij de parlementaire enquêtecommissie van de Tweede Kamer over de arbeidsomstandigheden in Tilburg.
 
Daniël F. Bierens was voormalig meesterknecht en lakenverver bij weverij Roozendael. In 1887 is Daniël Bierens in deze functie gehoord als getuige bij de parlementaire enquêtecommissie van de Tweede Kamer over de arbeidsomstandigheden in Tilburg.
 
Joseph Franciscus Janssen is tweemaal getrouwd geweest. Eerst met Maria Anna Johanna Verhulst en na haar overlijden in 1927 met Wilhelmina Theodora Maria Twaalfhoven. Zij werd later, in 1945, het eerste vrouwelijke lid van de Tilburgse gemeenteraad. Ze overleed in 1982. Ze is geridderd in de Orde van Oranje Nassau.
 
Joseph Franciscus Janssen is tweemaal getrouwd geweest. Eerst met Maria Anna Johanna Verhulst en na haar overlijden in 1927 met Wilhelmina Theodora Maria Twaalfhoven. Zij werd later, in 1945, het eerste vrouwelijke lid van de Tilburgse gemeenteraad. Ze overleed in 1982. Ze is geridderd in de Orde van Oranje Nassau.
Joseph Janssen was eveneens Ridder in de Orde van Oranje Nassau en tevens Ridder in de Kroonorde van België en Ridder in de Orde van de H. Georgius.
+
Joseph Janssen was eveneens Ridder in de Orde van Oranje Nassau en tevens Ridder in de Kroonorde van België en Ridder in de Orde van de H. Georgius.<br>
 
1896/1897: bouw van de watertoren aan de Bredaseweg.
 
1896/1897: bouw van de watertoren aan de Bredaseweg.
1936: (kleine) brand: schade ca. Fl.150.000,-.
+
1936: (kleine) brand, schade ca. Fl.150.000,-.
1971: ernstige brand
+
1971: ernstige brand<br>
==Archivalia==
+
==Bronnen==
  
 
[[Categorie:Tilburgs_Lexicon]]
 
[[Categorie:Tilburgs_Lexicon]]
 
[[Categorie:Twee_eeuwen_Tilburgse_textielfabrieken]]
 
[[Categorie:Twee_eeuwen_Tilburgse_textielfabrieken]]
 
[[Categorie:Ververij]]
 
[[Categorie:Ververij]]

Versie van 20 jan 2017 om 14:56

Deze fabriek is onderzocht door Mutsaers, Auk en Joop


Janssen & Bierens, De Regenboog
Afbeelding gewenst
Type bedrijf Diversen
Vestigingsadres Bredaseweg 211
Datum oprichting 2 december 1891
Datum opheffing 1 april 1939
Eigenaars / oprichters Hendrikus Dionysius Janssen en Augustinus Hubertus Vincentius Janssen. Vennoten: Daniël F. Bierens en A.M.J.A. Janssen
Opvolging De zoon, Johan (Han) Joseph François, na overname door Palthe, J. Brugmans
Familieverbanden Joseph Franciscus Maria Janssen was de zoon van Augustinus Janssen;

A.M.J.A. Janssen was de zoon van Hendrikus Janssen. Han Janssen was de zoon van Joseph Janssen en de kleinzoon van Augustinus Janssen.

Herkomst eigenaars / oprichters Nederland
Herkomst vreemd kapitaal n.v.t.
Innovatieve aspecten Chemisch wassen en eigen waterzuiveringsinstallatie
Reikwijdte van het bedrijf Nationaal en internationaal

Tekst uit infobox

type bedrijf
1891: wollen en katoenen goederenververij
1895: stoomververij stoffen
1898: stoomververij en chemische wasserij
1939/1940: textielververij en appretuur
1961: fabriekspartijen wolververij en chemische reiniging
1993: het waterdicht maken van stoffen, het verven inclusief ruwen, plisseren en kreuken

Datum opheffing
uitschrijving uit Handelsregister 1 april 1939
15 april 1939: omzetting van firma in N.V.
Nieuwe naam: Textielververij en Appretuurbedrijf De Regenboog Janssen en Bierens N.V.
Zie ook bij algemene omschrijving:
1961: Palthe overname
1993: faillissement
1993: doorstart onder de naam de Regenboog
1996: definitief faillissement

Eigenaars / oprichters
Kapitaalverschaffers: Hendrikus Dionysius Janssen (09-10-1833 - 26-12-1906)
en Augustinus Hubertus Vincentius Janssen (01-08-1842 - 01-08-1910), gehuwd met Maria Kluijtmans
Directeur: Joseph Franciscus Maria Janssen, zoon van Augustinus Janssen en getrouwd met Maria Verhulst en na haar dood met Wies Twaalfhoven
Vennoten: Daniël F. Bierens (19-12-1840 - 02-04-1900), uitgetreden 1896, en A.M.J.A. Janssen, zoon van Hendrikus Jansen, ingetreden 1896, uitgetreden 1925

Opvolging
Joseph Jansen was directeur vanaf de oprichting in 1891 tot 1945. De zoon, Johan (Han) Joseph François, werd adjunct-directeur in 1939. In 1939 werden commissaris: Wilhelmus Albertus Twaalfhoven en Henricus Antonius Kraag. In 1947 volgde de benoeming van zoon Johan tot Algemeen Directeur. Han Janssen was getrouwd met Henriëtte van Kemenade. Hij vormde samen met broer Charles de directie. In 1950 werd broer Joseph Adolphe Henri Marie Janssen (1910-1958) adjunct-directeur. Kort na de overname van Palthe in 1961 werd Han Janssen opgevolgd door J. Brugmans van Palthe.

Innovatieve aspecten
1898: introductie chemisch wassen in Nederland ongeveer gelijktijdig met Palthe. Het chemisch wassen is het behandelen van kledingstukken met vloeistoffen die vet en vetachtige verontreinigingen kunnen oplossen. Voor dit doel ging men gebruik maken van organische oplosmiddelen. Indien gewenst, werden ook ontkleurde of verschoten stukken opnieuw geverfd.
1917: Uitbreiding gebouw stomerij. Architect: Leo Goyarts
1926: Uitbreiding met een vijfde stoomketel
1934: Een eigen waterzuiveringsinstallatie, die 2 miljoen liter water kon verwerken. Voor het verven, vollen en drogen was veel water nodig. Daarvoor stonden er in totaal 6 stoomketels. In de vijftiger jaren kwamen de geautomatiseerde stortkokers voor de kolenaanvoer naar de ketels in gebruik. Tien jaar later ging men over op aardgas. Daarmee kwam een einde aan het continue transport van kolen tussen de Piushaven en de Bredaseweg.
1965: Verbruik per jaar van een miljoen kubieke meter water. Dit was 10% van de TWM-productie.
1974/1975: Nieuwe verfapparatuur.
1993: Nieuwe ververijmachines

Algemene omschrijving

Hendrikus en Augustinus Janssen waren kooplieden en kapitaalverschaffers voor verschillende bedrijven in Tilburg. Augustinus' zoon Josephus was nauwelijks 18 jaar toen hij in 1891, in samenwerking met Daniël Bierens, een inrichting voor het verven van textielgoederen begon aan de Bredaseweg. Bierens trok zich al snel terug uit het bedrijf, waarna vervolgens als mede-vennoot neef A.M.J.A. Janssen werd opgenomen in de directie. In 1898 werd een wasserij toegevoegd, waarna de tenaamstelling veranderde in Stoomververij en Chemische Wasscherij De Regenboog. In 1903 ontving het bedrijf het predikaat hofleverancier. In 1908 werd de eerste stoommachine van 50 pk geplaatst. In 1918 werd de eerste winkel geopend in de Nieuwlandstraat, later kwam er nog een tweede winkel in de Stationsstraat. In totaal zijn er in de loop der jaren vierentwintig winkels geopend, waaronder drie filialen in Amsterdam, en beschikte het bedrijf over vijftien vrachtwagens. In 1925 trad A.M.J.A Janssen uit, zodat Joseph enig eigenaar werd. Dit bleef zo tot 1939, het jaar waarin het bedrijf ondergebracht werd in een N.V. In 1934 kreeg het bedrijf een eigen waterzuiveringsinstallatie, die twee miljoen liter per dag kon verwerken. In 1940 was er een grote reorganisatie waarbij de afdelingen Stomerij en Kledingververij werden verkocht aan de Zwitserse Waschinrichting en Ververij te Rijswijk. Door de algemene crisis van de dertiger jaren moest het personeelsbestand worden afgebouwd. Op het hoogtepunt telde het bedrijf 650 personeelsleden. In 1940 waren er nog maar 400 werknemers over. In 1950 werd zoon Johan (Han) Janssen benoemd tot Algemeen Directeur. De Regenboog werd in 1961 onderdeel van het Palthe-concern Almelo. De heer J. Brugmans werd de nieuwe Algemeen Directeur. Henriëtte Piètte kreeg de taak om een keten van Palthenette-filialen op te zetten in het hele land. In totaal werden 146 filialen opgezet. In 1981 volgde een nieuwe reorganisatie. Van de 130 personeelsleden kregen 60 medewerkers ontslag. In 1982 werd een gedeelte van het fabriekscomplex door de Gemeente Tilburg overgenomen voor Fl. 3.500.000,-, dit onder de voorwaarde van het behoud van de werkgelegenheid voor 75 medewerkers. In 1991 was de jaaromzet gedaald naar 9,6 miljoen gulden. Begin 1993 volgde faillissement. Het moeder-concern Palthe zelf ging later dat jaar ook failliet, mede vanwege de hoge kosten die gemaakt werden om de vervuilde terreinen van de Regenboog aan de Bredaseweg te saneren. De trots van de bedrijfsleiding van de Regenboog was dat er altijd door de jaren heen weinig arbeidsonrust was en dat de arbeidsverhoudingen goed waren. In 1993 was er een doorstart met geleend geld door D. van de Ven. Met medewerking van de Gemeente Tilburg werd het pand aan de Regenboogstraat gekocht en verhuurd aan D. van de Ven. Het werd een hypermodern bedrijf met een ververij waarbij met een nieuwe techniek stoffen waterdicht werden gemaakt. Daarnaast werd er geverfd, geruwd, geplisseerd en gekreukt. Helaas kwam er al snel, zo medio 1994, een grote dip in de branche waarvan ook de Regenboog slachtoffer werd. In februari 1996 is het bedrijf failliet gegaan. Daarmede kwamen 50 medewerkers op straat te staan. Na de sloop van het omvangrijke fabriekscomplex werd het zogenoemde Regenboogpark (Kromhout- en Regenboogpark) ingericht met diverse typen woningen. Ook werd hier een oude toegangspoort van Pieter van Dooren geplaatst.

Gezinskaarten

Janssen, Josephus Franciscus Maria Bierens, Daniël Franciscus

Opmerkingen

Daniël F. Bierens was voormalig meesterknecht en lakenverver bij weverij Roozendael. In 1887 is Daniël Bierens in deze functie gehoord als getuige bij de parlementaire enquêtecommissie van de Tweede Kamer over de arbeidsomstandigheden in Tilburg. Joseph Franciscus Janssen is tweemaal getrouwd geweest. Eerst met Maria Anna Johanna Verhulst en na haar overlijden in 1927 met Wilhelmina Theodora Maria Twaalfhoven. Zij werd later, in 1945, het eerste vrouwelijke lid van de Tilburgse gemeenteraad. Ze overleed in 1982. Ze is geridderd in de Orde van Oranje Nassau. Joseph Janssen was eveneens Ridder in de Orde van Oranje Nassau en tevens Ridder in de Kroonorde van België en Ridder in de Orde van de H. Georgius.
1896/1897: bouw van de watertoren aan de Bredaseweg. 1936: (kleine) brand, schade ca. Fl.150.000,-. 1971: ernstige brand

Bronnen