Jan (Jan) Christiaan Alphonse Maria van de Mortel (Tilburg 1880 - Tilburg 1947) vestigde zich in 1907 als advocaat en procureur. Van 1910 tot 1919 was hij griffier bij het
Kantongerecht, sinds 1911 gemeenteraadslid en van 1916 tot 1939 lid van Provinciale Staten. Van 1919 tot 1940 was hij wethouder van de gemeente Tilburg. In 1939 werd hij lid van de Eerste Kamer en in 1940 burgemeester van Tilburg. Door de Duitse rijkscommissaris werd hij op 12 juli 1944 met onmiddellijke ingang uit zijn ambt gezet. Direct daarna, op 18 juli, werd
Harmanus Hondius benoemd tot waarnemend burgemeester. Van de Mortel werd gegijzeld in Sint-Michielsgestel en Vught en werd op 27 oktober 1944 bij de bevrijding van Tilburg door de geallieerden in zijn functie hersteld. Wegens het bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd legde hij in 1946 zijn ambt neer. In 1958 werd in het plantsoen van het Burgemeester van de Mortelplein een door Albert Termote vervaardigd bronzen beeld van Van de Mortel geplaatst. Het standbeeld werd opgericht uit dankbaarheid voor de wijze waarop hij de stad in de moeilijke jaren van oorlog en onderdrukking had geleid en beschermd.
