Cookies helpen ons onze services aan te bieden. Door onze services te gebruiken stemt u in met het gebruik van onze cookies.

Internationalisering

BalkTiu.jpg

In de zomer van 2020 werd bekend dat Tilburg University onder de naam ENGAGE.EU zal gaan samenwerken met zes vooraanstaande Europese universiteiten (Wenen, Toulouse, Sofia, Rome, Mannheim (foto) en Bergen). Voortbouwend op een stevige en historische basis in de sociale wetenschappen zal de alliantie nieuwe onderwijsprogramma's en formats aanbieden op het gebied van ‘societal change’. Ook een denktank en werkplaatsen die ruimte bieden om ideeën uit te wisselen met maatschappelijke organisaties en overheden zijn in het plan opgenomen. De samenwerkende universiteiten hebben meer dan 100.000 studenten en medewerkers. Het initiatief wordt gesteund door de EU, het consortium krijgt voor een periode van drie jaar zo’n vijf miljoen euro om de plannen uit te werken.

Mannheim.jpg

Traditie

De internationalisering van de universiteit krijgt in 1962 voor het eerst formeel vorm met de oprichting van het IVO, Instituut voor Ontwikkelingsvraagstukken. Dat instituut had als doel het “bevorderen van toegepast socio-economisch onderzoek, training en het opbouwen van capaciteit in ontwikkelingslanden.” Het IVO werkte samen met partnerorganisaties in ontwikkelingslanden zoals Bolivia, Costa Rica, Eritrea, India en Rwanda. Dat leidde tot onderzoekssamenwerking, een beurzenprogramma en de begeleiding van een groot aantal promovendi uit deze landen. Het IVO werd geacht zelf voor inkomsten te zorgen. Het putte uit meerdere fondsen van onder andere het ministerie van Buitenlandse zaken, de EU en de Wereldbank. In 2013 moest het IVO wegens gebrek aan financiën worden opgeheven. Internationalisering van het onderzoek was inmiddels een vanzelfsprekendheid geworden met diverse vormen van partnerships, netwerken, publicaties in buitenlandse journals, internationale symposia et cetera.

Bureau Buitenland

Begin jaren zeventig kreeg internationalisering van het onderwijs vorm met de oprichting van het Bureau Buitenland. Dat begeleidde stages in het buitenland en assisteerde bij uitwisseling van studenten en docenten. In die periode was er een jaarlijkse uitwisseling met Amerikaanse universiteiten, maar ook werden (door studenten) studiereizen georganiseerd naar communistische landen als China en Cuba. De relaties met Amerika kwamen vooral voort uit de activiteiten van het JF Kennedy Instituut, opgericht in 1966 door hoogleraar Internationaal recht Frans Alting von Geusau. Dat instituut, verbonden aan de faculteit Rechten, bestudeerde internationale betrekkingen en startte in 1972 met een programma voor Amerikaanse studenten. Internationalisering kreeg de wind in de rug, toen in 1987, als initiatief van de Europese Commissie, het Erasmusprogramma van start ging. Het programma had onder meer als doel de mobiliteit van universitaire studenten en medewerkers in Europa te bevorderen. Tilburg University was deelnemer vanaf het eerste uur, al is in bijvoorbeeld 1987 het aantal internationale studenten nog beperkt: 22 Belgen en 7 Britten. Internationalisering beperkte zich al snel niet meer tot Europa. In de jaren negentig werd contact gezocht met Chinese, Russische en Turkse universiteiten, waarvoor soms externe adviseurs werden aangetrokken zoals oud-minister Laurens-Jan Brinkhorst in het geval van Turkije. Ook bestonden er relaties met Zuid-Afrikaanse universiteiten, in het kader van taalprogramma’s van de toenmalige Letterenfaculteit, met Indonesië en meerdere Zuid-Amerikaanse universiteiten. Dat laatste kwam mede door de eerdere contacten van het IVO.

CentER

Een buitengewoon belangrijke stimulans voor internationalisering was de oprichting van het Center for Economic Research (CentER*) in 1993 door hoogleraar Arie Kapteyn. Het betekende de opmaat voor een internationaal publicatieklimaat, voor het aantrekken van buitenlandse wetenschappers, de uitwisseling met internationale universiteiten en later topposities voor de Tilburgse economen in nationale en internationale rankings in de economie. In 1995 zijn er 85 internationale (uitwisselings)studenten uit 15 landen.

Internationalisering curriculum

Een volgende belangrijke impuls is de internationalisering van het curriculum vanaf het einde van de 20e eeuw. Als eerste de masteropleidingen, waarna ook diverse bachelorprogramma’s volgden. Anno 2017 waren 41 van de 71 onderwijsprogramma’s Engelstalig. Voorbeelden van Engelstalige bachelors zijn: International Business Administration, Liberal Arts, Global Management of Social Issues en Global Law. Aan de universiteit studeren ruim 1.300 degree students uit het buitenland. Lex Meijdam, in 2017 decaan van TiSEM, omschreef de meerwaarde van internationale studenten in 2013 in Univers als volgt: “Ze zijn enorm gemotiveerd. Je komt niet uit China naar Nederland om te feesten. Ze hebben een heel andere mentaliteit, hopelijk nemen de Nederlandse studenten daar iets van over.” Anno 2020 waren internationale studenten uit meer dan 110 landen afkomstig. Ook werken er ruim 300 mensen met een niet-Nederlandse nationaliteit.

Studenten worden gestimuleerd om een deel van hun opleiding (of een stage) in het buitenland door te brengen. Alle bachelorprogramma’s kennen een zogeheten Mobility Window om zonder studievertraging een half jaar in het buitenland te studeren, zowel binnen als buiten Europa. Hiertoe onderhoudt het International Office – zoals Bureau Buitenland intussen heet - nauwe banden met meer dan 300 partneruniversiteiten wereldwijd - en nog steeds worden nieuwe samenwerkingsverbanden aangegaan. Die partnerships betekenen ook dat de universiteit exchange students uit het buitenland ontvangt, jaarlijks meer dan 600.

Er wordt verder geïnvesteerd in een International Campus. Studenten- en studieverenigingen worden ondersteund bij hun internationaliseringsprojecten en in het nieuwe onderwijsprofiel is er grote aandacht voor de ontwikkeling van intercultural awareness and skills. Last but not least worden er steeds meer diensten voor internationale studenten ontwikkeld: ondersteuning op het gebied van immigratie en begeleiding bij het vinden van huisvesting. Onder meer in Talent Square in de binnenstad, een wooncomplex dat in 2011 vooral met het oog op internationale studenten werd geopend.