Cookies helpen ons onze services aan te bieden. Door onze services te gebruiken stemt u in met het gebruik van onze cookies.

Hooghout

In 1309, om precies te zijn op 24 mei, verkrijgen 'de lieden van Haren' van de hertog van Brabant een landgoed 'tussen Udenhout en de Leendonk'. Dit landgoed kan worden gelokaliseerd tussen Brabants Hoek en de Gijselsestraat. In 1381 wordt de edelman Jan van Haren, na de dood van zijn vader Wouter van Haren, de eigenaar van het landgoed en de hoeve. In 1391 is Jan niet meer in leven en gaat de hoeve over op zijn zoon Henrik. In 1406 blijkt dat Bruusten van Oisterwijk een erfpacht op de hoeve heeft, die in dat jaar niet kan worden betaald. Bruusten gaat het goed opeisen, en hij weet het landgoed te kopen op 25 juni 1408. Kort daarna wordt het landgoed in twee helften opgedeeld.


De ene helft aan het Hooghout raakt behoorlijk snel versnipperd. Henrick Vendijck, weduwnaar van Kathelijn Henrix van der Staeck, heeft op 12 juli 1431 opgedragen aan Berthout Henrix Boem, man van Hadewijch Henric Vendijc, zijn vruchtgebruik in eenvijfde deel in een hoeve in Udenhout op Hoechhout. De andere helft van het oude landgoed van 'de lieden van Haren' houdt na de verkoop van 1407/1408 de oorspronkelijke naam hoeve het Hooghout. Het gaat hier om de hoeve waar later "Assisie" is ontstaan.


In 1433 blijkt het goed eigendom te zijn van Kathelijn, een kleindochter van Bruusten van Oisterwijk, gehuwd met Gerit Janszoon van Leyenbergh. Op 2 juni 1447 wordt de hoeve verkocht aan Gijsbert van den Broek, een vooraanstaand Bosch poorter, die gehuwd was met Katherijn Jan Beerwout van de hoeve aan de Gijselsestraat. Hij had een huis in de St.Jorisstraat in Den Bosch, dat hij bestemde als gasthuis voor zeven mannen. In 1497 maakt Agnees, een dochter van Gijsbert van den Broek, haar testament. Zij wil dat haar bezittingen worden verkocht en dat daarmee de hoeve "Hooghout" wordt gekocht ten behoeve van een vrouwengasthuis. Het Hooghout verkreeg een functie ter voorziening in het onderhoud van een vrouwengasthuis aan de Beurdsestraat in Den Bosch. Zo is de naam Gasthuishoeve ontstaan.


Op 29 augustus 1854 vond de openbare verkoping van de Gasthuishoeven plaats in het Brabands Koffijhuis van Leonardus Cordens in 's Hertogenbosch en twee weken later in het Eindhovens Koffijhuis van de weduwe van Martinus Leenheer. De eerste koop betrof de oostelijke gasthuishoef, die stond achter het huidige hoofdgebouw van Huize Assisie aan de oostelijke zijde. Johannes Brekelmans die pachter was van de andere gasthuishoeve (de westelijke), probeerde de eerste koop te verkrijgen, doch hij werd ruim overboden door een Bossche koopman, de heer Petrus Franciscus van Beugen. De prijs die deze laatste voor de hoeve neertelde was 8.325 gulden. De tweede koop was een bouwhoeve, genaamd de westelijke gasthuishoeve. Ook deze boerderij werd uiteindelijk gekocht door voornoemde Van Beugen. Ditmaal voor de prijs van 7.500 gulden.


Een dochter van Petrus Franciscus van Beugen en zijn tweede vrouw Joanna Maria Mennen is Dorothea Arnolda Johanna Maria van Beugen. Ze is op 10 januari 1845 in Den Bosch geboren. Ze wordt in 1895 erfgename van het goed in Udenhout. In dat jaar, op 3 mei 1895 is namelijk Petrus Franciscus van Beugen op 81-jarige leeftijd te Boekel overleden. De laatste jaren van zijn leven werd de heer Van Beugen te Boekel door de Broeders Penitenten van de H. Franciscus verpleegd. Zijn dochter Dorothea zal blijkbaar door de verzorging van haar vader aangezet zijn tot de schenking, die zij op 19 januari 1901 aan de congregatie deed. Bij die schenking werd 45 hectare grond met drie boerderijen overgedragen aan de Broeders Penitenten, die er Huize Assisië stichtten.