Cookies helpen ons onze services aan te bieden. Door onze services te gebruiken stemt u in met het gebruik van onze cookies.

Hogeschool

BalkTiu.jpg

Hogeschool wordt universiteit

In Tilburg spreken ouderen nog vaak over ‘de hogeschool’, als ze het over de universiteit hebben. Dat komt omdat Tilburg University tot 1986 een hogeschool was. Dat begrip was tot die tijd voorbehouden aan instellingen die op universitair niveau functioneerden, maar niet het brede aanbod van de klassieke universiteiten hadden. Dat gold ook ook voor de Economische Handelshoogeschool van Rotterdam en de drie technische hogescholen (in Delft, Eindhoven en Enschede). In 1986 kregen alle hogescholen het predicaat ‘universiteit’, wat tot een andere naamgeving leidde. Vanaf hetzelfde moment mochten de instellingen voor hoger beroepsonderwijs in ons land zich ‘hogeschool’ noemen. In Brabant werden sindsdien onder andere de hogescholen Fontys, Avans en NHTV Breda gevormd, met daarbinnen hbo-opleidingen op o.a. economisch en administratief, sociaal, technisch en pedagogisch gebied. In het Engels worden deze hogescholen aangeduid als university of applied sciences.

Binaire stelsel

In het buitenland is het institutionele onderscheid dat Nederland maakt tussen wetenschappelijk onderwijs en hoger beroepsonderwijs, het zogenaamde ‘binaire stelsel’, vrij ongebruikelijk. Maar ook hier beginnen de grenzen te vervagen. Niet alleen mogen universiteiten en hogescholen zich in het Engels university noemen, ze kennen ook beiden het bachelor-mastersysteem en er zijn zelfs hogescholen die geaccrediteerd zijn om wetenschappelijk onderwijs te verzorgen (NHTV Breda met de opleiding Vrijetijdswetenschappen). Ook hebben hogescholen tegenwoordig een onderzoekstaak, waarvoor zij lectoren kunnen benoemen (zie ook: hoogleraar).

Hogeschool.jpg

Katholieke Leergangen

De Roomsch Katholieke Handelshoogeschool is in 1927 begonnen in de gebouwen van de Katholieke Leergangen, een hogere beroepsopleiding die sinds 1918 in de stad was gevestigd. Die leergangen bestonden uit vier afdelingen: algemene wetenschappen, een academie voor beeldende kunsten en technische vakken, een conservatorium en dus de handelshogeschool. De oprichter van deze lerarenopleidingen was Hendrik Moller, een man met de ambitie om de handelshogeschool van een academische status te voorzien. In de ogen van sommigen was dat een luchtkasteel, en het is een feit dat de jonge hogeschool pas na jaren formele erkenning (en bekostiging) van het rijk kreeg. Echter, het ligt in de rede dat Tilburg zonder het streven van Moller nooit een hogeschool zou hebben gekregen, en dus ook geen universiteit.