De oudste herberg van Tilburg stond voor zover bekend rond 1500 op de
Heuvel en heette In den Herdt of ’t Hert. Tot 1651 werd deze herberg geëxploiteerd door de schout, destijds een gebruikelijke situatie. De Tilburgers kwamen naar de herberg voor administratieve zaken en dronken tegelijk iets. In 1680 werd de raadskamer ingericht in de
Heikese kerk. Daarna speelden de vorsters (veldwachters) tot 1740 voor herbergier. De op een na oudste herberg van Tilburg stond aantoonbaar in 1506 op de Heuvel en heette De Vos en de Craen. Andere namen van Tilburgse herbergen op de Heuvel waren In de Wildeman (sinds 1533), De Drie Coninghen (1537) en De Roode Leeuw (1583). De meest voorkomende herbergnaam was De Zwaen of varianten daarop, zoals De één Swaen (1565) en De Drije Swaentjes (1664). Al deze herbergen stonden op de Heuvel. De belangrijkste horeca-zwaan werd in de achttiende en de negentiende eeuw gedreven door de familie Botermans, die er De Gouden Zwaan van maakte. In 1882 nam de familie Hegeman deze zaak over. De Tilburgers waren onder de indruk van dit sjieke etablissement, maar zongen toch het spotliedje ‘Bij Hegeman op den Heuvel, daor stao een gauwe zwaon. En ze bèt nie, en ze schèt nie en ze blèèft daor euweg staon’. Maar zelfs De Gouden Zwaan van Hegeman werd overvleugeld door
Hotel Riche. In het pand waar nu Stadscafé Restaurant MeesterS zit, kwam de naam De Gouden Zwaan nog een keer terug toen Bram Sevinga en zijn vrouw Jeanne Philippart er van 1980 tot 1993 hun restaurant hadden. Deze naam was geïnspireerd op Café De Zwaan, dat tegenover de Heikese kerk was gevestigd.
