Hendrik Möller
Möller studeerde letteren aan de Gemeentelijke Universiteit van Amsterdam en promoveerde in 1907 op het proefschrift Vondel’s Heerlijckheit der Kercke. Hij werd daarna leraar geschiedenis en aardrijkskunde, en in 1910 leraar Nederlandse taal, letterkunde en geschiedenis aan de Gemeentelijke HBS te Amsterdam. In 1913 stichtte hij de RK Leergangen te Den Bosch, en verhuisde die in 1918 naar Tilburg. Möller was in 1916 ook de oprichter van de vereniging Ons Middelbaar Onderwijs (OMO), waarvan hij tot zijn dood voorzitter bleef. Hij richtte diverse tijdschriften op, zoals Boekenschouw (Katholiek Bibliografisch Maandschrift), Opvoeding en Onderwijs en Roeping, en publiceerde boeken over Vondel, Ruusbroec en Karel ende Elegast. Hij was ook de oprichter van het Dr. Möllerlyceum te Bergen op Zoom en het Dr. Möllercollege te Waalwijk. Na een conflict met het curatorium van de Leergangen nam Möller in 1920 ontslag als rector en docent. Van 1927 tot 1935 was hij gemeenteraadslid in Tilburg en van 1929 tot 1935 wethouder. Vanaf 1925 tot aan zijn dood was hij ook lid van de Tweede Kamer. De in 1970 in Tilburg begonnen zogeheten nieuwe lerarenopleiding die onderdeel was van de Hogeschool Katholieke Leergangen, kreeg de naam Möllerinstituut. Thans is een van de gebouwen van het Fontyscomplex (Fontys Hogescholen) aan de Stappegoorweg naar hem vernoemd.