Cookies helpen ons onze services aan te bieden. Door onze services te gebruiken stemt u in met het gebruik van onze cookies.

Gimbrère, Emilius

BalkTiu.jpg

Rector magnificus

E.G.J. (Emilius) Gimbrère (1891-1949), afkomstig uit een bekend Tilburgs ondernemersgeslacht, behoorde tot de eerste groep van hoogleraren van de Rooms Katholieke Handelshoogeschool. Hij was rector magnificus in 1931-1932, 1936-1937 en in de oorlogsjaren 1941-1945. Gimbrère studeerde rechtswetenschappen in Utrecht. Als hoogleraar hield hij zich bezig met burgerlijk- en handelsrecht en krediet- en bankwezen. Toen hij op vijfendertigjarige leeftijd werd benoemd, kon hij al bogen op grote praktische ervaring in het bankwezen in voormalig Nederlands Indië. Sinds 1917 was hij advocaat en procureur in Padang, in 1918 werd hij secretaris van de directie van de Nederlandsch Indische Handelsbank te Batavia, in 1919 subagent en vervolgens agent van deze bank te Soerabaja. Van 1923-1926 was hij daar directeur van het hoofdkantoor.

Gimbrere.jpg

Gimbrère was eerder practicus dan wetenschapsman. Zijn colleges over Indische zaken, zoals de Javaanse suikerindustrie (waarover hij ook publiceerde), wisten zijn studenten echter zeer te boeien. In zijn verslaglegging van de Senaatsvergaderingen gaf hij volgens universiteitshistoricus Bornewasser blijk van literaire smaak en van een ironische pen. Hij was een pleitbezorger van de synthese tussen de economische en juridische wetenschappen. Zijn diesrede over ‘Jurist en econoom’ is daarvan het blijvende bewijs.

Oorlogsjaren

Aan het einde van de Tweede Wereldoorlog droeg hij zijn rectoraat over aan Cobbenhagen. Bij die gelegenheid roemde hij het studentenverzet en verklaarde hij trots dat er in de oorlogsjaren nog 115 tentamens waren afgenomen van studenten die in hun “schuilplaats” gelegenheid hadden gevonden hun studie voort te zetten. Hij stond stil bij de gijzeling van hoogleraren en rectoren en bij de nagedachtenis van de oorlogsslachtoffers. Tot slot riep hij de hogeschoolgemeenschap op tot het “bewust aankweken van een nieuwe geest, het scheppen van juister verhoudingen in academische kringen en de uitroeiing van materialisme en opportunisme”.

Maatschappelijke functies

Gimbrère was tevens lid van het ambtenarengerecht in Den Bosch, voorzitter van het Gemeentelijk Scheidsgerecht voor ambtenaren in Tilburg, lid van het College Rijksbemiddeling, en commissaris en lid van de Raad van Toezicht van de PNEM.