Cookies helpen ons onze services aan te bieden. Door onze services te gebruiken stemt u in met het gebruik van onze cookies.

Gezondheidszorg - hoe zag die er vroeger uit in Gilze en Rijen?: verschil tussen versies

Regel 16: Regel 16:
 
==Eerste huisarts==
 
==Eerste huisarts==
 
De eerste universitair opgeleide huisarts kwam in 1907 naar onze gemeente, dat was Petrus Hubertus Maria Blom. Hij ging in eerste instantie in Gilze in pension. Na zijn trouwen in 1911 woonden hij en zijn vrouw heel eventjes in een van de Ericssonhuizen in de Julianastraat in Rijen.[[Bestand:Nieuwstraat 20 Sunny Home 1970.jpg|300px|right|thumb|''De eerste universitair opgeleide huisarts in Gilze, Petrus Blom, liet Sunny Home, Nieuwstraat 20 bouwen'']] In oktober 1911 kreeg hij een vergunning om op het adres Nieuwstraat 20 (staat er nog steeds) een artsenwoning met praktijkruimte, ‘Sunny Home’, te laten bouwen. In het midden van de topgevel liet hij het doktersteken (esculaap) aanbrengen. In 1915 vertrok Blom al weer en kocht opvolger Dokter Hoeks het huis. Hoeks bezocht zijn patiënten per fiets, lag er sneeuw dan leende hij een paard en ook hij gebruikte later een motor voor zijn visites en nog later een auto.  
 
De eerste universitair opgeleide huisarts kwam in 1907 naar onze gemeente, dat was Petrus Hubertus Maria Blom. Hij ging in eerste instantie in Gilze in pension. Na zijn trouwen in 1911 woonden hij en zijn vrouw heel eventjes in een van de Ericssonhuizen in de Julianastraat in Rijen.[[Bestand:Nieuwstraat 20 Sunny Home 1970.jpg|300px|right|thumb|''De eerste universitair opgeleide huisarts in Gilze, Petrus Blom, liet Sunny Home, Nieuwstraat 20 bouwen'']] In oktober 1911 kreeg hij een vergunning om op het adres Nieuwstraat 20 (staat er nog steeds) een artsenwoning met praktijkruimte, ‘Sunny Home’, te laten bouwen. In het midden van de topgevel liet hij het doktersteken (esculaap) aanbrengen. In 1915 vertrok Blom al weer en kocht opvolger Dokter Hoeks het huis. Hoeks bezocht zijn patiënten per fiets, lag er sneeuw dan leende hij een paard en ook hij gebruikte later een motor voor zijn visites en nog later een auto.  
 +
 +
 +
 +
 +
  
 
==Zwarte jurk en bonte schort==
 
==Zwarte jurk en bonte schort==
Regel 25: Regel 30:
  
 
[[Bestand:Sjean Vermeulen.jpg|300px|left|thumb|''Bij haar zilveren jubileum in 1974 kreeg zuster Vermeulen een Pauselijke onderscheiding'']]Heel bekend was ook zuster Sjean Vermeulen. Vanaf 1947 werkte ze jarenlang als gediplomeerde kraamverzorgster in Rijen. Ze was in dienst van het Wit-Gele Kruis (WGK), dat in Rijen in 1924 was opgericht. In Gilze was dat in 1919 gebeurd. De eerste wijkverpleegkundige daar was zuster Petra van Lierop. Ze kreeg een honorarium van 500 gulden per jaar plus een paraplu, overschoenen, laarzen en een mantel. Wel had ze nog een ontheffing van de bisschop nodig, voordat ze in haar hele werkgebied zieken kon bezoeken. Want religieuzen mochten in die tijd eigenlijk niet fietsen. Na wat geharrewar vond de bisschop het goed, tenminste als ze hoge laarzen, lange rokken en daar overheen een jas aantrok. En ze moest natuurlijk nog even leren fietsen.  
 
[[Bestand:Sjean Vermeulen.jpg|300px|left|thumb|''Bij haar zilveren jubileum in 1974 kreeg zuster Vermeulen een Pauselijke onderscheiding'']]Heel bekend was ook zuster Sjean Vermeulen. Vanaf 1947 werkte ze jarenlang als gediplomeerde kraamverzorgster in Rijen. Ze was in dienst van het Wit-Gele Kruis (WGK), dat in Rijen in 1924 was opgericht. In Gilze was dat in 1919 gebeurd. De eerste wijkverpleegkundige daar was zuster Petra van Lierop. Ze kreeg een honorarium van 500 gulden per jaar plus een paraplu, overschoenen, laarzen en een mantel. Wel had ze nog een ontheffing van de bisschop nodig, voordat ze in haar hele werkgebied zieken kon bezoeken. Want religieuzen mochten in die tijd eigenlijk niet fietsen. Na wat geharrewar vond de bisschop het goed, tenminste als ze hoge laarzen, lange rokken en daar overheen een jas aantrok. En ze moest natuurlijk nog even leren fietsen.  
 +
 +
 +
 +
 +
  
 
==Onwillige huisarts==
 
==Onwillige huisarts==

Versie van 8 mrt 2022 om 15:38

Met koetsen, paarden, fietsen, lange rokken en hoge laarzen

In deze coronatijd ook weleens bezorgd geweest over onze gezondheidszorg? Want kan die het wel aan? En concreter nog, kan ik terecht bij huisarts of ziekenhuis als ik wat voor klachten dan ook krijg? In die periodes dat de verontrustende IC-berichten ons om de oren vlogen, popte ineens dat weetje uit de lokale geschiedenis op: Rijen kreeg pas in mei 1920 haar eerste huisarts…. Jeetje wat moet dat onveilig gevoeld hebben. Of is dat een kwestie van je wist niet beter? Het is in ieder geval een (relativerend?) onderzoekje in de heemkringbronnen waard: hoe was het in het verleden eigenlijk met de gezondheidszorg in onze gemeente gesteld?

In 1920 de eerste huisarts, hoe was het dan daarvoor geregeld? Rijen was voor medische hulp aangewezen op geneeskundigen uit Gilze of Dongen. En die kwamen – op de fiets of met het koetsje – nog wel eens te laat. De vereniging Rijens Belang diende daarom met vier andere verenigingen een verzoekschrift bij de gemeente in. Ze vroegen om subsidie voor de aanstelling van een geneeskundige in Rijen. Tegelijkertijd deden ze zelf ook een duit in het zakje. Ze riepen een fonds in het leven waaruit de arts vijf jaar lang een subsidie van 1000 gulden per jaar toegekend zou krijgen. Het gemeentebestuur legde het verzoek voor aan Gedeputeerde Staten en die weer aan de Hoofdinspecteur van de Volksgezondheid. De laatste vond het twijfelachtig of een geneesheer in Rijen wel bestaansrecht had en gaf een negatief advies. In het gunstigste geval zou de arts 2500 patiënten hebben en dat was amper genoeg voor een bescheiden bestaan. En wat als na vijf jaar de uitkering uit het fonds verviel? Ook de belangenvereniging ‘Gilze Vooruit’ was bezorgd over de bestaanszekerheid voor twee artsen, één in Rijen en één in Gilze. Ze wilde dat de standplaats Gilze in ieder geval verzekerd bleef, onder andere door de arts in Gilze dezelfde toelage te geven. Ondanks de negatieve adviezen kwam er gelukkig toch een huisarts in Rijen. De gemeenteraad kende een vestigingssubsidie toe van duizend gulden per jaar. De eerste arts, in mei 1920, was Alexander Adrianus van Glabbeek. Hij zou dertig jaar lang de enige huisarts in Rijen blijven. Hij begon op de fiets, later bezocht hij zijn patiënten met een zware motor, nog later met de auto. ‘Dokter Van Glabbeek’ zou 77 jaar met het dorp verbonden blijven. Want zijn zoon Paul volgde hem in 1965, na 45 jaar, op en nam in 1998 afscheid.

‘Meester surgijn’

En hoe zat het dan in Gilze? In 1517 komen we de eerste ‘chirurgijn’ in de boeken tegen. Dat was ‘meester surgijn’ Gherijt Cornelis van Nerven. Hij werkte vanuit Gilze, maar bediende ook Rijen, Hulten en Molenschot. Chirurgijns waren de voorlopers van de huisartsen. Ze hadden niet gestudeerd, maar leerden het vak in de praktijk. Ze behandelden eenvoudige botbreuken en snijwonden en konden aderlaten; in die tijd gebruikten ze dat als middel tegen veel innerlijke kwalen. Sommige chirurgijns hadden ook wat kennis van inwendige ziekten en kruiden en konden als medicijnmeester optreden. De chirurgijn kreeg hier van het dorpsbestuur jaarlijks een traktement om de arme inwoners gratis te behandelen.

Bij bevallingen assisteerde een vroedvrouw of vroedmeester

Bij bevallingen assisteerde een vroedvrouw. Ook zij kreeg een jaarlijkse beloning van het dorpsbestuur. Voor inwendige ziekten moesten Gilze- en Rijenaren naar een universitair opgeleide medicinae doctor buiten het dorp. Ook voor de builenpest bijvoorbeeld, die in 1662 in de Baronie heerste. In de dorpsrekeningen is nog te zien dat schout Van Berckel een bedrag van f 7-11-0 kreeg, omdat hij een voorschot aan de ‘pestmeester en de sieckentrooster van Breda’ had betaald, ‘voor dat hij quame visiteren de sone van Anneken Cornelis Goyaerts op ten Haensbergh die van contagieuse (=besmettelijke) siekte was besmeth’. Ook kreeg Gorris Jan Thielen, vorster ten Rijen, betaald voor ‘goede opzicht over de schrobbers ende dienaers van de geïnfecteerde ende besmette huisingen alhier ten tijde dese gemeente met de contagieuse ende besmettelijcke sieckte was ontsteecken’.

Twee kamers in het gemeentehuis

In 1756 kwam in de Baronie van Breda een strenger toezicht op de gezondheidszorg. Chirurgijns moesten voortaan examen afleggen bij landsdoctor Van Gherdt in Breda. Twee dekens van het chirurgijngilde, de dorpsschout en een dorpsmagistraat waren ook bij dat examen aanwezig. Bovendien was er een lijst met instrumenten en medicijnen (kruiden) die de dorpschirurgijn voorhanden moest hebben. De landsdoctor kwam dat persoonlijk ieder jaar controleren. Zo’n veertig jaar later, in 1797 kreeg Gilze haar eerste medicinae doctor (doctor in de medicijnen), de 23-jarige Christiaan Janssens. Hij was universitair opgeleid in Leuven en mensen konden er ook met hun inwendige ziekten terecht. Hij kreeg twee kamers in het gemeentehuis om in te wonen. In 1803 verhuisde hij met zijn gezin naar de Raadhuisstraat en hield daar ook praktijk. Hij had er een huis met koestal, schuur en bakhuis. Een knecht runde de boerderij. Vanaf 1802 kreeg hij een jaartraktement van het gemeentebestuur om de minderbedeelden binnen de gemeente gratis te helpen. Christiaan Janssens bleef tot zijn dood (1834) in Gilze. Zijn grafsteen vind je nog in de kerk.

Eerste huisarts

De eerste universitair opgeleide huisarts kwam in 1907 naar onze gemeente, dat was Petrus Hubertus Maria Blom. Hij ging in eerste instantie in Gilze in pension. Na zijn trouwen in 1911 woonden hij en zijn vrouw heel eventjes in een van de Ericssonhuizen in de Julianastraat in Rijen.

De eerste universitair opgeleide huisarts in Gilze, Petrus Blom, liet Sunny Home, Nieuwstraat 20 bouwen

In oktober 1911 kreeg hij een vergunning om op het adres Nieuwstraat 20 (staat er nog steeds) een artsenwoning met praktijkruimte, ‘Sunny Home’, te laten bouwen. In het midden van de topgevel liet hij het doktersteken (esculaap) aanbrengen. In 1915 vertrok Blom al weer en kocht opvolger Dokter Hoeks het huis. Hoeks bezocht zijn patiënten per fiets, lag er sneeuw dan leende hij een paard en ook hij gebruikte later een motor voor zijn visites en nog later een auto.




Zwarte jurk en bonte schort

Belangrijk in ons gezondheidszorgverleden zijn ook - we noemden ze hierboven al - de vroedvrouwen. De oudst bekende is Anneke Wijnants in Gilze, getrouwd met Geert van Poppel. Ze staat genoemd in een akte van 1663. In die tijd kwam de hulp bij bevallingen normaal gesproken van hulpvaardige moeders en buurvrouwen, van bakers en opgeleide vroedvrouwen of vroedmeesters. Opgeleid betekende waarschijnlijk dat ze in ieder geval de eenvoudige hygiëne toepasten, meer dan de welwillende buurvrouwen. In 1702 werkte Margriet, huisvrouw van Jan Peter Boogaarts, ook als vroedvrouw in Gilze. Haar eigen naam is niet bekend, ze was ‘de vrouw van’. De gemeente betaalde haar 12 gulden per jaar voor haar diensten. Vanaf 1908 waren het de huisartsen die voortaan de bevallingen deden. De gemeente vond officieel aanstellen van vroedvrouwen niet meer nodig. Bakers ofwel kraamverzorgsters zorgden daarna voor moeder en kind. Lieneke Willemen bijvoorbeeld, die in Rijen van 1914 tot 1930 voor veel mensen een begrip was. Op de fiets in haar bekende outfit, de zwarte jurk met daaroverheen een bonte schort, kwam je haar in het hele dorp tegen. Eind jaren zeventig kwamen er weer gediplomeerde verloskundigen in onze gemeente en deden de huisartsen geen bevallingen meer.


Toestemming vragen en fietsen leren

Bij haar zilveren jubileum in 1974 kreeg zuster Vermeulen een Pauselijke onderscheiding

Heel bekend was ook zuster Sjean Vermeulen. Vanaf 1947 werkte ze jarenlang als gediplomeerde kraamverzorgster in Rijen. Ze was in dienst van het Wit-Gele Kruis (WGK), dat in Rijen in 1924 was opgericht. In Gilze was dat in 1919 gebeurd. De eerste wijkverpleegkundige daar was zuster Petra van Lierop. Ze kreeg een honorarium van 500 gulden per jaar plus een paraplu, overschoenen, laarzen en een mantel. Wel had ze nog een ontheffing van de bisschop nodig, voordat ze in haar hele werkgebied zieken kon bezoeken. Want religieuzen mochten in die tijd eigenlijk niet fietsen. Na wat geharrewar vond de bisschop het goed, tenminste als ze hoge laarzen, lange rokken en daar overheen een jas aantrok. En ze moest natuurlijk nog even leren fietsen.




Onwillige huisarts

Opmerkelijk rond het WGK en de kraamhulpen was in Gilze ook het conflict met dokter De Steenhuijsen-Piters, dat eind jaren vijftig speelde en het dorp in twee partijen verdeelde. Wat was het geval? De algemene ledenvergadering van het WGK had besloten om de zogenaamde interne kraamhulp in te voeren, een landelijke ontwikkeling. Dat was een kraamverzorgster die na de bevalling nog enkele dagen in het gezin bleef om moeder en kind te verzorgen. Die regeling hield ook in dat bij de bevalling eerst de dokter gewaarschuwd werd en die moest aangeven wanneer de kraamverzorgster kwam. Tot dan toe was dat andersom, zuster Blauwhof waarschuwde hém. Dokter De Steenhuijsen-Piters verzette zich tegen de nieuwe regeling, want die was voor de arts tijdrovender. Van bemiddeling wilde hij niet weten en hij kreeg medestanders in de vorm van een actiecomité, dat probeerde het besluit van de ledenvergadering terug te draaien. Het conflict liep hoog op en het ging er soms fel aan toe. Een Commissie van Goede Diensten probeerde de partijen bij elkaar te brengen. Er volgde een referendum, er kwam een nieuw bestuur en een overgangsregeling, maar na verloop van tijd kwam die interne kraamhulp er toch. De naweeën van het conflict waren in het dorp nog lang merkbaar.

Vanzelfsprekendheid

Je kunt het je nu niet meer voorstellen, afhankelijk zijn van de chirurgijn, de pestmeester en de sieckentrooster, de medicinae doctor of de baker. Of van – nog even een zijstraatje – de bus van Koos Verharen, die rond 1930 ernstig zieke Rijenaren naar het ziekenhuis in Breda reed en met veel mededogen zijn banden niet te hard oppompte vanwege de kinderkopkes. In deze tijd zijn we normaal gesproken dag en nacht verzekerd van goede zorg. Met Medisch Centrum Anne Frankplein (2005) en Gezondheidscentrum De Flair (2015) waar allerlei zorgdisciplines bij elkaar komen, met huisartsenposten, apotheken en ambulances, met digitale patiëntendossiers bij huisartsen en de ons omringende ziekenhuizen. Goede zorg in onze dorpen is voor ons heel vanzelfsprekend geworden. Nu de gezondheidszorg onder grote druk staat, besef je des te meer wat een groot goed dat is.




Tekst: Mariëlle van Hezewijk; Fotoredactie: Piet Weterings

Bronnen: www.tijdmachinegilzerijen.nl / gezondheidszorg; wikimiddenbrabant.nl/Vrouwen in de gezondheidszorg; www.heemkringmolenheide.nl; beeldbank Heemkring Molenheide; Kwartaalblad De Mulder.

Dit artikel is in februari 2022 in Weekblad Gilze en Rijen verschenen als themapagina van Heemkring Molenheide. Onderschriften:


Wit-Gele Kruisgebouw GIlze in 1959 De bus van Koos Verharen in 1928 voor zijn garage in de (toen nog) Kerkstraat in Rijen