Cookies helpen ons onze services aan te bieden. Door onze services te gebruiken stemt u in met het gebruik van onze cookies.

Geschiedschrijving

BalkTiu.jpg

Terugkijken op het verleden

Terugkijken op het verleden vormde vanaf het begin van de universiteit als Roomsch Katholieke Handelshoogeschool in 1927 onderdeel van het kerncurriculum. Van de eerste vier hoogleraren vervulde Thomas Goossens, de eerste rector magnificus, de leeropdracht Economische geschiedenis van de Middeleeuwen en founding father Cobbenhagen de leeropdracht Algemeene leer en geschiedenis der economie.

Des te opmerkelijker is het dat de instelling pas vijftig jaar later met zoiets als een officiële geschiedenschrijving kwam. In 1978 verscheen een studie over de jaren 1927-1954 (dat laatste jaar is het sterfjaar van Cobbenhagen. Het boek werd drie jaar later gevolgd door een tweede deel, over de jaren 1954-1977. Auteur van deel I was Hans Bornewasser (1924-2010, foto), van 1967-1989 hoogleraar Kerkgeschiedenis aan de faculteit Theologie. Bornewasser had in 1962 het boek 'Vijftig jaar Katholieke Leergangen' geschreven.

Bornewasser2.gif

Hans de Vries (1927), schrijver van deel II, was tussen 1967 en 1981 hoogleraar Economische geschiedenis aan de Hogeschool. Het boek, met de titel 'Onderweg van Hogeschool naar Universiteit' werd besproken in: Brabantia 31 (1982), p. 66-67, in: Brabantia 31 (1982), p. 68, in Sociale Wetenschappen 25 (1982), p. 337-341 en in: Bijdragen en Mededelingen betreffende de Geschiedenis der Nederlanden 98 (1983), p. 625-627. De Vries schreef later overigens een uitvoerige necrologie van Bornewasser waarin hij hem een pionier noemde van "de brede en hernieuwde belangstelling voor de nieuwe universiteitsgeschiedenis, losgemaakt uit het gedenkboekengenre en in een relevanter besef van de maatschappelijke context".

Geschiedschrijving2.jpeg

Het derde deel

In 1999, vooruitlopend op het 75-jarig bestaan van wat toen de Katholieke Universiteit Brabant heette, kreeg Karel Veraghtert (1944), hoogleraar Economische geschiedenis (1982-2004) en Sociale geschiedenis (1995-2004), de opdracht voor het schrijven van de geschiedschrijving over de periode 1977-2002. In 2002 werden de historisch socioloog Ad van den Oord en bijzonder hoogleraar Cultuur in Brabant Arnoud-Jan Bijsterveld bij dit project betrokken. Gezien de geringe beschikbare tijd beperkten de laatsten zich tot een documentaire aanpak; diepgaand wetenschappelijk onderzoek was niet mogelijk. In het voorjaar van 2003 - een half jaar na het feitelijke lustrum - verscheen aldus deel III van de geschiedschrijving. Het werd uitgegeven samen met de herdruk van de delen I en II in een cassette met daarop het lustrummotto ’75 jaar waardenvolle universiteit’.

In deel III blijven de ontwikkelingen in de afzonderlijke faculteiten en die van de primaire processen – onderwijs en onderzoek – onderbelicht. Door tijdsdruk, maar ook door de status van het centrale archief en de faculteitsarchieven. Slechts een deel was op dat moment toegankelijk, waarbij kwam dat de archieven op facultair en instituutsniveau vaak fragmentarisch bleken, dan wel geheel ontbrekend. De nadruk ligt daarom – overigens net als in de twee eerdere delen – vooral op de bestuurlijke geschiedenis. Om de maatschappelijke betekenis van hogeschool en universiteit te duiden en bijzondere gebeurtenissen aan de orde te stellen, werd vrijwel uitsluitend gebruik gemaakt van het Tilburgs Hogeschoolblad en zijn opvolger Univers.

Faculteitsgeschiedenissen

Sinds 2003 verschenen twee faculteitsgeschiedenissen. Ter gelegenheid van het vijftigjarig bestaan van de Tilburg School of Law schreef hoogleraar Oud-vaderlands recht Beatrix van Erp-Jacobs in 2013 een jubileumboek. Programmadirecteur Tessa Leesen schreef in opdracht van de Tilburg School of Humanities de geschiedenis van de Theologische Faculteit Tilburg vanaf haar ontstaan in 1967 tot aan de omwentelingsjaren 2004-2007. In 2021 verschijnt een publicatie naar aanleiding van het 50-jarige bestaan van de subfaculteit Psychologie, die in 1971 werd opgericht.