Cookies helpen ons onze services aan te bieden. Door onze services te gebruiken stemt u in met het gebruik van onze cookies.

Fusillade gebroeders Appels en Van de Voort

De gebroeders Jan en Janus Appels hadden in Tilburg een bouwbedrijf met als nevenactiviteit een houtzagerij in Udenhout. Deze houtzagerij was gevestigd in de toenmalige Stationsstraat, nu de Kreitenmolenstraat, tegenover de huidige Rabobank, op enige afstand van de straat. De gebroeders Appels hadden Willem van de Voort aangezocht om als bedrijfsleider de activiteiten in Udenhout te behartigen. Janus Appels was Hoofd van het Regionale Ondergrondse Verzet en had zijn bedrijf in Udenhout gebruikt om er munitie en wapens op te slaan.

Toen in september 1944 de Duitsers alle Tilburgse aannemers opriepen om mee te werken aan het opwerpen van verdedigingswerken doken de gebroeders Appels onder. Zo heeft Janus Appels zich een tijdje schuil gehouden bij de familie Sjef en Marie Driessen die destijds woonden in hun huisje aan de Stationstraat “De Rode Leeuw”. Toen de toestand weer wat rustiger leek, besloot Janus Appels naar zijn gezin in Tilburg terug te gaan. Deze beslissing werd hem noodlottig.

Het gebeurde op zondag 24 september 1944, omstreeks het middaguur. Een deputatie van de Feldgendarmerie en de Grüne Polizei verscheen op het terrein van de houtzagerij te Udenhout en inspecteerden de houtopslagloods op aanwezigheid van daar vermoedelijk verborgen wapens en munitie. Inmiddels waren de direct omwonenden van het pand door de Duitsers uit hun huizen gehaald, tegen de muur gezet en gesommeerd nadere informatie te geven over medeweten of betrokkenheid in deze affaire. Daarop toog men naar het huis van Willem van de Voort aan de Slimstraat en men dwong deze direct mee te gaan om zich als bedrijfsleider nader te verklaren. De Duitsers met in hun gezelschap de heer Willem van de Voort gingen hierop in hun auto's naar het bedrijf van de gebroeders Appels aan de Boomstraat te Tilburg. Zonder nadere uitleg werd Jan Appels, die ook nog naar de Engelse zender zat te luisteren, uit zijn huis gehaald waarop het gezelschap naar het huis reed van Janus Appels aan de Bredaseweg in Tilburg. Toen men daar aanbelde, trachtte deze nog via de achtertuin te vluchten, maar toen hij het getier van de Duitsers tegen zijn vrouw hoorde, kwam hij te voorschijn en werd gearresteerd. Na door de Duitsers te zijn ondervraagd werden de drie gearresteerden in een "overvalwagen" geloodst en naar een voor de families onbekende plaats afgevoerd. De gedachte leefde dat zij naar Duitsland zouden zijn afgevoerd.

De bevrijding kwam, een nieuwe tijd brak aan en de jaren gingen voorbij, totdat precies drie jaren later in september 1947 in deze zaak klaarheid kwam. Uit de Tilburgse Courant van vrijdag 26 september en zaterdag 27 september 1947 citeren wij het volgende: "Vrijdagmorgen 26 september 1947 zijn op de terreinen van de Willem-II-kazerne in Tilburg de lijken gevonden van de eind september 1944 gefusilleerde Tilburgers Jan en Adrianus Appels en W.van de Voort uit Udenhout. Het stoffelijk overschot van de drie mannen werd gevonden op aanwijzing van twee Duitsers die als getuige ter beschikking zijn van de subcommissie Opsporing Oorlogsmisdrijven". Verder is nog vast komen te staan dat de drie slachtoffers zonder vorm van proces nog diezelfde dag zijn geëxecuteerd. Zij zijn gedwongen geweest zelf hun graf te delven waarna ze van achteren met een mitrailleur zijn gefusilleerd.

Betrokken personen

Zie ook