Cookies helpen ons onze services aan te bieden. Door onze services te gebruiken stemt u in met het gebruik van onze cookies.

Fusillade Drunense Duinen

Verzet kent daden die verborgen waren en verborgen bleven, waarover alleen in kleine kring gepraat werd en wordt. Verzet kent ook daden die na de bezetting algemeen bekend werden, die nog steeds tot de verbeelding spreken en zijn opgenomen in de geschiedenis. Verzet kent de naamloze verzetsmensen die in het verborgen werkten en ook na de oorlog verborgen bleven. Verzet kent ook verzetsmensen die na de oorlog de ‘boegbeelden’ werden van het lokale, misschien wel het landelijke verzet.

24 Januari 1944: de voorgenomen aanslag op Piet Gerrits. Het is ronduit tragisch dat een aanslag die niet kon worden uitgevoerd, geleid heeft tot de terechtstelling van vijf Tilburgers: Wim Berkelmans, ambtenaar van het Tilburgse Bevolkingsregister, Rob van Spaendonck, textielfabrikant, Harry Verbunt, ambtenaar, Barend Busnac, kantoorbediende en Albert Meintser, eveneens kantoorbediende (zij kwamen beiden uit Amsterdam, maar waren ingeschreven in Tilburg). Terechtgesteld werd ook Jan de Jong, onderhopman bij de Nederlandse Arbeidsdienst, uit Doorn.

Begin januari 1944 spraken van Spaendonck, Berkelmans, Verbunt en Van Beek, agent van politie, af dat een aanslag gepleegd moest worden op Piet Gerrits, een verlengstuk van de Sicherheitsdienst bij het Tilburgse politiecorps, om groter kwaad te voorkomen. Voor de uitvoering daarvan zond Berkelmans, die intussen in Amsterdam was ondergedoken, Barend Busnac en Albert Meintser. Afgesproken werd dat de aanslag zou plaatsvinden op 19 januari 1944 en uitgevoerd zou worden door Van Beek, Busnac en Meintser.

De aanslag ging toen niet door, omdat Gerrits op dat ogenblik niet in Tilburg was. De datum voor de aanslag werd daarop verschoven naar 24 januari. Omdat men in de capaciteiten van Busnac en Meintser niet veel vertrouwen had, werd Joop Kerstens uit Nijmegen gevraagd aan de aanslag deel te nemen. Maar omdat hij zich niet op tijd meldde, werd Berkelmans gebeld om toch maar Meintser en Busnac weer te sturen. Omdat Kerstens toch nog voor het geplande moment van de aanslag arriveerde, werd afgesproken dat hij en Van Beek de aanslag zouden plegen en dat Meintser en Busnac achter Gerrits zouden fietsen om zich na de aanslag meester te maken van zijn aktetas met officiële papieren. Kerstens en Van Beek zouden Gerrits opwachten en neerschieten op het kruispunt Nieuwlandstraat/hoek Noordstraat. Het was het punt dat Gerrits op weg naar huis normaal passeerde.

De aanslag ging niet door. Om kwart voor elf ’s avonds zag het viertal Gerrits vanuit het hoofdbureau van politie komen. Van Beek en Kerstens begaven zich naar de afgesproken plaats, maar wachtten tevergeefs. Gerrits was de Nieuwlandstraat inderdaad ingereden, maar zag dat achter hem twee mannen (Meintser en Busnac) zonder licht reden. Hij hield ze aan. Meintser liet zijn papieren zien. Busnac sloeg op de vlucht. Gerrits keerde daarop met Meintser terug naar het hoofdbureau, niet wetende welke vangst hij had gedaan en niet wetend dat hij ongewild een aanslag ontliep.

Toen Busnac zich na twee dagen op het hoofdbureau meldde om te vragen naar zijn vriend Meintser, kreeg Gerrits argwaan. Hij kwam er achter dat Busnac Van Beek kende en merkte dat Van Beek ondergedoken was. Hij informeerde de Sicherheitsdienst die Meintser en Busnac overnam. Bij de SD werd de naam genoemd van Verbunt die in Doorn ondergedoken zat bij De Jong. Verbunt en De Jong werden aangehouden. Enige tijd later werd Berkelmans aangehouden in Arnhem. Als laatste werd van Spaendonck, die gezien werd als drijvende kracht, aangehouden in Tilburg. Tijdens een zitting in het kamp Haaren werden zij ter dood veroordeeld en op 26 mei 1944 werden zij in de Drunense Duinen geëxecuteerd. Waar zij begraven liggen is tot op heden onbekend. (De overlijdensakten werd in Tilburg opgemaakt)