Cookies helpen ons onze services aan te bieden. Door onze services te gebruiken stemt u in met het gebruik van onze cookies.

Fromm, Alouis

Frater Hermenigildus Fromm
Frater Hermenigildus.jpg
Bron: Oorlogsgravenstichting.
Volledige namen Alouis Fromm
Geboortedatum 16-05-1893
Geboorteplaats Rotterdam
Adres Gasthuisstraat 68
Woonplaats Tilburg
Beroep Missiefrater
Overlijdensdatum 22-04-1945
Plaats van overlijden Bangkinang (Sumatra, ID)
Bijzonderheden Door de Japanse bezetter geïnterneerd en overleden in het mannenkamp bij Bangkinang.


Geef de oorlog een gezicht!

Kun jij ons helpen met het schrijven van het levensverhaal van deze persoon?

Hoewel het meer dan 75 jaar geleden is dat er een einde kwam aan de Tweede Wereldoorlog blijft het belangrijk de slachtoffers te herdenken. We willen door hun verhaal te vertellen de slachtoffers eren en de herinnering levend houden

Alle Tilburgse oorlogsslachtoffers zijn opgenomen in de Wiki Midden-Brabant en we streven er naar van ieder een levensbeschrijving en foto op te nemen.

Helaas hebben we van sommigen maar beperkte of soms helemaal geen informatie. We hebben jouw hulp nodig deze levensverhalen vast te leggen door ontbrekende informatie aan te vullen met verhalen of foto’s. We ontvangen je reactie graag via info@regionaalarchieftilburg.nl o.v.v. Wiki Oorlogsslachtoffers.


Fromm, Alouis, geboren in Rotterdam op 16-05-1893, ongehuwd, missiefrater op Sumatra (Indonesië). Zoon van Theodorus Cornelis Fromm (1847-1927) en Wilhelmina Hendrina Tijssen (1855-1936). Frater Hermenigildus Fromm overlijdt op 22-04-1945 in het mannenkamp bij Bangkinang op Sumatra.

Achtergrond

Alouis Fromm wordt in Rotterdam geboren op 16 mei 1893. Vader Theodorus Cornelis Fromm (Schiedam 1847 – Rotterdam 1927) is schipper, net als zijn eigen vader en stiefvader. Moeder Wilhelmina Hendrina Tijssen (Millingen 1855 – Rotterdam 1936) is de dochter van een bakenmeester. Theodorus en Wilhelmina trouwen in 1880 in Millingen. Zij krijgen elf kinderen, vijf dochters en zes zonen. Het gezin staat tot 1924 ingeschreven in Millingen, maar de mobiliteit van het schippersechtpaar is zichtbaar in de geboorteplaatsen van hun kinderen: Millingen, Antwerpen, Duisburg, Ruhrort (DE), Willebroek (BE) en Rotterdam. Alouis is het negende kind. Samen met zijn jongere tweelingbroer wordt hij geboren aan boord van een schip in de Rotterdamse Rijnhaven.[1]

De eerste vijf fraters in Padang 1923, rechts Frater Hermenigildus.
Rechts Frater Hermenigildus.jpg
Bron: Archief CMM Brothers

Alouis Fromm verhuist in 1904 vanuit Millingen als kostleerling naar het Kerkeind in Reusel, waar een fraterhuis met internaat en school is gevestigd. Het fraterhuis is van de congregatie van Onze Lieve Vrouw, Moeder van Barmhartigheid. De congregatie is beter bekend als de Fraters van Tilburg (CMM). Een congregatie is een vrome vereniging om het katholieke leven in gezinnen en samenleving te bevorderen. In april 1908 wordt Alouis als leerling ingeschreven bij de fraters in Goirle. Daar blijft hij, met tussentijds een verblijf in Millingen, tot mei 1910 wanneer hij Goirle verruilt voor Tilburg. Zijn adres in Tilburg wordt Gasthuisstraat 68. Op dit adres staat het moederhuis van de fraterscongregatie. Bij deze congregatie wordt hij in juli 1910 ingekleed als frater en in augustus 1913 geprofest. Hij neemt ‘Hermenigildus’ als kloosternaam aan. In 1911 gaat hij naar Maaseik (BE), waar zijn congregatie een vestiging heeft. Een kleine twaalf jaar later is hij terug in het moederhuis van zijn congregatie in Tilburg. Zijn tweede verblijf in het moederhuis is van korte duur; frater Hermenigildus reist in 1923 als onderwijzer over zee naar een nieuw missiegebied van de fraters: Padang op Sumatra (Nederlands-Indië).[2]

Moederhuis van de Fraters van Tilburg aan de Gasthuisstraat, vanaf 1920
Bron: Collectie Regionaal Archief Tilburg.

Fraters van Tilburg

De congregatie van de Fraters van Tilburg is in 1844 door bisschop Joannes Zwijsen (1794-1877) gesticht om onderwijs te geven en pastoraal werk, jeugdwerk en missiewerk te doen. Bisschop Zwijsen had in 1832 in Tilburg al de congregatie opgericht van de Zusters van Liefde van Onze Lieve Vrouw, Moeder van barmhartigheid. De fraters zijn hun werk begonnen met de opvang van weeskinderen en met onderwijs aan kinderen van fabrieksarbeiders. In de gebouwen van de congregatie aan de Gasthuisstraat richten zij een weeshuis voor jongens, een lagere school voor arme jongens, een drukkerij en een opleiding voor frater-onderwijzers op.[3]

Missie van de Fraters

Vanaf het midden van de negentiende eeuw is vanuit Tilburg een groot aantal missies ondernomen. Het doel van deze missies is mensen met een andere religie te bekeren tot het christelijk geloof. Protestanten spreken over zending, Rooms-Katholieken over missie. Tilburg ontwikkelt een omvangrijke missie-infrastructuur. Centra daarvan zijn onder andere, de Paters Oblaten, de Kapucijnen, de Fathers van Mill Hill (De Rooi Pannen), de congregatie van de Missionarissen van het Heilig Hart van Jezus en de Fraters van Tilburg. De Fraters van Tilburg starten met hun missiewerk op de Nederlandse Antillen (1886). Daarna volgen Suriname (1902), Indonesië (1923), Kenya (1958), Congo (1958-1975), Namibië (1959) en Brazilië (1960).[4]

Missie in Nederlands-Indië

De missie van de fraters in Nederlands-Indië start in 1923 op Sumatra, eerst in Padang en daarna in Medan. Onder het bestuur van de missie op Sumatra, dat wordt gevormd door drie fraters, ressorteren twee fraterhuizen. In Padang staat het fraterhuis van de ‘H. Fidelis van Sigmaringen’. De fraters hier werken op een MULO-school, een Europese School en een Hollands-Chinese School. In Medan staat het ‘Huis van Christus Koning’, de fraters werken er op de Hollands-Chinese school.[5]

Frater in Padang

Frater Hermenigildus Fromm is vanaf het begin betrokken bij de missie in Padang, samen met de fraters Paulus Jacobs, Severinus Aarts, Claudius Kok en Theodatus van Oers. Dit vijftal opent in Padang twee lagere scholen: de Europese School en de Hollands-Chinese School. Na tien jaar missiewerk is frater Hermenigildus met vakantie in Nederland. Hij keert in 1933 terug naar Padang.[6]

Missiegebieden van de Fraters van Tilburg ca 1930: Padang op Sumatra omcirkeld
Kaart Sumatra.jpg
Bron: Vrije Universiteit Amsterdam (P. Noordhoff)

Japanse bezetting

Eind 1941 valt Japan de Amerikaanse marinebasis Pearl Harbor op Hawaï aan. Daarmee begint de oorlog in de Stille Zuidzee. In januari 1942 valt Japan Nederlands-Indië binnen. Op 8 maart 1942 capituleert het Koninklijk Nederlands-Indisch Leger (KNIL). Nederlands-Indië komt onder Japans bewind te staan. Omdat Japan Nederlands-Indië wil opnemen in een nieuwe Aziatische politieke en economische orde, moeten alle westerse invloeden worden uitgebannen. Een van de maatregelen daartoe is de onmiddellijke internering van Nederlandse burgers in burgerkampen. Volgens schattingen zijn 100.000-110.000 Nederlandse burgers door de Japanners geïnterneerd, inclusief missionarissen. In 1940 zijn 570 priesters, 1860 zusters en 530 broeders van 58 verschillende ordes en congregaties actief in de missie in Nederlands-Indië. Het grootste deel van hen wordt geïnterneerd; Japan betitelt hun aanwezigheid als gevaarlijk en ondermijnend, omdat zij de christelijke religie verspreiden. Gaandeweg de oorlog worden de leefomstandigheden van de geïnterneerde burgers steeds slechter. In het laatste jaar van de Japanse bezetting van Nederlands-Indië groeit het aantal sterfgevallen onder hen snel door ziekte, uitputting en ondervoeding. De schattingen van het aantal geïnterneerden dat in de Japanse burgerkampen is omgekomen variëren van 13.000 tot 16.800 personen. Onder hen zijn leden van de congregatie van de Fraters van Tilburg.[7]

Plattegrond van het mannenkamp bij Bangkinang
Bangkinangkamp.jpg
Bron: Indische Kamparchieven
Tekening van het mannenkamp bij Bangkinang
Bangkinangtekening.jpg
Bron: H. van den Bos, Padang en Bangkinang, 2006

Kamp bij Bangkinang

In maart 1942 begint de internering van Nederlandse burgers in Midden-Sumatra. In Padang worden vanaf 7 april ruim 1000 mannen en jongens ouder dan 15 jaar opgesloten in de Moeara gevangenis (‘De Boei’), en circa 1300 vrouwen en kinderen in het Missiecomplex van de stad. De mannen en oudere jongens verlaten gevangenis ‘De Boei’ op 17 en 18 oktober 1943 in twee groepen van elk zo’n 500 personen. Zij komen terecht in een mannenkamp bij Bangkinang. Hun plaats in de gevangenis wordt ingenomen door de vrouwen en kinderen uit het Missiecomplex. Het mannenkamp bij Bangkinang, een dorp in West-Sumatra dat in de rubberbossen ligt, is ingericht in een verlaten rubberfabriek. Het kamp bestaat uit fabrieksgebouwen zoals droogloodsen en een walsenloods, en een aantal nieuwe barakken van bamboe met bladerbedekking. De omheining van het kamp wordt gevormd door een houten schutting en prikkeldraad. In december 1943 gaan de vrouwen en kinderen uit ‘De Boei’ op transport naar een nieuwgebouwd vrouwenkamp, ook bij Bangkinang. Het vrouwenkamp, een barakkenkamp, ligt een tweetal kilometers van het mannenkamp vandaan. Tussen beide kampen is een begraafplaats aangelegd.[8]

De commandant van het mannenkamp is kapitein Hashimoto Hadejiro. Heiho’s (Indonesische hulpsoldaten van de Japanse bezetter) bewaken het kamp. De kampleider is de gevangen genomen resident van Sumatra’s Westkust, drs. Gerardus Arnoldus Bosselaar (1893-1969). In 1950 wordt hij onderscheiden met de Verzetsster Oost-Indië, omdat hij, aldus de motivatie, met groot persoonlijk risico hardnekkig verzet heeft gepleegd.[9]

Dood in Kamp Bangkinang

Ook frater Hermenigildus Fromm wordt in het mannenkamp van Bangkinang geïnterneerd, zo blijkt uit een naoorlogse namenlijst van het kamp. In december 1943 verblijft hij in Barak H. In het kamp overlijden 131 gevangenen. Frater Hermenigildus is een van hen, net als medefrater Claudius Kok. Frater Hermenigildus sterft op 22 april 1945, nadat hij is voorzien van de H.H. Sacramenten. Overleden gevangenen worden begraven op de begraafplaats tussen het mannenkamp en het vrouwenkamp. Hun stoffelijke resten worden in 1947-1948 overgebracht naar het Nederlandse Ereveld in Padang en in 1962 naar het Ereveld Leuwigajah in Cimahi op Java. Het graf van frater Hermenigildus is niet bekend.[10].

Gebeurtenis

Bronnen

Dit is een selectie van de gebruikte bronnen. In de noten staan alle gebruikte bronnen.

Literatuur

  • Gerrit Kobes en Ad de Beer, 'Het leven gebroken in het Verre Oosten. De geschiedenissen van de Tilburgers die om het leven kwamen in de strijd tegen Japan, als gevolg van de Japanse bezetting van Nederlands-Indië (1941-1945), de Indonesische kwestie (1945-1949) en het conflict in Korea (1950-1953)', in: Tilburgse sprokkelingen. Bijdragen tot de Tilburgse geschiedenis Tilburg 2003 (THR 11)
  • Renske Krimp, De doden tellen. Slachtofferaantallen van de Tweede Wereldoorlog en sindsdien, Nationaal Comité 4 en 5 Mei, Amsterdam 2016, p.16.
  • Charles van Leeuwen, 'De helpende hand van de fraters. 175 jaar fratergeschiedenis in hoofdlijnen', in: Tilburg, Tijdschrift voor geschiedenis, monumenten en cultuur, jrg. 27 nr. 1, 2019.
  • * H. van den Bos, Padang en Bangkinang (Sumatra’s Westkust) 1942-1945, Tweede druk, Zoetermeer 2006

Externe links

Noten

  1. Regionaal Archief Tilburg 565 map 228 A. Fromm; Oorlogsgravenstichting A. Fromm; Stadsarchief Rotterdam 999-01 Burgerlijke Stand geboorten Rotterdam 16.5.1893 akte 2897; Stadsarchief Rotterdam 999-01 Burgerlijke Stand geboorten Rotterdam 16.5.1893 f2897 en 2898; Stadsarchief Rotterdam 999-01 Burgerlijke Stand geboorten Rotterdam 2.3.1898 akte 1897; Stadsarchief Rotterdam 999-09 Burgerlijke Stand overlijden Rotterdam 30.3.1927 akte 1663; Stadsarchief Rotterdam 999-09 Burgerlijke Stand overlijden Rotterdam 5.1.1936 akte 86; Stadsarchief Rotterdam 999-09 Burgerlijke Stand overlijden Rotterdam 18.12.1961 akte 2931; Stadsarchief Rotterdam 999-09 Burgerlijke Stand overlijden Rotterdam 5.3.1965 akte 622; FamilySearch Burgerlijke Stand geboorten Schiedam 9.2.1847 akte 46; FamilySearch, Rijksarchief Brussel Burgerlijke Stand geboorten Antwerpen 7.11.1885 akte 6201; Gelders Archief 0207 Burgerlijke Stand geboorten Millingen 17.3.1855 akte 15; Gelders Archief 0207 Burgerlijke Stand huwelijken Millingen 16.11.1880 akte 8; Gelders Archief 0207 Burgerlijke Stand geboorten Millingen 25.8.1881 akte 35; Gelders Archief 0207 Burgerlijke Stand geboorten Millingen 15.9.1884 akte 41; Gelders Archief 0207 Burgerlijke Stand geboorten Millingen 22.3.1883 akte 13; Familysearch Bevolkingsregister Millingen 1870-1880 schippers f838; Familysearch Bevolkingsregister Millingen 1870-1880 schippers f854; Familysearch Bevolkingsregister Millingen 1880-1890 schippers f890; Familysearch Bevolkingsregister Millingen 1880-1890 schippers f906; Stadsarchief Rotterdam 494-03 Bevolkingsregister Rotterdam 1880-1940 f07142.
  2. Regionaal Archief Tilburg 565, invnr. 228 A. Fromm; Regionaal Historisch Centrum Eindhoven 15375 Bevolkingsregister Reusel 1900-1910 f18; Regionaal Archief Tilburg 906 Bevolkingsregister Goirle 1900-1910 f29 en f32; Regionaal Archief Tilburg 918 Bevolkingsregister Tilburg 1910-1920 f58; Regionaal Archief Tilburg 918 Bevolkingsregister Tilburg 1910-1920 f5; Regionaal Archief Tilburg 918 Bevolkingsregister Tilburg 1921-1939 A. Fromm f16; wierookwijwaterenworstenbrood.nl; wikimiddenbrabant.nl/Congregaties; cmmbrothers.org; Delpher, Nieuwe Tilburgsche Courant 27.4.1923.
  3. erfgoedkloosterleven.nl; resources.huygens.knaw.nl/repertoriumzendingmissie/; wierookwijwaterenworstenbrood.nl/; cmmbrothers.org.
  4. erfgoedkloosterleven.nl/; cmmbrothers.org; resources.huygens.knaw.nl/repertoriumzendingmissie/; wikimiddenbrabant.nl/Missie; Charles van Leeuwen, De helpende hand van de fraters. 175 jaar fratergeschiedenis in hoofdlijnen, Tilburg, Tijdschrift voor geschiedenis, monumenten en cultuur, jrg. 27 nr. 1, 2019.
  5. cmmbrothers.org; Delpher, Pius-Almanak jrg. 57 1931, jrg. 59 1933, jrg. 60 1934, jrg. 61 1935, jrg. 62 1936, jrg. 66 1940, jrg. 67 1941, jrg. 68 1942; resources.huygens.knaw.nl/repertoriumzendingmissie.
  6. Regionaal Archief Tilburg 565, invnr. 228 A. Fromm en 221; cmmbrothers.org; Delpher, Pius-Almanak Jaarboek van katholiek Nederland jrg. 51 1925, jrg. 57 1931 en jrg. 58 1932; Delpher, De Maasbode 21.3.1923; Delpher, Nieuwe Tilburgsche Courant 27.4.1923 en 26.10.1933; Delpher, Nieuwsblad van het Zuiden 26.5.1933; Delpher, De Sumatra post 4.11.1933.
  7. Indischekamparchieven.nl; tweedewereldoorlog.nl; isgeschiedenis.nl; indischherinneringscentrum.nl; oorlogsbronnen.nl; niod.nl/nl/veelgestelde-vragen/japanse-bezetting-en-pacific-oorlog-cijfers; brabantsegesneuvelden.nl/; brabantserfgoed.nl; Renske Krimp, De doden tellen. Slachtofferaantallen van de Tweede Wereldoorlog en sindsdien, Nationaal Comité 4 en 5 Mei, Amsterdam 2016, p.16; erfgoedkloosterleven.nl.
  8. H. van den Bos, Padang en Bangkinang (Sumatra’s Westkust) 1942-1945, Tweede druk, Zoetermeer 2006; indischekamparchieven.nl; japanseburgerkampen.nl; Netwerk oorlogsbronnen.
  9. H. van den Bos, Padang en Bangkinang (Sumatra’s Westkust) 1942-1945, Tweede druk, Zoetermeer 2006; indischekamparchieven.nl; japanseburgerkampen.nl; wikipedia.org; Nationaal Archief 2.02.32 Inventaris van het archief van de Kanselarij der Nederlandse Orden 1815-1994 G.A. Bosselaar; Erfgoed Leiden e.o. 0351 Burgerlijke Stand geboorten Oegstgeest 22.2.1893 akte 24; Haags Gemeentearchief 335-01 Burgerlijke Stand overlijden ’s-Gravenhage 24.3.1969 akte L221; indonesischearchipel.wordpress.com.
  10. H. van den Bos, Padang en Bangkinang (Sumatra’s Westkust) 1942-1945, Tweede druk, Zoetermeer 2006; Regionaal Archief Tilburg 565 map 228 A. Fromm en map 221; Oorlogsgravenstichting A. Fromm; Oorlogsbronnen.nl A. Fromm.