Cookies helpen ons onze services aan te bieden. Door onze services te gebruiken stemt u in met het gebruik van onze cookies.

Elfhuizen 7 Geertruidenberg

De Schenckan

De eerst bekende eigenaar van Elfhuizen 7 was Cornelis van Galen, die hier in het midden van de zestiende eeuw woonde. Van Galen was een creatief man, afkomstig uit een Breda’s geslacht van wat wij nu kunstschilders zouden noemen. In opdracht van de gemeente voerde hij diverse geschilderde werken uit. Na zijn dood in 1567 verkochten zijn erfgenamen het pand aan de stad, waarna Elfhuizen 7 jarenlang bekend stond als het stadts huys. De gemeentebestuurders zagen het als een mooi onderkomen voor de schutterij. Het huis was echter in zo’n slechte staat dat het helemaal moest worden afgebroken en in 1568 en 1569 opnieuw werd opgebouwd. Het kloveniersgilde nam de nieuwe schutskamer in gebruik en de leegstaande kamers verhuurde de stad aan particulieren, zoals aan de inmeester van de visafslag, de gouverneur, een kapitein van het leger, de stadscommandant, de kelderhouder van de ammunitie en anderen van het garnizoen. Tussen 1600 en 1605 kreeg Elfhuizen 7 de bestemming van Bank van Lening, waarna het weer verhuurd werd aan militaire functionarissen. In 1621 begon Geertruijt Woutersdochter hier een herberg en noemde het pand De Schenckan, een naam die nog steeds op de gevel staat. De krijgsraad vergaderde in de kamers op de eerste verdieping en leegstaande ruimten werden verhuurd. Na het vertrek van huurder Balthasar van der Donk in 1639 bleef het pand acht jaar leeg staan. Van 1646 tot 1710 kreeg het de bestemming van stadsschool, waarna organisten Cousijns, zowel vader als zoon, hier gingen wonen. In 1752 besloot het stadsbestuur het huis van de hand te doen. Koper werd Leendert Ruijssenaers. Hij woonde in het naastgelegen pand Elfhuizen 8 en gebruikte Elfhuizen 7 als lakenfabriek. Zijn kleindochter Adriana erfde uiteindelijk diens bezit. Ze stierf kinderloos en liet het pand na aan haar dienstbode Christina de Bie. De kleindochter van Christina de Bie deed in 1886 afstand van Elfhuizen 7, waarna de halfzusters Cornelia van den Boogaard en Maria Wijdemans tot 1899 diverse ruimten in het pand verhuurden aan onder andere militaire functionarissen. De eigenaars daarna gebruikten Elfhuizen 7 als woonhuis, wat het nu nog is.

Bron: Arjan van Loon, Panden en Standen in Geertruidenberg. Elfhuizen 7 (Geertruidenberg, 2014). ISBN 978-90-814223-6-9