Cookies helpen ons onze services aan te bieden. Door onze services te gebruiken stemt u in met het gebruik van onze cookies.

Eichenwald, Horst

Horst Eichenwald
Mozes Roosje.jpg
Roosje Mozes, Horst (Hans) Eichenwald en Martha Mozes
Volledige namen Horst Eichenwald
Geboortedatum 13-07-1932
Geboorteplaats Lippstadt (DE)
Adres Waterhoefstraat 33
Woonplaats Tilburg
Overlijdensdatum 11-06-1943
Plaats van overlijden Sobibor (PL)
Bijzonderheden Horst werd in juli 1941 als pleegkind opgenomen in het gezin van Salomon Mozes. Hij kwam om in concentratiekamp Sobibor.

Geef de oorlog een gezicht!

Kun jij ons helpen met het schrijven van het levensverhaal van deze persoon?

Hoewel het meer dan 75 jaar geleden is dat er een einde kwam aan de Tweede Wereldoorlog blijft het belangrijk de slachtoffers te herdenken. We willen door hun verhaal te vertellen de slachtoffers eren en de herinnering levend houden

Alle Tilburgse oorlogsslachtoffers zijn opgenomen in de Wiki Midden-Brabant en we streven er naar van ieder een levensbeschrijving en foto op te nemen.

Helaas hebben we van sommigen maar beperkte of soms helemaal geen informatie. We hebben jouw hulp nodig deze levensverhalen vast te leggen door ontbrekende informatie aan te vullen met verhalen of foto’s. We ontvangen je reactie graag via info@regionaalarchieftilburg.nl o.v.v. Wiki Oorlogsslachtoffers.


Eichenwald, Horst
Schoolklas1943.jpg EichenwaldBoekIk.jpgEichenwaldStolperstein.jpg
Bovenste foto: Schoolklas Tilburg 1943. Hans is tweede jongetje van rechts onderaan. Middelste foto: In 2011 verschijnt het boek 'Ik geloof dat hij Hans heette' van L. Feijten. Onderste foto: In Eindhoven is in de Sint Rocchusstraat 33 een struikelsteen geplaatst ter nagedachtenis aan Horst (Hans) Eichenwald.

Eichenwald, Horst geb. Lippstadt (DE) 13-07-1932, gest. Sobibór (PL) 11-06-1943), zoon van Walter Eichenwald (1902-1942) en Helene Simon (1903-1942).

Achtergrond

Horst Eichenwald wordt op 13 juli 1932 in Lippstadt (DE) geboren als zoon van Walter Eichenwald (Erwitte (DE) 30-08-1902, Ghetto Zamość (PL) 1942) en Helene Simon (Oeventrop (DE) 10-02-1903, Ghetto Zamość (PL) 1942).
Na de Kristallnacht (9 november 1938) laat de Nederlandse regering een groep joodse kinderen uit Duitsland in Nederland toe. Horst Eichenwald, die met zijn ouders en een jonger broertje (Werner, 1935–1942) in het stadje Erwitte woonde, was één van hen. Via kindertehuizen in Bergen aan Zee en Amsterdam en twee pleeggezinnen in Eindhoven wordt Horst op 4 juli 1941 als pleegkind opgenomen in het gezin van Salomon en Kaatje Mozes en hun dochters Martha (1925–1997) en Roosje aan de Waterhoefstraat 33 (Huidig nummer: 63).
Horst krijgt de roepnaam Hans. Hij gaat, evenals zijn pleegzusje Roosje, eerst naar de Openbare Lagere School nr. 3 aan de Korte Schijfstraat en vanaf het najaar van 1941 naar de speciale school voor Joodse kinderen aan de Antoniusstraat.

Deportatie

Omdat Salomon Mozes, de pleegvader van Hans, als gediplomeerd verpleger voor de Joodse Raad afdeling Tilburg werkzaam was, kreeg het gezin Mozes een ‘Sperre’ (voorlopige vrijstelling van deportatie). Op 29 maart 1943 verscheen echter een besluit van de hoogste vertegenwoordiger van de SS in Nederland, Hanns Albin Rauter, dat met ingang van 10 april 1943 de aanwezigheid van Joden in een aantal provincies - waaronder Noord-Brabant - verboden was. Joden die zich dan nog in de genoemde provincie ophielden, moesten overgebracht worden naar kamp Vught. Uitgezonderd waren leden van de Joodse Raad en gemengd gehuwde Joden. Voor het gezin Mozes verviel de eerdere vrijstelling. Zij behoorden tot een groep van 39 Tilburgse Joden die op 9 april 1943 met een bus naar Vught gebracht zijn. Zes zieken werden direct overgebracht naar Westerbork, de rest bleef in Vught. Hans wordt met Roosje en zijn pleegmoeder ondergebracht in het vrouwenkamp. Op 7 juni 1943 zijn ze met het zogeheten ‘Kindertransport’ vanuit Vught via Westerbork naar Sobibór gedeporteerd waar ze bij aankomst zijn vermoord. Horst (Hans) Eichenwald werd 10 jaar.[1]

Gebeurtenis

Struikelstenen

  • Op 7 april 2019 zijn voor het huis Waterhoefstraat 63 struikelstenen gelegd voor het gezin Mozes en pleegzoon Horst Eichenwald.

Bronnen

Regionaal Archief Tilburg

Literatuur

  • J. de Moei, Joodse kinderen in het kamp Vught (Vught 1999) p. 29.
  • Ad de Beer en Gerrit Kobes, Het leven gebroken. De geschiedenissen van de Tilburgers die als gevolg van de strijd tegen Duitsland en de bezetting van Nederland om het leven kwamen, Tilburgse Bronnenreeks 4 (Tilburg 2002).
  • Christel Tijenk, Weggehaald. Joodse Kinderen en het kamp Vught (Vught 2004) p. 4-6.
  • Leo Feijten, ‘Ik geloof dat hij Hans heette’. Het waargebeurde verhaal van een Joods vluchtelingetje tijdens de Tweede Wereldoorlog (Venray 2011).
  • J. Bader, Kroniek van 'n Vervolging, Joden in Tilburg, Waalwijk en omstreken (Soesterberg 2018).

Externe links

Youtube

Noten

  1. Zijn pleegvader en zijn oudste pleegzus Martha bleven achter in Vught. Salomon Mozes werkte korte tijd op de polikliniek van het kampziekenhuis. Hij werd op 13 juli 1943 gedeporteerd naar Sobibór en bij aankomst op 16 juli 1943 vermoord. Martha werkte in Vught voor Philips. Later zou ze via Auschwitz voor Telefunken in Breslau werken. Na vele omzwervingen kwam ze uiteindelijk in Zweden terecht. In 1946 keerde ze terug naar Nederland. De vader van Hans zat al vanaf eind 1938 in concentratiekamp Sachsenhausen. Op 30 april 1942 zijn zijn ouders en zijn broertje Werner gedeporteerd naar het Ghetto van Zamość in Polen. Van daaruit zijn ze overgebracht naar een vernietigingskamp en vermoord.