Cookies helpen ons onze services aan te bieden. Door onze services te gebruiken stemt u in met het gebruik van onze cookies.

Ecury, Segundo Jorge Adelberto

Segundo Jorge Adelberto Ecury
6a12f4ad-ef25-9e59-6800-b5362af09e75.jpg
Volledige namen Segundo Jorge Adelberto Ecury
Geboortedatum 23-04-1922
Geboorteplaats Oranjestad, Aruba
Adres Bredaseweg 268
Woonplaats Tilburg
Burgerlijke staat ongehuwd
Beroep student
Overlijdensdatum 06-11-1944
Plaats van overlijden Waalsdorpervlakte

Geef de oorlog een gezicht!

Kun jij ons helpen met het schrijven van het levensverhaal van deze persoon?

Hoewel het meer dan 75 jaar geleden is dat er een einde kwam aan de Tweede Wereldoorlog blijft het belangrijk de slachtoffers te herdenken. We willen door hun verhaal te vertellen de slachtoffers eren en de herinnering levend houden

Alle Tilburgse oorlogsslachtoffers zijn opgenomen in de Wiki Midden-Brabant en we streven er naar van ieder een levensbeschrijving en foto op te nemen.

Helaas hebben we van sommigen maar beperkte of soms helemaal geen informatie. We hebben jouw hulp nodig deze levensverhalen vast te leggen door ontbrekende informatie aan te vullen met verhalen of foto’s. We ontvangen je reactie graag via info@regionaalarchieftilburg.nl o.v.v. Wiki Oorlogsslachtoffers.


Ecury, Segundo Jorge Adelberto ‘Boy’ (geb. 23-4-1922 Oranjestad, Aruba – gest. 6-11-1944 Waalsdorpervlakte bij Den Haag), verzetsstrijder. Zoon van Segundo Nicasio ‘Dundun’ Ecury, zakenman, en Anna ‘Annie’ Paulina Wilhelmina Ernst. Ecury werd op 6 november 1944 geëxecuteerd op de Waalsdorpervlakte. Hij was niet getrouwd.

Achtergrond en jeugd

Boy Ecury werd op 23 april 1922 in Oranjestad op Aruba geboren als zoon van zakenman Dundun Ecury en zijn vrouw Annie Ernst. Hij was het zevende van in totaal dertien kinderen. Boy en zijn broer Nicky volgden samen lager onderwijs aan de St. Dominicusschool in Oranjestad, bij de Fraters van Tilburg. Dit was geen succes; vooral Boy had moeite met de wijze waarop de fraters hem inperkten. Nadat de situatie was geëscaleerd werden beide jongens overgeplaatst naar de openbare Julianaschool. Dundun Ecury wilde voor zijn kinderen de beste opleiding, maar de mogelijkheden daarvoor waren beperkt in Aruba. In 1936 vertrokken Boy en Nicky, samen met hun vader, naar de St. Augustin Military Academy in Rio Piedra (Puerto Rico). Bij het zien van de kinderen weigerde de directeur ze aan te nemen, waarschijnlijk vanwege hun huidskleur, zeggende dat er een vergissing moest zijn gemaakt. In juli 1937 vertrokken Boy, Nicky en hun zus Mimi naar Nederland voor hun opleiding. Boy ging naar het instituut St. Louis in Oudenbosch. In 1939 slaagde hij voor zijn handelsdiploma. Vervolgens woonde hij in Amsterdam, Voorburg en Den Haag. In juni 1941 was hij weer terug in Oudenbosch op St. Louis. In juni 1942 slaagde Ecury voor zijn examen Engelse handelscorrespondentie, in december 1942 haalde hij zijn praktijkdiploma boekhouden.

Verzetsactiviteiten

Net voor de oorlog kwam Ecury in contact met de Tilburgse student Luís de Lannoy (1918-1971), ook een Antilliaan, die in Nederland voor apotheker studeerde. De Lannoy woonde in Pension Mariëngaarde, een luxe oord voor welgestelde ouderen. Ecury verbleef regelmatig bij De Lannoy in Tilburg en kwam zo in contact met andere Antillianen als Tirso Sprockel, Tarcicio Kroon en Evert Newton. Vanaf het begin was De Lannoy actief in het verzet, vooral binnen de studentenkring. Hij hield zich hoofdzakelijk bezig met de organisatorische kant van het verzet en werkte bij het distributiekantoor om zo aan documenten te komen voor hulp aan onderduikers. Ecury assisteerde bij het uitvoerende werk van De Lannoy en fungeerde als lijfwacht. De groep concentreerde zich op het inwinnen van inlichtingen over troepenverplaatsingen. Frans van Zandvoort, beheerder van Hotel Suisse, speelde hierbij een belangrijke rol; hij gaf de inlichtingen door aan de groep die vervolgens actie ondernam. Pension Pijpers in de Willen II-straat was het vergaderadres van de groep; dit pension had een goede vluchtroute via het platte dak. De Lannoy introduceerde Ecury bij de familie Moerenburg, die een drogisterij had op de Bredaseweg 268 te Tilburg. Vanaf begin 1943 woonde Ecury bij de familie Moerenburg. Hij hielp in de winkel en deed klusjes. Naarmate hij meer betrokken raakte bij het gewapend verzet, werden zijn activiteiten punt van discussie bij de Moerenburgs. In juli 1943 kreeg Ecury een oproep van het Gewestelijk Arbeidsbureau Tilburg om zich te melden. Hij gaf geen gehoor aan de oproep, verhuisde naar Den Haag en begon daar aan een studie Spaanse taal- en letterkunde. Op 13 december datzelfde jaar moest hij verhuizen: iedereen zonder officieel dienstverband in Rijksverband moest de Hofstad verlaten. Ecury keerde terug naar de familie Moerenburg. Op 10 februari 1944 werd De Lannoy gearresteerd: Hij had tijdelijk een onderduiker in zijn kamer in Mariëngaarde verborgen. Bij de inval was de onderduiker al weg, maar men vond wel pamfletten en illegale bladen. Tweemaal beraamde Ecury - tevergeefs- een gewapende overval om De Lannoy te bevrijden. Ook pogingen om bewakers om te kopen, mislukten. Ecury schakelde zelfs een advocaat in. Een maand na de arrestatie van De Lannoy kreeg Ecury bezoek van Kitty van Huijgevoort. Haar broer Ben was op dezelfde dag, onder dezelfde omstandigheden, gearresteerd als De Lannoy en Kitty had de opdracht om contact te zoeken met Ecury. Vanwege de opnieuw oplaaiende discussies over het gevaar dat zijn verzetsactiviteiten met zich meebracht, vertrok Ecury bij de familie Moerenburg en verbleef tijdelijk bij Kitty en haar moeder in huis. Er ontstond een hechte vriendschap.

Oisterwijk

Kitty bracht Ecury in contact met een Oisterwijkse verzetsgroep, onder leiding van Bim van der Klei. Ecury werd eerst ondergebracht in het pension van de familie Leermakers. Daar kwam hij in contact met ‘Otto’ (Mathias Hubertus Schmitz), een oudere rechercheur die daar ondergedoken was. Vervolgens werden Ecury en Otto ondergebracht op de hooizolder van Willem van Biljouw aan de Vennelaan. De verzetsgroep beraamde plannen voor overvallen, sneed telefoon- en elektriciteitskabels door, blies opslagplaatsen op en stak Duitse vrachtwagens met fosforbommen in brand. De bommen maakten ze zelf, in het ‘Laboratorium’ van Jan Linthorst. Ecury was ook betrokken bij hulp aan neergeschoten geallieerde piloten: samen met Wim Tensen begeleidde hij piloten op de vluchtroute naar het zuiden. Ook de hooizolder was uiteindelijk niet veilig genoeg en de groep – die uitgegroeid was tot 18 personen- verhuisde naar een afgelegen schuur. Om aan voldoende lakens voor iedereen te komen pleegde de groep een overval op NSB-kringhuis Roezemoes. Op 4 mei 1944 pleegde de groep een aanslag op de spoorlijn Boxtel-Tilburg. In zijn autobiografie De smalle weg beschrijft Bim van der Klei Ecury als ‘een erg aardige jongen, die graag saboteerde en zich weinig gelukkig voelde, wanneer er niet een of andere karwei was’. Op een keer werd er een piloot bij hen ondergebracht. Ecury en Schmitz vertrouwden het niet, lieten de man weghalen en hoorden enkele dagen later dat de groep door Duitsers was overvallen en dat de helpers waren doodgeschoten. Ecury en Schmitz werden door kapelaan Sleegers ondergebracht in het pension van Wim Brugman (ook actief in het verzet). Twee dagen later werd het pension overvallen door de SD. Brugman werd gearresteerd. Ecury en Schmitz vluchtten en hielden zich dagen schuil in een hooizolder. Vervolgens werd Ecury opgevangen door Kitty van Huijgevoort.

Arrestatie en executie

Omdat hij zich in Oisterwijk niet meer veilig voelde, vertrok Ecury op 19 juli naar Delft, waar hij aansluiting zocht met het verzet. In augustus 1944 kwam hij – op het terras van een Haags café- in contact met Karel van Dongen die bezig was de oude verbindingen met de ondergrondse te herstellen om het illegale werk voort te zetten. Ecury trok in bij Van Dongen in Den Haag. Vervolgens kwam Ecury terecht bij een groep die een knokploeg aan het vormen was met als doel de communicatie tussen verschillende groepen in stand te houden. De Haagse KP werd in september naar Rotterdam gedetacheerd. Zij kregen training in het gebruik van stenguns en pistolen, verrichtten koeriersdiensten en gaven troepenbeweging door. In oktober 1944 kreeg de Haagse KP de opdracht om een medewerker van de SD te liquideren. enkele leden, waaronder Ecury kregen deze opdracht, die zij uitvoerden. De SD-er overleed later aan zijn verwondingen. Door verraad werd een deel van de groep gearresteerd door de SD. Ecury en enkele andere groepsleden doken onder op een adres in de Rotterdamse Mathenesselaan. Op zondag 5 november werden Ecury en een andere KP-er gearresteerd door de SD en overgebracht naar de Scheveningse strafgevangenis. Een standgericht veroordeelde hem ter dood. De dag daarna, op 6 november 1944, werd hij geëxecuteerd op de Waalsdorpervlakte in Den Haag. Ecury werd 22 jaar oud. In 1947 werd hij met militaire eer herbegraven op Aruba.

In 1949 kreeg Ecury een standbeeld in Oranjestad. In 1984 werd hem postuum het Verzetsherdenkingskruis toegekend. Ted Schouten, een neef van Ecury, maakte in 1985 de documentaire ‘Boy Ecury, een Antilliaanse jongen in het verzet’. In datzelfde jaar kwam ook het gelijknamige boek uit. In 2003 verscheen er een speelfilm over het leven van Ecury, Boy Ecury. In Oisterwijk is een straat naar hem vernoemd (2010), in Amsterdam een brug (2017). Ook Curaçao heeft een Boy Ecuryweg. Er is ook een korte documentaire over Ecury gemaakt in de serie ‘Verzetsstrijders van de straat’, Boy Ecury: Antilliaanse held in Oisterwijk.

Bronnen en literatuur

Regionaal Archief Tilburg, Archief 565, Collectie documentatie Tilburg 1940-1945, invnr. 178


Niod


  • Ad de Beer en Gerrit Kobes, Het leven gebroken. De geschiedenissen van de Tilburgers die als gevolg van de strijd tegen Duitsland en de bezetting van Nederland om het leven kwamen, Tilburgse Bronnenreeks 4 (Tilburg 2002), p. 98
  • B. van der Klei, De smalle weg. Herinneringen van Bim van der Klei (Geldrop 1980)
  • Ted Schouten, Boy Ecury. Een Antilliaanse jongen in het verzet (Den Haag 1985)

websites