Cookies helpen ons onze services aan te bieden. Door onze services te gebruiken stemt u in met het gebruik van onze cookies.

Drolinga, Frederik

Frederik Drolinga
Afbeelding gewenst
Volledige namen Frederik Drolinga
Geboortedatum 04-07-1914
Geboorteplaats Ulrum
Adres Cornelis van Uitgeeststraat 58
Woonplaats Tilburg
Burgerlijke staat Ongehuwd
Beroep Wever / Soldaat 1e klas infanterie
Overlijdensdatum 23-03-1943
Plaats van overlijden Rintin (TH)
Bijzonderheden Overleden in een Japans krijgsgevangenkamp.

Geef de oorlog een gezicht!

Kun jij ons helpen met het schrijven van het levensverhaal van deze persoon?

Hoewel het meer dan 75 jaar geleden is dat er een einde kwam aan de Tweede Wereldoorlog blijft het belangrijk de slachtoffers te herdenken. We willen door hun verhaal te vertellen de slachtoffers eren en de herinnering levend houden

Alle Tilburgse oorlogsslachtoffers zijn opgenomen in de Wiki Midden-Brabant en we streven er naar van ieder een levensbeschrijving en foto op te nemen.

Helaas hebben we van sommigen maar beperkte of soms helemaal geen informatie. We hebben jouw hulp nodig deze levensverhalen vast te leggen door ontbrekende informatie aan te vullen met verhalen of foto’s. We ontvangen je reactie graag via info@regionaalarchieftilburg.nl o.v.v. Wiki Oorlogsslachtoffers.


Drolinga, Frederik, geboren in Ulrum op 04-07-1914, ongehuwd. Wever en soldaat 1e klas bij de infanterie. Zoon van Pieter Drolinga (1889-1954) en Berendina Tichelaar (1893-1963). Frederik Drolinga heeft gewerkt als dwangarbeider aan de Birma-Siamspoorweg en is daar op 23-03-1943 overleden in het krijgsgevangenkamp bij Rintin, Thailand.

Achtergrond

Frederik Drolinga wordt op 4 juli 1914 geboren in Ulrum (Groningen). Zijn ouders heten Pieter Drolinga (Ulrum 1889 – Tilburg 1954) en Berendina Tichelaar (Loppersum 1893 – Figtree (AU) 1963). Vader Pieter, zoon van een dagloner, is timmerman. Moeder Berendina is de dochter van een dagloner. Pieter en Berendina trouwen in 1912 in Ulrum. Zij krijgen tien kinderen: drie dochters en zeven zonen. Frederik is het tweede kind. Een van de zoontjes sterft vier dagen na zijn geboorte. Negen kinderen worden geboren in Ulrum, het tiende kind in Goirle. In 1929 verhuist het gezin van Ulrum naar Goirle, en in 1931 van Goirle naar Tilburg. In Tilburg woont het gezin op Cornelis van Uitgeeststraat 58.[1]

Naar Nederlands-Indië

Frederik Drolinga is dienstplichtig en wordt in april 1934 ingelijfd bij het IIe Regiment Huzaren. Zijn lengte is 1,713 meter. In augustus 1935 gaat hij van dit regiment over naar de overzeese militairen dienst in de rang van soldaat. Hij tekent voor vijf jaar, krijgt een premie van 100 gulden en reist in november 1935 met het MS ‘Christiaan Huygens’ van Amsterdam naar Batavia op Java in Nederlands-Indië. Op Java wordt hij als soldaat 1e klas ingedeeld bij het 8e bataljon infanterie van het Koninklijk Nederlands-Indië Leger (KNIL) in Malang.[2]

Het MS ‘Christiaan Huygens’, 1930
MS Christiaan Huygens, 1930.jpeg
Bron: Maritiem Digitaal

Japanse bezetting en krijgsgevangenen

Eind 1941 valt Japan de Amerikaanse marinebasis Pearl Harbor op Hawaï aan. Daarmee begint de oorlog in de Stille Zuidzee. In januari 1942 valt Japan Nederlands-Indië binnen. Op 8 maart 1942 capituleert Nederland, wat de volgende dag bekend wordt gemaakt. Nederlands-Indië komt onder Japans bewind en de militairen van het Koninklijk Nederlands-Indisch Leger (KNIL) en de Koninklijke Marine worden krijgsgevangen gemaakt. Van de gevangengenomen Indonesische KNIL-militairen laten de Japanners een groot deel vrij. De 38.386 overige krijgsgevangenen zijn vrijwel allen van Nederlandse en Nederlands-Indische afkomst; 7552 van hen komen door hun gevangenschap om. Van de Koninklijke Marine zijn 3847 Nederlanders als krijgsgevangenen afgevoerd; 648 van hen komen te overlijden.[3]

Krijgsgevangenkampen in Nederlands-Indië en daarbuiten

Verspreid over Nederlands-Indië richt de Japanse bezetter krijgsgevangenkampen op. Dit gebeurt op Java, Sumatra, Molukken, Flores, Celebes en Borneo. De kampen zitten in uiteenlopende gebouwen waaronder ziekenhuizen, loodsen, scholen en gevangenissen. Krijgsgevangenen komen ook elders in Oost-Azië in kampen terecht zoals in Japan, Malakka, Indochina, China, Korea, Birma en Thailand. Onder deze krijgsgevangen zijn behalve Nederlanders ook Britten, Amerikanen en Australiërs.[4]

Dwangarbeid

Vanaf het najaar van 1942 gebruiken de Japanners de krijgsgevangenen als arbeidskrachten. Ze moeten vliegvelden, wegen en spoorwegen aanleggen of in mijnen en op scheepswerven werken. Voor dit doel gaan de krijgsgevangenen op transport naar kampen die over Oost-Azië zijn verspreid. De werkdagen van de krijgsgevangenen zijn lang en hun leefomstandigheden zijn slecht. De voeding is gering en van slechte kwaliteit. Gevangenen lijden aan tropische ziektes, worden mishandeld en terechtgesteld. Berucht is het werk aan twee spoorwegen. Het werk aan de Pakanbaroe-spoorweg tussen Pakanbaroe en Moearo op Sumatra leidt tot zo’n 700 doden onder de Nederlandse krijgsgevangenen. Bij de aanleg van de Birma-Siamspoorweg tussen Birma en Thailand komen ongeveer 3000 Nederlandse krijgsgevangenen om.[5]

Overzichtskaart van Oost-Azië, 1900:, Java, Singapore en gebied Birma-Siamspoorweg omcirkeld
Kaart Oost-Azie, 1900-omcirkeld.jpg
Bron: commons.wikimedia.org
Grind uitgraven bij kamp Rintin, 1943
Grind uitgraven Rintin 1943.jpg
Bron: Delpher, Het Geheugen

Krijgsgevangene

Op 10 maart 1942, twee dagen na de capitulatie van Nederland, nemen de Japanners Frederik Drolinga gevangen op Java. Hij komt in een krijgsgevangenkamp terecht. Uit de bronnen kunnen wij de route reconstrueren die Frederik daarna als krijgsgevangene moet hebben afgelegd, wetend dat Rintin (Thailand) zijn eindbestemming was. Frederik zal in kamp ‘10e Bataljon’ in Batavia op Java zijn geweest. Dit kamp fungeert namelijk als doorgangskamp voor krijgsgevangenen naar Sumatra en gebieden buiten Nederlands-Indië, waaronder Birma en Thailand. Het kamp is ingericht in een kazerne in het centrum van de stad. Met een transportschip gaat hij vanaf Java naar het eiland Singapore. Singapore is onderdeel van de Britse kolonie Straits Settlements en is door Japan bezet. Het transportschip is een van de ‘hell ships’ die zo worden genoemd vanwege de slechte omstandigheden aan boord. Dergelijke schepen worden gebruikt om krijgsgevangenen te vervoeren naar kampen overzee.[6]

Kaart van de Birma-Siamspoorweg met kamp Rintin en andere kampen
Kaart Birma-Siamspoorweg.jpg
Bron: Brabantse Gesneuvelden (F. van Doorn)

Naar de Birma-Siamspoorweg

De krijgsgevangenen die met de ‘hell ships’ naar Singapore gaan, worden ingezet bij de aanleg van de Birma-Siamspoorweg. Deze 415 kilometer lange spoorweg loopt van Non Pladuk in Thailand (tot 1939 Siam geheten) naar Thanbuyuzayat in Birma. De spoorweg moet het de Japanners gemakkelijker maken om troepen en materialen naar het front in Birma te brengen. De krijgsgevangenen verblijven voor dit werk in een reeks kampen langs de rivieren Khwae Yai en Khwae Noi. Vanuit zo’n kamp moeten zij een deel van de spoorweg aanleggen. Als dat deel klaar is, dan gaan de gevangenen naar een volgend kamp om aan een ander deel te werken. Op deze manier schuiven groepen krijgsgevangenen telkens op. Het werk aan de spoorweg, dat onder zware omstandigheden moet gebeuren, begint in 1942 en is in oktober 1943 klaar. Ook Frederik Drolinga moet aan de spoorweg werken.[7]

Plattegrond van kamp Rintin
Plattegrond Rintin.jpg
Bron: 2/4th Machine Gun Battalion (2nd4thmgb.com.au)

Na aankomst op Singapore gaan krijgsgevangenen zoals Frederik Drolinga met vrachtauto’s naar het Changi-kamp op Singapore. Het kamp bestaat uit barakken op een kazerneterrein. Vanuit het Changi-kamp gaat het transport met de trein verder naar Ban Pong in Thailand. Ban Pong ligt nabij Non Pladuk, de plaats die aan het begin van de spoorweg ligt. Per vrachtauto of te voet gaan de krijgsgevangenen vervolgens naar het kamp van hun bestemming om daar een deel van de spoorweg aan te leggen. De bestemming van Frederik is het kamp bij het dorp Rintin.[8]

Graf van Frederik Drolinga op Kanchanaburi War Cemetery in Thailand
Graf F Drolinga.jpeg
Bron: Oorlogsgravenstichting

Dood in Rintin

Kamp Rintin ligt op 181 kilometer afstand van Non Pladuk, op minder dan de helft van de spoorweg. Kamp Rintin is berucht door het grote aantal sterfgevallen onder de krijgsgevangenen die daar dwangarbeid aan het spoor verrichten. Het krijgt de bijnaam ‘dodenkamp’ en wordt in mei 1943 na drie maanden gesloten vanwege een uitbraak van dysenterie. Daarna wordt het een doorgangskamp voor groepen die verderop aan het spoor moeten werken. John Coast, een van de Britse krijgsgevangenen die in mei 1943 door kamp Rintin trekken, beschrijft (in vertaling) het kamp als volgt: "Het was de griezeligste en smerigste plek die we in Thailand hadden gezien en twee dingen vielen ons meteen op; eerst de scherpe stank van vuil en bederf, en nog iets ergers; en ten tweede, een angstaanjagende stilte." De doden worden begraven op de begraafplaats van het kamp.[9]

Volgens zijn interneringskaart wordt Frederik Drolinga op 9 maart 1943 ziek en sterft hij op 23 maart 1943 in kamp Rintin aan de gevolgen van acute darmontsteking. Frederik wordt begraven op de begraafplaats van het kamp. Later wordt hij herbegraven op het ‘Kanchanaburi War Cemetery’ in Thailand, vak 5, rij D, graf 30. In Arnhem staat het ‘Birma-Siam en Pakan Baroe Spoorwegen Monument’ met daarop de namen van de mensen die zijn omgekomen bij de aanleg van de spoorwegen. Frederik is ook vermeld.[10]

Gebeurtenis

Bronnen

Dit is een selectie van de gebruikte bronnen. In de noten staan alle gebruikte bronnen.

Literatuur

  • Gerrit Kobes en Ad de Beer, 'Het leven gebroken in het Verre Oosten. De geschiedenissen van de Tilburgers die om het leven kwamen in de strijd tegen Japan, als gevolg van de Japanse bezetting van Nederlands-Indië (1941-1945), de Indonesische kwestie (1945-1949) en het conflict in Korea (1950-1953)', in: Tilburgse sprokkelingen. Bijdragen tot de Tilburgse geschiedenis Tilburg 2003 (THR 11)
  • Herman Burgers, De garoeda en de ooievaar: Indonesië van kolonie tot nationale staat, Hoofdstuk V, Indonesië onder Japanse Bezetting, Brill 2010
  • J.E. Ellemers en R.E.Vaillant, Indische Nederlanders en gerepatrieerden, Muiderberg Coutinho 1985;
  • Loe de Jong, Het Koninkrijk der Nederlanden in de Tweede Wereldoorlog, Deel 11b Hoofdstuk 8. Martinus Nijhoff, Den Haag 1969.
  • Militaire Spectator jrg. 1986 nr. 3, 1995 nr. 8 en jrg. 1998 nr. 3
  • Renske Krimp, De doden tellen. Slachtofferaantallen van de Tweede Wereldoorlog en sindsdien, Nationaal Comité 4 en 5 Mei, Amsterdam 2016, p.16.

Externe links

Noten

  1. Oorlogsbronnen F. Drolinga; Oorlogsgravenstichting F. Drolinga; Tweede Kamer der Staten-Generaal, Erelijst van gevallenen 1940-1945 - F Drolinga f48; Regionaal Archief Tilburg map 227 F. Drolinga; AlleGroningers Burgerlijke Stand geboorten Ulrum 4.7.1914 akte 40; AlleGroningers Burgerlijke Stand geboorte Ulrum (Vierhuizen) 22.4.1889 akte 37; AlleGroningers Burgerlijke Stand geboorten Loppersum 25.7.1893 f60; AlleGroningers Burgerlijke Stand huwelijk Ulrum 19.10.1912 akte 21; Regionaal Archief Tilburg 16 Burgerlijke Stand overlijden Tilburg 13.2.1954 akte 138; Regionaal Archief Tilburg 0906 Bevolkingsregister Goirle 1910-1937 f345; Regionaal Archief Tilburg 918 Bevolkingsregister Tilburg 1921-1939 f109; Genealogieonline.nl; Regionaal Archief Tilburg 1182 Collectie adresboeken van Tilburg.
  2. Regionaal Archief Tilburg 918 Bevolkingsregister Tilburg 1921-1939 f109; Nationaal Archief 2.10.50 inv. 303 - Suppletiefolio's Oost-Indië; Nationaal Archief 2.10.50.03 Inventaris van het archief van de Stichting Administratie Indische Pensioenen (SAIP), Stamboekgegevens KNIL-militairen, met Japanse Interneringskaarten 1942-1996; Delpher, De locomotief 5.12.1935; Delpher, Deli courant 29.11.1935.
  3. oorlogsbronnen.nl; japansekrijgsgevangenkampen.nl; indischekamparchieven.nl; Militaire Spectator jrg. 1995 nr. 8 en jrg. 1998 nr. 3; Renske Krimp, De doden tellen. Slachtofferaantallen van de Tweede Wereldoorlog en sindsdien, Nationaal Comité 4 en 5 Mei, Amsterdam 2016.
  4. Loe de Jong, Het Koninkrijk der Nederlanden in de Tweede Wereldoorlog, Deel 11b Hoofdstuk 8, Martinus Nijhoff, Den Haag 1969; indischekamparchieven.nl; japansekrijgsgevangenkampen.nl.
  5. J.E. Ellemers en R.E.Vaillant, Indische Nederlanders en gerepatrieerden, Muiderberg Coutinho 1985; Renske Krimp, De doden tellen. Slachtofferaantallen van de Tweede Wereldoorlog en sindsdien, Nationaal Comité 4 en 5 Mei, Amsterdam 2016; Herman Burgers, De garoeda en de ooievaar: Indonesië van kolonie tot nationale staat, Hoofdstuk V Indonesië onder Japanse Bezetting, Brill 2010; Loe de Jong, Het Koninkrijk der Nederlanden in de Tweede Wereldoorlog, Deel 11b Hoofdstuk 8, Martinus Nijhoff, Den Haag 1969; oorlogsbronnen.nl; pekanbarudeathrailway.com.
  6. Nationaal Archief 2.10.50.03 Inventaris van het archief van de Stichting Administratie Indische Pensioenen (SAIP), Stamboekgegevens KNIL-militairen, met Japanse Interneringskaarten 1942-1996; Regionaal Archief Tilburg 565 map 227 F. Drolinga; Oorlogsbronnen F. Drolinga; Oorlogsgravenstichting F. Drolinga; japansekrijgsgevangenkampen.nl; powresearch.jp; wikipedia.org.
  7. japansekrijgsgevangenkampen.nl; wikipedia.org; historiek.net; oorlogsverhalen.com; shbss.nl; Loe de Jong, Het Koninkrijk der Nederlanden in de Tweede Wereldoorlog, Deel 11b Hoofdstuk 8, Martinus Nijhoff, Den Haag 1969; indischekamparchieven.nl; japansekrijgsgevangenkampen.nl; indischhistorisch.nl.
  8. japansekrijgsgevangenkampen.nl; Nationaal Archief 2.10.50.03 Inventaris van het archief van de Stichting Administratie Indische Pensioenen (SAIP), Stamboekgegevens KNIL-militairen, met Japanse Interneringskaarten 1942-1996; Regionaal Archief Tilburg 565 map 227 F. Drolinga; powresearch.jp.
  9. japansekrijgsgevangenkampen.nl; John Coast, Railway of Death, Myrmidon Books 2014, op britain-at-war.org.uk.
  10. Nationaal Archief 2.10.50.03 Inventaris van het archief van de Stichting Administratie Indische Pensioenen (SAIP), Stamboekgegevens KNIL-militairen, met Japanse Interneringskaarten 1942-1996; Nationaal Archief 2.10.50 inv. 303 - Suppletiefolio's Oost-Indië; Oorlogsgravenstichting F. Drolinga; Oorlogsbronnen F. Drolinga; Commonwealth War Graves Commission; Regionaal Archief Tilburg 565 map 227 F. Drolinga; japansekrijgsgevangenkampen.nl; Database Nederlandse dwangarbeiders Birmaspoorweg; Online-begraafplaatsen.nl; 4en5mei.nl; Kobes, Gerrit en Ad de Beer, 'Het leven gebroken in het Verre Oosten. De geschiedenissen van de Tilburgers die om het leven kwamen in de strijd tegen Japan, als gevolg van de Japanse bezetting van Nederlands-Indië (1941-1945), de Indonesische kwestie (1945-1949) en het conflict in Korea (1950-1953)', in: Tilburgse sprokkelingen. Bijdragen tot de Tilburgse geschiedenis Tilburg, 2003 (THR 11).