Cookies helpen ons onze services aan te bieden. Door onze services te gebruiken stemt u in met het gebruik van onze cookies.

Cool en Kuijpers

Deze fabriek is onderzocht door Meer, Peter van. Ingevoerd door Vorst, Willem van de


Cool en Kuijpers
Afbeelding gewenst
Type bedrijf Wollenstoffenfabriek
Vestigingsadres Kasteelsche Bosschen sectie H nr 578, 1381 en 1441
Datum oprichting 30-7-1869 [1]
Datum opheffing Uiterlijk juni 1872 [8]
Eigenaars / oprichters - Heliodore Cool

- Franciscus Johannes Alouisius Kuijpers

Herkomst eigenaars / oprichters Heliodore Cool is afkomstig uit de Oostvlaamse stad Aalst en had een textielfabriek in Verviers.
Herkomst vreemd kapitaal Volgens een artikel in de Nieuwe Tilburgsche Courant van de hand van Kees Smeulders kon Cool door een erfenis een fabriek bouwen [15].

Algemene omschrijving

Het bedrijf van Cool en Kuijpers vormt in dit bestek een verhaal apart. Over de productie in de fabriek is niets bekend, maar vooral het begin van het korte bestaan van deze fabriek is opmerkelijk en enigszins vermakelijk, maar tegelijk ook tragisch.

De originele stichtingsakte bij notaris Van de Mortel

Uit de notariële oprichtingsakte van 30-7-1869 blijkt dat Kuijpers vooral fungeerde als geldschieter en dat Cool de dagelijkse leiding over het bedrijf zou hebben, omdat hij kennis had van textielproductie en van het leiden van een fabriek. Cool had al eens de spinnerij van B.A. Kerstens op de hoek van Heuvel en Veemarktstraat gehuurd. En hij handelde al langer in machines en materialen voor de textiel. Voor zijn inbreng in de vennootschap, bestaande uit machines, wol en gefabriceerde goederen zou Cool een extra vergoeding krijgen. Maar daarnaast zouden beiden vennoten hun oude styl kunnen blijven uitoefenen; voor Cool was dat de commissiehandel in machinerieën en kaarten (?), voor Kuijpers de handel in leder en huiden [1],[10].

Cool nam de nieuwbouw met gezwinde spoed ter hand en na de aanbesteding werd de bouw van fabriek en schoorsteen gegund aan Norbertus van Hest, timmerman. Die sloot in augustus 1869 een overeenkomst. Op 20 oktober zou het nieuwe fabrieksgebouw onder dak moeten zijn. In de nacht van 28 november verwoestte een fikse storm het gebouw, dat over 2 weken geopend zou worden. Alleen de schoorsteen in aanbouw bleef nog overeind. De materiële schade werd zo al geschat op maximaal fl 5.000 (waar koop je voor dat bedrag tegenwoordig een fabriek?). Ondertussen had Cool bij de gemeente al aanvragen ingediend voor Hinderwetvergunningen. Er moest een stoommachine komen en er waren plannen voor een gasfabriek. Maar Cool telde zijn knopen en diende een verzoek in om te mogen verhuizen uit zijn huis, dat hij van de gemeente huurde. Alsof dat alles nog niet genoeg ellende betekende legde bij een nieuwe storm ook de schoorsteen het loodje in de nacht van 16 op 17 december. "Zoo dat thans het geheele een puinhoop is", stond er in de krant [6],[9],[11],[12],[13],[16].

En daarmee begon een ellenlange reeks van processen voor de rechtbank in Breda en als hoger beroep voor de arrondissementsrechter in Den Bosch. De timmerman/bouwer Van Hest had de bouw voor fl 10.500 aangenomen, een bedrag waarvoor Kuijpers garant stond. De risico's zouden voor zijn rekening zijn totdat Cool het gebouw geheel of gedeeltelijk in gebruik zou nemen. En dat was volgens Van Hest het geval doordat het kantoorgebouw al van meubels zou zijn voorzien en als kantoor in gebruik zou zijn genomen. Blijkbaar wilde Cool niet langer wachten op allerlei oplossingen die nog moesten worden besproken. Bovendien zou Cool al machines in het gebouw hebben geplaatst en zelf op eigen kosten een vak van de voorbouw over de hele hoogte hebben uitgebroken. Ook zou hij langs de muur grond hebben laten afgraven tot een diepte onder de fundamenten van die muur. Volgens de aannemer was dat de oorzaak van het instorten van de gebouwen. Na de ramp heeft Cool het hout en de stenen gebruikt voor het ophogen en verstevigen van een weg op zijn eigen terrein. Er ontstond, bijna vanzelfsprekend, een hevig meningsverschil over de schuldvraag. Als klap op de vuurpijl had Cool de moed om in januari 1870 een loods, die Van Hest daar had geplaatst, met geweld open te breken en in gebruik te nemen. Reden genoeg dus voor een flink juridisch geschil over de vraag wie de schade (en de proceskosten) moet betalen [2],[3],[4],[5],[6],[7].

Cool en Kuijpers hebben blijkbaar hoop op een gunstige afloop en kopen in mei 1870 twee aansluitende stukken grond in de Kasteelsche Bosschen sectie H nummers 1441, 578 en 1381. Maar er ontstaat in december 1870 opnieuw onenigheid, nu met Johannes Broeders, aannemer, en Theodorus Simons, metselaar, die het karwei van Van Hest zouden afmaken. Het verschil van mening gaat nu over de betalingstermijnen en het leveren van ijzeren voorwerpen door Cool. Hij weigerde die te leveren waardoor het werk kwam stil te liggen. Dat accepteerde Cool niet en hij weigerde hen verder tot het werk toe te laten en de zaak af te maken. Weer een rechtszaak omdat de aannemers dat niet pikten [4]. De vader van Frans Kuijpers, Johannes Kuijpers die koopman was in Rotterdam, verleende de noodlijdende vennootschap een hypotheek van fl 20.000.

In december 1871 is de fabriek van Cool en Kuijpers op gezag van hogerhand gesloten, maar de rechtszaken blijven elkaar opvolgen. Intussen was Heliodore Cool met echtgenote vertrokken naar een onbekende bestemming en Fransiscus Kuijpers woonde in Rotterdam. Wanneer de vennootschap officieel is ontbonden valt niet na te gaan. Wellicht viel die samen met de sluiting van de fabriek. Het is bekend dat in 1872 in de fabriek een stoommachine van 25 pk met 1 ketel actief was [17]. En er is ook zekerheid over een rechtszaak op 14-6-1872 tussen eiser Wilhelmus Smulders, fabrikant in Tilburg en hersteller van kunstwerktuigen, ijzer- en kopergieter, en gedaagde A.W. Boex uit Eindhoven, de vereffenaar van de ontbonden firma Cool en Kuijpers [8].

Het lijkt erop dat Frans Kuijpers zijn handel in huiden en leder weer heeft opgepakt in Rotterdam. Heliodore Cool, die volgens Kees Smeulders in de volksmond 'zoerkool' werd genoemd, zou met paard en camion naar het land van onze zuiderburen zijn vertrokken en is niet meer in Tilburg gesignaleerd [14],[15].

Daarmee eindigt een opmerkelijk stukje Tilburgse textielgeschiedenis. De fabriek is toch nog door anderen weer opgebouwd op kosten van Cool en later bij publieke verkoop overgegaan in handen van Swagemakers & Enneking.

Aankondiging van de vennootschap in de Tilburgsche Courant van 7-8-1869

























Gezinskaarten

Opmerkingen

De storm die de fabrieksschoorsteen velde hield ook elders huis. Een opmerkelijk bericht in de kranten vermeldt dat in Tilburg een 50-tal spoorwagons was losgeraakt, door de storm werden voortgeblazen en pas in Boxtel gestopt konden worden. Enkele wagons werden zwaar beschadigd. (Hierbij moet opgemerkt worden dat er toentertijd nog geen doorgaande remleidingen bestonden, waardoor de wagons niet automatisch afgeremd werden bij het wegvallen van stoom- of luchtdruk) [9].

Franciscus Kuijpers was waarschijnlijk afkomstig uit Rotterdam, woonde in Dongen en oefende er het vak van handelaar in leder en huiden uit.

Het adres: Kasteelsche Bosschen sectie H nr 578, 1381 en 1441 wordt in de loop der jaren vernummerd naar Goirke H 459 en 460. Later wordt dit Goirkestraat 89.


20161020 114552.jpg












Wisselbriefpapier van Cool en Kuijpers. Wisselbrieven zijn schriftelijke opdrachten om aan een of meer schuldeisers op een nader aangegeven datum en plaats een bepaald bedrag te betalen. Ooit gebruikt?

Uit: Brabants Historisch Informatie Centrum 179 Bedrijfsarchieven inv nr 35 Cool en Kuijpers

Bronnen

  1. Regionaal Archief Tilburg, Toegang 115 Mortel nr 129 dd 30-7-1869
  2. BHIC 361 Archief Schlesinger/Verhellouw inv.nr. 1531 1869
  3. BHIC 361 Archief Schlesinger/Verhellouw inv.nr. 1565 1870
  4. BHIC 361 Archief Schlesinger/Verhellouw inv.nr. 108 1871
  5. BHIC 361 Archief Schlesinger/Verhellouw inv.nr. 735 1871
  6. BHIC 361 Archief Schlesinger/Verhellouw inv.nr. 742 1871
  7. BHIC 361 Archief Schlesinger/Verhellouw inv.nr. 1390 1872
  8. BHIC 361 Archief Schlesinger/Verhellouw inv.nr. 1630 1872
  9. Bredasche Courant 23-12-1869
  10. Weekblad van Tilburg 1-2-1868
  11. Tilburgsche Courant 8-12-1869
  12. Tilburgsche Courant 11-12-1869
  13. Tilburgsche Courant 18-12-1869
  14. Tilburgsche Courant 26-8-1880
  15. Tilburgsche Courant 14-8-1926 K. Smeulders - Mijne memories, deel 17
  16. Berichten in diverse regionale en landelijke bladen
  17. Regionaal Archief Tilburg, Toegang 4 Archief gemeentebestuur 1810-1907 nr. 1271, Register met opgave van het aantal stoomwerktuigen 1871-72