Cookies helpen ons onze services aan te bieden. Door onze services te gebruiken stemt u in met het gebruik van onze cookies.

Granaatinslag Hasseltstraat, 17 januari 1945

Het front kwam begin november tot stilstand bij de Maas, op minder dan 20 kilometer ten noorden van Tilburg. Daarmee was de stad nog bereikbaar voor verdragend Duits geschut. Zo nu en dan vielen er nog granaten in de stad, zoals op: • 6 januari, Wilhelminapark/Hasselt, • 15 januari, Hasseltstraat, Lijnsestraat, Alleenhouderstraat, • 17 januari, Veldhoven, Weverstraat, Hasseltstraat, • 6 februari, Buys-Ballotstraat.

Bij sommige granaatinslagen werd de vraag gesteld of de granaten wel door Duits geschut was afgevuurd. De journalist Pierre van Beek was ervan overtuigd dat de granaten die op 6 januari in het Wilhelminapark vielen en de Hasseltse kerk troffen, afgevuurd waren door Engels geschut. Hij had namelijk de explosie van het afvuren gehoord en direct daarna het oversuizen van de granaten. En alles wijst erop dat hij gelijk had, want nog diezelfde dag deelden de Engelse autoriteiten aan de Luchtbeschermingsdienst mee dat de beschieting zich niet zou herhalen. En de granaatinslagen op 6 februari duiden erop dat de granaten vanuit het zuiden waren komen aanvliegen. Bij deze twee beschietingen waren geen slachtoffers te betreuren en ook niet bij de beschieting van 15 januari.

Maar bij de beschieting van 17 januari viel een onevenredig groot aantal slachtoffers. In Tilburg Noord sloegen een viertal granaten in, waarvan de eerste drie met groot verschil in tijd: kwart voor negen in de Veldhovenstraat, acht minuten over halftwaalf in de Weverstraat en vier minuten voor één in de Hasseltstraat. Hulpverleners en nieuwsgierigen liepen naar het getroffen pand in de Hasseltstraat waar een gewonde was. Op dat moment, het was precies één uur, sloeg een granaat in voor de Hasseltse kerk, tussen het publiek: 16 doden.