Cookies helpen ons onze services aan te bieden. Door onze services te gebruiken stemt u in met het gebruik van onze cookies.

Blanche Pirottin

Blanche Ernestine Lambertine Pirottin (Geb. 23-12-1890 te Verviers (B) – gest. ? te Canada), actief in het verzet gedurende de Tweede Wereldoorlog, samen met haar zus Louise. Dochter van Laurent Casimir Joseph Pirottin (geb. 10-10-1854 Nessonvaux, gest. Tilburg 20-12-1930) en Louise Marie Catherine Maréchal (geb. 15-09-1854 Flémalle, gest. Tilburg 21-01-1935). Zij trouwt na de oorlog met de Canadees Hayward Murray Forrest en verhuist naar Canada, waar zij ook overlijdt. Zij heeft (waarschijnlijk) geen kinderen gekregen.

Het gezin Pirottin, afkomstig uit het Belgische Verviers, vestigt zich in mei 1897 in Tilburg op het adres Bosscheweg 85. Vader schrijft zich aanvankelijk in als ‘directeur spinnerij’. Later wordt ‘directeur wollenstoffenfabriek’ vervangen door ‘klerk’. Vervolgens wordt in de gemeentelijke registers ‘klerk’ vervangen door ‘meesterknecht’. Het gezin bestaat uit vader, moeder, de broers Louis en Charles en de zussen Emma, Louise en Blanche. Blanche is de jongste van het gezin. Na de lagere school gaat ze naar de Rijks HBS Willem II aan de Paleisstraat.


‘Een actieve en pientere jongedame’

Uit korte berichtjes in de Tilburgsche Courant blijkt Blanche een actieve en pientere jongedame. Met succes lost ze regelmatig de raadsels van de krant op en verdient ze meermaals een eervolle vermelding tijdens de jaarlijkse bloemententoonstelling georganiseerd door de afdeling Tilburg van de Nederlandse Maatschappij voor Tuinbouw en Plantkunde. Na haar opleiding aan de Rijks HBS is Blanche werkzaam als kantoorbediende bij Wollenstoffenfabriek Van den Bergh Krabbendam (BeKa). Tijdens het groots onthaal van het jeugdige Kapelle Koor, na een succesvolle deelname aan een concours in Dordrecht, biedt ze Piet Vriens, directeur van het koor, namens het personeel van Van den Bergh een boeket aan. In aanwezigheid van "duizenden en duizenden mensen" richt zij het woord tot hem. Blanche is zelf ook actief in het rijke Tilburgse verenigingsleven. Zo is ze vanaf de oprichting betrokken bij de afdeling Tilburg van de R.K. Bond van Handels- Kantoor- en Winkelbedienden “St. Franciscus van Assisië". Ze is zelfs oprichter van de afdeling Tilburg van de Nederlandsche Reisvereeniging.


In het verzet

Tijdens de Tweede Wereldoorlog is ze samen met haar drie jaar oudere zus Louise actief in het verzet. Aanvankelijk vangen de dames Pirottin de eerste Franse militairen op die als vluchteling uit Duits krijgsgevangenschap zijn ontsnapt. Later verlenen ze hulp en onderdak aan geallieerde piloten. De twee zussen begeleiden de piloten per fiets van en naar de treinstations van Tilburg en Oisterwijk en onderduikadressen als de boerderij van de familie Rooijakkers in Moergestel. Zelf bieden de dames Pirottin ook onderdak. Het adres Armhoefstraat 22 fungeert als duikadres, maar is ook de locatie waar kleding, schoeisel, voedsel en vreemde valuta wordt verzameld. Bovenal is dit het adres waar de dames persoonlijk Belgische persoonsbewijzen vervaardigen. De foto's voor deze papieren worden gemaakt door Bernardus Ter Hoeven (Heuvel 84). Samen met hem en Jules Gimbrère zijn ze actief binnen de groep van Peter Hornman.


Na de oorlog

Blanche en haar zus Louise zijn gedecoreerd voor hun belangeloze inzet tijdens de Tweede Wereldoorlog. Na de oorlog heeft Blanche een reis naar de Verenigde Staten en Canada gemaakt om een aantal van ‘haar’ piloten te ontmoeten. Daar heeft ze haar grote liefde gevonden, de Canadese militair Hayward Murray Forrest. Met hem is ze getrouwd en heeft ze zich definitief in Estevan, Canada, gevestigd. Waarschijnlijk is ze daar ook overleden.


Auteur: Erwin Nas


Bronnen

Regionaal Archief Tilburg:

Tilburgsche Courant

CBG: persoonskaarten


Literatuur

  • Frans P.M. Janse, “Tante Coba, een eenvoudige vrouw. Coba Pulskens (1884-1945, Tilburgse pilotenhelpster in de Tweede Wereldoorlog”, Tilburg, tijdschrift voor geschiedenis, monumenten en cultuur, jaargang 22, nr. 2, oktober 2004, 43 – 68
  • Anoniem, Tilburg in de oorlogsjaren 1940-1945 (Tilburg)