Cookies helpen ons onze services aan te bieden. Door onze services te gebruiken stemt u in met het gebruik van onze cookies.

Beschieting Tilburg, oktober 1944: verschil tussen versies

Regel 106: Regel 106:
  
 
</oorlogsslachtoffer>
 
</oorlogsslachtoffer>
 +
[[category:gebeurtenissen]]
 
[[category:gebeurtenissen]]
 
[[category:gebeurtenissen]]
 
[[category:gebeurtenissen]]
 
[[category:gebeurtenissen]]
 
[[category:gebeurtenissen]]
 
[[category:gebeurtenissen]]
 
[[category:gebeurtenissen]]
 
[[category:gebeurtenissen]]

Versie van 7 jun 2012 om 10:24

Betrokken personen


Wachten op de bevrijding.

De snelle geallieerde opmars door Noord-Frankrijk en België liep begin september vast tegen het Albertkanaal, niet omdat de Duitsers verwoed tegenstand boden, maar omdat de Engelse troepen twee dagen pas op de plaats maakten. Daardoor gaven zij de Duitsers de gelegenheid om in alle haast een verdedigingslinie op te bouwen. Toen de Engelsen op 6 september de opmars hervatten, stuitten zij op aanzienlijke tegenstand. Zij slaagden er weliswaar in bij Beringen het Albertkanaal over te steken, maar de opmars naar het noorden verliep traag. De hoop op een snelle bevrijding verdween. Even laaide die hoop weer op toen men op zondag 17 september honderden vliegtuigen zag overvliegen in oostelijke richting. Parachutisten en luchtlandingstroepen landden bij Eindhoven, Nijmegen en Arnhem. Zij moesten een opmars van Engelse troepen vanuit Noord-België mogelijk maken. Maar deze opmars liep langs Tilburg, om juist voorbij Nijmegen tot stilstand te komen.

Begin oktober nam de spanning voor de derde maal toe. De voorhoede van de 49ste Britse (West Riding) Divisie was doorgedrongen tot de Ley, direct ten zuiden van Goirle. Nog een kleine stap en de Duitse verdedigingslinie op Broekhoven, Groenewoud en Abcoven zou bereikt worden. Het verschil met de situatie begin september was dat de Duitsers Tilburg niet voetstoots zouden opgeven. Er zou gevochten worden en er zouden doden vallen, ook onder de burgerbevolking. Maar voordat Tilburg bereikt werd, werden de Britten door een Duitse tegenaanval met inderhaast aangevoerde versterkingen teruggedreven tot de Nederlands-Belgische grens.

Het front viel stil en gelaten werd gewacht op de dingen die komen gingen. Toch veranderde er kort na 5 oktober wel wat. De stad kwam vanaf 14 oktober in de vuurlinie te liggen. Aanvankelijk kwamen met grote tussenpauzen granaten neer op verspreid liggende punten, onder andere in de omgeving van de spoorbruggen over het kanaal.

Zaterdag 14 oktober 1944. Granaten vallen op de Bosscheweg en in de Veemarktstraat. Om het leven komt Marinus Aarts uit Oirschot.

Zondag 15 oktober 1944. Granaten vallen op de Bosscheweg en het Insulindeplein.

Dinsdag 17 oktober 1944. Granaten vallen bij het Julianapark.

Woensdag 18 oktober 1944. Granaten vallen in de Daendelsstraat, het Daendelsplein, de Heile Schoorstraat, de Bosscheweg, de Oisterwijksebaan en de Hoevense Kanaaldijk. Drie personen komen vrijwel direkt om, 1 persoon overlijdt aan de gevolgen op 28 oktober 1944. Woensdag 25 oktober 1944. Die dag begint de 15e Schotse (Scottish) Divisie met een opmars vanuit Oirschot in de richting Tilburg. De Koninklijke Nederlandse Brigade Prinses Irene rukt vanuit Hilvarenbeek op in de richting van Broekhoven. De beschieting gaat zich nu, naast op de Bosscheweg en de omgeving daarvan, ook concentreren op Broekhoven, Ringbaan-Oost en het Groenewoud. Donderdag 26 oktober 1944. De Schotten (met daarbinnen de Prinses Irene Brigade) zijn de stad vanuit het zuiden en zuid-oosten zeer dicht genaderd. De opmars stagneert die dag. Maar in de loop van de dag rukt vanuit het oosten de 7e Britse Pantserdivisie op vanuit Helvoirt tot Udenhout en bedreigt de Duitsers in de stad met omsingeling in het noorden en noord-oosten. De commandant van het LXXXVIIIste Korps besluit ‘s avonds de Duitse troepen uit Tilburg terug te trekken. De artilleriebeschieting wordt die dag geïntensiveerd en bestrijkt ook een groter gebied. Het zwaartepunt ligt toch wel op de wijk Broekhoven. Omstreeks 11 uur liggen Groenstraat, Ringbaan-Zuid, Beeksedijk en de omgeving daarvan gedurende 10 minuten onder vuur. De salvo´s worden na ongeveer 1 tot 1½ uur herhaald. Blokploeg 611 probeert in het getroffen gebied zo goed mogelijk hulp te bieden. De bewoners worden daar geadviseerd in te trekken bij familie of kennissen elders in de stad. Omstreeks vijf uur krijgt het blok een kwartier lang een zware granaatregen te verduren. Er breekt paniek uit en veel bewoners slaan op de vlucht. Met het inzetten van de avond en de nacht wordt het rustiger, alhoewel er regelmatig inslagen worden gerapporteerd. Twee leden van Blokploeg 611 worden getroffen en komen bij de hulpverlening om het leven. (J.Konings/ A.Naaijkens).

Die dag ligt ook weer de Bosscheweg onder vuur en verschillende verspreid liggende straten. Beschadigd worden het gebouw van de Gemeentelijke Geneeskundige Dienst in de Schoolstraat en het politiebureau in de Bisschop Zwijsenstraat. De Sacramentskerk aan de Ringbaan-Oost wordt getroffen. Vrijdag 27 oktober 1944. Bij het aanbreken van de dag is het vrij rustig in de stad. Zo nu en dan vallen er op Broekhoven nog granaten. Om ongeveer 11 uur (de Duitsers hebben de stad verlaten) begint plotseling opnieuw een zware beschieting van de Bosscheweg en Broekhoven die ongeveer 20 minuten duurt. Op dat ogenblik bevinden zich veel mensen op straat. Een student noteert die dag in zijn dagboek:

- ‘Al dichter en dichter slaan de projectielen in. […] Ik val plat op mijn buik naast een tuinmuurtje. Meer mensen kruipen tegen de huizen aan, anderen rennen over de straat, weer anderen liggen op de weg.’ En een broeder vult aan: - ‘Niet allen hebben meer weg kunnen komen. Menig slachtoffer ligt even voorbij ons huis op straat. Daar worden ze reeds bij ons binnengedragen. […] Een bloedspoor leidt naar de schuilgang van de nieuwbouw. […] Niemand denkt meer aan bevrijding. De stemming is geweldig gezakt. Men heeft mensenleed gezien en onmachtig stond men er tegenover.’

Het vermoeden bestaat dat deze beschieting werd uitgevoerd door Duits geschut. Na deze beschieting zijn de straten weer verlaten. De Duitsers hebben de stad verlaten. De bevrijders zijn nog niet in de stad. Wat staat nog te wachten? Het antwoord komt die middag om één uur. De Schotten die op het punt staan de stad binnen te trekken, laten aan de intocht een geweldig artillerievuur voorafgaan, in het begin gericht tegen Broekhoven, later zich verplaatsend naar andere buurten, zoals de Groenstraat, Beeksedijk en omgeving, St. Josephstraat, Piusplein, Wilgenstraat en Bredaseweg.

- ‘Zo hevig was het vuur, dat het gieren der projectielen en het geluid der ontploffingen samen smolten tot één geluid, tot één ontzettend tumult. De uitwerking was dan ook verschrikkelijk. Talrijke personen werden gedood en gewond. De straten die het bombardement hadden moeten doorstaan, boden een aanblik van grote verwoesting. Honderden woningen werden beschadigd, waarvan 250 zo ernstig dat ze niet meer bewoonbaar waren. De straten waren overdekt met puin en glas. Een golf van schrik sloeg over de bevolking van de meest geteisterde wijken (vooral Broekhoven). Door een panische schrik bevangen vluchtten honderden, met achterlating van alles, uit de bedreigde buurten.’

Weer worden twee leden van Blokploeg 611 dodelijk getroffen. (J.de Bruijn/D.Voeten). De overige leden geven nu op. Zij worden naar huis gestuurd en vervangen.

En terwijl de bevrijders omzichtig de stad binnentrekken en met een ongekend enthousiasme worden ontvangen, worden in stilte de doden geborgen en gewonden verzorgd door degenen die zich tot taak hebben gesteld verlichting te brengen aan al degenen die staan aan de donkere zijde van de bevrijding.

Een belofte De slachtoffers van de beschieting op Broekhoven werden op 30 en 31 oktober begraven. Een monument langs Ringbaan-Zuid herinnert nog aan hen. Het monument is de inlossing van een belofte gedaan door C. van Deurzen, blokhoofd van Blokploeg 611.

- ‘Als leden van de vrijwillige luchtbescherming in blok 611 op Broekhoven waren we in de laatste dagen en uren voor de bevrijding onafgebroken druk in de weer. Tijdens een van de vele momenten dat het meedogenloze granaatvuur de wijk teisterde, moest ik dekking zoeken in een overdekt poortje tussen de huizen. Ik dacht dat mijn laatste ogenblikken aangebroken waren. Straatstenen en gloeiende granaatsplinters vlogen na knallende explosies door de lucht. Het leek of de wereld verging. Je hoorde de gewonden om hulp roepen. Dokter Schuerman kwam handen en verbandmiddelen tekort. Met mijn neus tegen de grond gedrukt begon ik te bidden. Merkwaardigerwijs niet zozeer voor mezelf maar vooral voor het behoud van mensenlevens op Broekhoven. Als we er levend van af kwamen, wilde ik de bewoners aansporen om aan Onze Lieve Vrouw van Altijddurende Bijstand een blijvend dankbetoon te geven’.